[scheikunde] roulerend practicum thermochemie
Moderators: ArcherBarry, Fuzzwood
-
- Berichten: 2
[scheikunde] roulerend practicum thermochemie
Hey,
we moeten voor sk een roulerend practicum doen.
we zijn er best ver mee gekomen maar we lopen nu vast
hopelijk kunnen jullie de vragen beantwoorden.
(de vragen onderaan zijn dikgedrukt)
PROEF:
Uitvoering:
Proef 1:
· 50 ML water afgemeten in maatcilinder en in de thermosfles gedaan
· Temperatuur van het water gemeten
· Water in bekerglas verwarmt tot 50ºC
· Temperatuur van het verwarmde water gemeten in de maatcilinder
· Verwarmde water in thermosfles gedaan en na 3 minuten temperatuur gemeten
Proef 2:
· 25 ML 1,0 M natronloog afgemeten in maatcilinder en in de thermosfles gedaan
· Temperatuur van het natronloog gemeten
· 25 ML 1,0 M zoutzuur afgemeten in maatcilinder en temperatuur gemeten
· Beide stoffen bij elkaar in de thermosfles gedaan, en de temperatuurstijging gemeten
Proef 3:
· 25 ML 1,0 M natronloog afgemeten in maatcilinder en in de thermosfles gedaan
· Temperatuur van het natronloog gemeten
· 25 ML 1,0 M azijnzuur afgemeten in maatcilinder en temperatuur gemeten
· Beide stoffen bij elkaar in de thermosfles gedaan, en de temperatuurstijging gemeten
Proef 4:
· 50 ML water afgemeten in maatcilinder en in de thermosfles gedaan
· Temperatuur van het water gemeten
· 5,00 gram Kaliumnitraat afgemeten op de weegschaal
· Kaliumnitraat bij het water in de thermosfles gedaan.
· Temperatuur gemeten van het mengsel in de thermosfles
Proef 5:
· 25 ML 0,5M bariumchloride-oplossing afgemeten in maatcilinder en in de thermosfles gedaan
· Temperatuur van het natronloog gemeten
· 25 ML 0,5M natriumsulfaat-oplossing afgemeten in maatcilinder en temperatuur gemeten
· Beide stoffen bij elkaar in de thermosfles gedaan, en de temperatuurstijging gemeten
Waarnemingen en Gegevens:
Proef 1:
Temperatuur water in maatcilinder na 1 minuut: 21,5ºC
Temperatuur water in bekerglas na verwarming van 50ºC en na 1 minuut wachten: 46ºC
Temperatuur water in thermosfles na ongeveer 3 minuten wachten: 34ºC
Proef 2:
Temperatuur Natronloog in de thermosfles: 23ºC
Temperatuur Zoutzuur in maatcilinder: 21ºC
Temperatuur Zoutzuur + Natronloog in thermosfles: 28ºC
Proef 3:
Temperatuur Natronloog in thermosfles: 21ºC
Temperatuur Azijnzuur in maatcilinder: 21ºC
Temperatuur Azijnzuur + Natronloog in thermosfles: 25,5ºC
Proef 4:
Massa: 5,00 gram Kaliumnitraat
Temperatuur water in maatcilinder: 21,5ºC
Temperatuur water + Kaliumnitraat: 15ºC
Proef 5:
Temperatuur Bariumchloride in thermosfles: 20,5ºC
Temperatuur Natriumsulfaat in maatcilinder: 21ºC
Temperatuur Natriumsulfaat + Bariumchloride in thermosfles: 22ºC
Opdrachten:
-1 Bereken uit de gegevens van proef 1 de warmtecapaciteit van de thermosfles in Joule/K
hierbij hebben we :
Warmtecapaciteit van de thermosfles:
Q (afgestaan door water) m x C x ∆T = Q(opgenomen door thermosfles) C x ∆T
Cwater = 4,18 x 10³ J kg-1 K-1 (lit-1)
∆T = 46 ºC 34 ºC = 12 ºC
(50mL x 0,998) x (4,18 x 10³) x 12 = C x 12
C = 49,9 x 4,18 x 10³ = 2,09 x 105 J K-1 = 2,09 x 10² kJ K-1
2 Stel de temperaturstijging van het water bij proef 2 vast. Dit is het verschil tussen de hoogst gemeten eindtemperatuur en de gemiddelde temperatuur van het zoutzuur en de natronloog van vóór de reactie. Bereken hoeveel Joule het water bij proef 2 heeft opgenomen. Stel de temperatuurstijging van de thermosfles vast. Houd daarbij rekening met het feit dat natronloog en zoutzuur (misschien) niet dezelfde begintemperatuur hadden. Bereken hoeveel Joule de thermosfles bij proef 2 heeft opgenomen. Bereken nu de reacties warmte van de reactie tussen natronloog en zoutzuur. Druk deze neutralisatiewarmte uit in kJ per mol NaOH.
