Maar hoe verenig je dat met je stelling dat de potentiaal een scalair begrip is immers je kunt dan inderdaad allemaal lijnen indenken met constante potentiaal en de potentiaalverandering is dan maximaal steeds haaks op deze lijnen. Dat is toch wel degelijk een richting en dan is de potentiele energie geen scalair begrip maar als je me wijzer kunt maken dan graag
.
dit is een kwestie van definitie. De potentiaal is een scalair veld, waarmee je vectorveld kan associëren. Je kan niet spreken over de richting van het scalair veld in een punt (zonder te specifiiëren wat je daarmee bedoelt). Het enige wat een scalair veld is, is een getalletje in elk punt, en zonder bijkomende definitie zit hierin dus geen richting. Je kan wel spreken van de richting van een vectorveld in het punt. Nu is er in elk punt een vector, met dus grootte,
richting en zin. Je begrijpt de fysica dus wel, alleen kwam je formulering op mij wat onbeholpen over.
Stel dat er behalve de middellijn meerdere verticale lijnen zijn aangegeven en tussen twee naast elkaar liggende lijnen zit steeds een zelfde potentiaalverschil. Dan kun je zeggen dat het veld zich verdicht naar de ene (bijvoorbeeld de positieve) kant en verdunt naar de andere (als een streepjescode zeg maar met steeds kleiner worden de afstand tussen de lijnen)
Een positieve lading zal zich dan in de richting bewegen waarin het veld zich verdunt en een negatieve
lading in de richting waar het veld zich verdicht. Ladingen ondervinden dan - beetje naar analogie met de idee van relativiteitshteorie van vervorming tijd-ruimte -geen kracht meer maar volgen een richting waarin het potentiaalveld qua dichtheid het snelst verandert (en dat zal hier ook geen rechte lijn zijn maar wel steeds haaks op de lijnen met constante potentiaal dus in die zin wel recht.)
wel even opletten, ik vind dit niet erg duidelijk uitgelegd (en vermoed dat er verwarring optreedt). De negatieve lading wordt getrokken naar de richting waarin de potentiaal stijgt, de positieve lading naar daar waar de potentiaal daalt. de kracht is groter naarmate de lijnen dichter bij mekaar liggen, maar niemand wordt aangetrokken naar de ijlste of de dichtste omgeving (ijl en dicht als aantal lijnen per lengte-eenheid).
De analogie met AR is zeer vergezocht. Je kan maar zeggen dat er bij de zwaartekracht geen sprake is van kracht wegens de redenering
Neem slechts één lading stel positief.
Als ik nu vanuit oneidig een negatief punt naar deze lading toe breng dan zal het een zekere potentiaal ondervinden van mijn éénduidige positieve lading.
stel dat ik een neutraal voorwerp vanuit oneindig naar mijn punt toe breng dan zal het totaal geen potentiaal tov mijn eene lading ondervinden. Dat begrijp ik.
Je moet in deze uitspraak "potentiaal" vervangen door "potentiele energie". Toch zeer essentieel om hierop te letten. Bedenk ook
daarom werken we met het begrip potentiaal, omdat de potentiele energie wel afhankelijk is van de proeflading en de potentiaal intrinsiek is aan het veld.
Maar als we nu afspreken dat we een proeflading nemen, net zoals we dat gedaan hebben voor ons elektrisch veld maar waar we die dan uiteindelijk naar nul lieten gaan, om onze ruimte te testen rond onze potentiaal dan kunne we aan ieder punt van de ruimte een getal toekennen.
Op de wikipedia lees ik nu dat zo'n potentiaal getal op één of andere manier gekoppeld is aan de kracht die in dat punt heerst.
Blijkbaar is die manier van koppelen zo dat de potentiaal nul kan zijn op moment er toch nog krachten inwerken op onze afgesproken puntlading.
Maar hoe koppelt men die twee begrippen dan aan mekaar? of hoe kan ik vanuit mijn potentiaal afleiden hoe de kracht is die inwerkt op zo'n punt?
eerlijk gezegd denk ik dat ik deze vraag reeds beantwoord heb.
Het is de afgeleide van de potentiaal die het elektrisch veld en dus de kracht bepaalt, niet de absolute waarde van de potentiaal. Dus net zoals de afgeleide van de potentiele energie de kracht bepaalt.