Moderators: ArcherBarry, Fuzzwood
Ik heb al een paar oefeningen over wisselstroom gemaakt die ik opgelost kreeg. Maar deze blijft mij eigelijk 1 groot raadsel. Waar moet ik beginnen? Hoe pak ik dit aan?Een wisselstroombron levert stroom aan 2 parallel geschakelde verbruikers. In de eerste vloeit een stroom I1=6A, 60° voorijlend op I2=9A. Bepaal de door de bron geleverde stroom in maximumwaarde en in effectieve waarde. Bepaal tevens de verschuiving tussen de door de bron geleverde stroom en de eerste stroom
Ik had alleen de projecties op de reële as opgeteld 
In het rekenvoorbeeld van Bram wordt de vector van I2 als reëel voorgesteld. De vector van I1 loopt 60 graden voor op I2, die kun je dus ontbinden in een reëel en een imaginair deel. Tel I1 en I2 op, en je krijgt Itot, met een reëel en een imaginair deel. Daaruit kun je weer een fasehoek bepalen van Itot t.o.v. I2 (die als reëel was aangenomen). Vervolgens kun je dan de fasehoek tussen Itot een I1 berekenen.Maar wat ik nu niet begrijp is hoe ik nu weet hoeveel de verschuiving is van de stroom van de stroombron tov stroom 1?
Met de stroombron bedoelen ze dus I = I1 + I2. De verschuiving is het faseverschil tussen de I en I1 (dus hoeveel graden verschil)Cycloon schreef:Owja, vectorieel optellen
Maar wat ik nu niet begrijp is hoe ik nu weet hoeveel de verschuiving is van de stroom van de stroombron tov stroom 1?