hierbij hebben we:
Temperatuurstijging water:
Gemiddelde temperatuur Natronloog en Zoutzuur is : 23ºC + 21ºC = 44ºC
44ºC / 2 = 22ºC.
Hoogste gemeten eindtemperatuur: 28ºC. Dan is er dus een temperatuurverschil van:
28ºC - 22ºC = 6ºC
Q (afgestaan door reactie) = Q(opgenomen door vloeistof) + Q(opgenomen door thermosfles)
wordt:
Q (afgestaan door reactie) = m x C x ∆T + C x ∆T
3 Bereken bij proef 3 de neutralisatiewarmte van de reactie tussenazijnzuur en natronloog in kJ per mol NaOH op dezelfde manier als bij proef 2
4 Bereken bij proef 4 de oploswarmte van kaliumnitraat in kJ per mol KNO3
5 Bereken bij proef 5 de reactiewarmte van de reactie tussen natriumsulfaat en bariumchloride in kJ per mol BaSO4 . Ga uit van de gemiddelde begintemperatuur van de oplossingen
Alsjeblief help me met deze vragen, alvast bedankt.
we moeten voor sk een roulerend practicum doen.
we zijn er best ver mee gekomen maar we lopen nu vast
hopelijk kunnen jullie de vragen beantwoorden.
(de vragen onderaan zijn dikgedrukt)
PROEF:
Uitvoering:
Proef 1:
· 50 ML water afgemeten in maatcilinder en in de thermosfles gedaan
· Temperatuur van het water gemeten
· Water in bekerglas verwarmt tot 50ºC
· Temperatuur van het verwarmde water gemeten in de maatcilinder
· Verwarmde water in thermosfles gedaan en na 3 minuten temperatuur gemeten
Proef 2:
· 25 ML 1,0 M natronloog afgemeten in maatcilinder en in de thermosfles gedaan
· Temperatuur van het natronloog gemeten
· 25 ML 1,0 M zoutzuur afgemeten in maatcilinder en temperatuur gemeten
· Beide stoffen bij elkaar in de thermosfles gedaan, en de temperatuurstijging gemeten
Proef 3:
· 25 ML 1,0 M natronloog afgemeten in maatcilinder en in de thermosfles gedaan
· Temperatuur van het natronloog gemeten
· 25 ML 1,0 M azijnzuur afgemeten in maatcilinder en temperatuur gemeten
· Beide stoffen bij elkaar in de thermosfles gedaan, en de temperatuurstijging gemeten
Proef 4:
· 50 ML water afgemeten in maatcilinder en in de thermosfles gedaan
· Temperatuur van het water gemeten
· 5,00 gram Kaliumnitraat afgemeten op de weegschaal
· Kaliumnitraat bij het water in de thermosfles gedaan.
· Temperatuur gemeten van het mengsel in de thermosfles
Proef 5:
· 25 ML 0,5M bariumchloride-oplossing afgemeten in maatcilinder en in de thermosfles gedaan
· Temperatuur van het natronloog gemeten
· 25 ML 0,5M natriumsulfaat-oplossing afgemeten in maatcilinder en temperatuur gemeten
· Beide stoffen bij elkaar in de thermosfles gedaan, en de temperatuurstijging gemeten
Waarnemingen en Gegevens:
Proef 1:
Temperatuur water in maatcilinder na 1 minuut: 21,5ºC
Temperatuur water in bekerglas na verwarming van 50ºC en na 1 minuut wachten: 46ºC
Temperatuur water in thermosfles na ongeveer 3 minuten wachten: 34ºC
Proef 2:
Temperatuur Natronloog in de thermosfles: 23ºC
Temperatuur Zoutzuur in maatcilinder: 21ºC
Temperatuur Zoutzuur + Natronloog in thermosfles: 28ºC
Proef 3:
Temperatuur Natronloog in thermosfles: 21ºC
Temperatuur Azijnzuur in maatcilinder: 21ºC
Temperatuur Azijnzuur + Natronloog in thermosfles: 25,5ºC
Proef 4:
Massa: 5,00 gram Kaliumnitraat
Temperatuur water in maatcilinder: 21,5ºC
Temperatuur water + Kaliumnitraat: 15ºC
Proef 5:
Temperatuur Bariumchloride in thermosfles: 20,5ºC
Temperatuur Natriumsulfaat in maatcilinder: 21ºC
Temperatuur Natriumsulfaat + Bariumchloride in thermosfles: 22ºC
Opdrachten:
-1 Bereken uit de gegevens van proef 1 de warmtecapaciteit van de thermosfles in Joule/K
hierbij hebben we :
Warmtecapaciteit van de thermosfles:
Q (afgestaan door water) m x C x ∆T = Q(opgenomen door thermosfles) C x ∆T
Cwater = 4,18 x 10³ J kg-1 K-1 (lit-1)
∆T = 46 ºC 34 ºC = 12 ºC
(50mL x 0,998) x (4,18 x 10³) x 12 = C x 12
C = 49,9 x 4,18 x 10³ = 2,09 x 105 J K-1 = 2,09 x 10² kJ K-1
2 Stel de temperaturstijging van het water bij proef 2 vast. Dit is het verschil tussen de hoogst gemeten eindtemperatuur en de gemiddelde temperatuur van het zoutzuur en de natronloog van vóór de reactie. Bereken hoeveel Joule het water bij proef 2 heeft opgenomen. Stel de temperatuurstijging van de thermosfles vast. Houd daarbij rekening met het feit dat natronloog en zoutzuur (misschien) niet dezelfde begintemperatuur hadden. Bereken hoeveel Joule de thermosfles bij proef 2 heeft opgenomen. Bereken nu de reacties warmte van de reactie tussen natronloog en zoutzuur. Druk deze neutralisatiewarmte uit in kJ per mol NaOH.
hierbij hebben we:
Temperatuurstijging water:
Gemiddelde temperatuur Natronloog en Zoutzuur is : 23ºC + 21ºC = 44ºC
44ºC / 2 = 22ºC.
Hoogste gemeten eindtemperatuur: 28ºC. Dan is er dus een temperatuurverschil van:
28ºC - 22ºC = 6ºC
Q (afgestaan door reactie) = Q(opgenomen door vloeistof) + Q(opgenomen door thermosfles)
wordt:
Q (afgestaan door reactie) = m x C x ∆T + C x ∆T
3 Bereken bij proef 3 de neutralisatiewarmte van de reactie tussenazijnzuur en natronloog in kJ per mol NaOH op dezelfde manier als bij proef 2
4 Bereken bij proef 4 de oploswarmte van kaliumnitraat in kJ per mol KNO3
5 Bereken bij proef 5 de reactiewarmte van de reactie tussen natriumsulfaat en bariumchloride in kJ per mol BaSO4 . Ga uit van de gemiddelde begintemperatuur van de oplossingen
Alsjeblief help me met deze vragen, alvast bedankt.
- Moderator
- Berichten: 51.265
Re: [scheikunde] roulerend practicum thermochemie
Je hebt vreselijk je best gedaan om een uitgebreid bericht te schrijven. complimenten. Maar om je te helpen loop ik vast bij gebrek aan zicht op wat er gebeurt:
proef 1 snap ik niet.
Ik speel een gedachtenfilmpje af van wat er gebeurt, maar dat filmpje draait niet met jouw scenario:
· 50 mL water afgemeten in maatcilinder en in de thermosfles gedaan ok
· Temperatuur van het water gemeten van die 50 mL neem ik aan
· Water in bekerglas verwarmt tot 50ºC welk water, hoeveel?
· Temperatuur van het verwarmde water gemeten in de maatcilinder en hoeveel was dat dan?
· Verwarmde water in thermosfles gedaan en na 3 minuten temperatuur gemeten hoeveel water zat er nu totaal in de thermoskan en welke temperatuur zou dat theoretisch moeten hebben?
Uit bovenstaande cruciale vragen word ik geen wijs met:
Dus vertel nou nog eens stap voor stap wat je deed met wat, en wat van elk van die "wat"ten de temperaturen en hoeveelheden waren.
Dan lossen we eerst deze op, en gaan daarna met de rest verder.
proef 1 snap ik niet.
Ik speel een gedachtenfilmpje af van wat er gebeurt, maar dat filmpje draait niet met jouw scenario:
· 50 mL water afgemeten in maatcilinder en in de thermosfles gedaan ok
· Temperatuur van het water gemeten van die 50 mL neem ik aan
· Water in bekerglas verwarmt tot 50ºC welk water, hoeveel?
· Temperatuur van het verwarmde water gemeten in de maatcilinder en hoeveel was dat dan?
· Verwarmde water in thermosfles gedaan en na 3 minuten temperatuur gemeten hoeveel water zat er nu totaal in de thermoskan en welke temperatuur zou dat theoretisch moeten hebben?
Uit bovenstaande cruciale vragen word ik geen wijs met:
en die cruciale gegevens heb je volgens mij ook niet gebruikt bij:Proef 1:
Temperatuur water in maatcilinder na 1 minuut: 21,5ºC
Temperatuur water in bekerglas na verwarming van 50ºC en na 1 minuut wachten: 46ºC
Temperatuur water in thermosfles na ongeveer 3 minuten wachten: 34ºC
want ik vind maar 50 mL terug, waar er volgens mij 50 mL koud water in moet zitten plus nog een hoeveelheid warm water.Warmtecapaciteit van de thermosfles:
Q (afgestaan door water) m x C x ∆T = Q(opgenomen door thermosfles) C x ∆T
Cwater = 4,18 x 10³ J kg-1 K-1 (lit-1)
∆T = 46 ºC 34 ºC = 12 ºC
(50mL x 0,998) x (4,18 x 10³) x 12 = C x 12
C = 49,9 x 4,18 x 10³ = 2,09 x 105 J K-1 = 2,09 x 10² kJ K-1
Dus vertel nou nog eens stap voor stap wat je deed met wat, en wat van elk van die "wat"ten de temperaturen en hoeveelheden waren.
Dan lossen we eerst deze op, en gaan daarna met de rest verder.
ALS WIJ JE GEHOLPEN HEBBEN...
help ons dan eiwitten vouwen, en help mee ziekten als kanker en zo te bestrijden in de vrije tijd van je chip...
http://www.wetenscha...showtopic=59270
help ons dan eiwitten vouwen, en help mee ziekten als kanker en zo te bestrijden in de vrije tijd van je chip...
http://www.wetenscha...showtopic=59270