(scheikunde) redoxtitratie
Moderators: ArcherBarry, Fuzzwood
- Berichten: 65
(scheikunde) redoxtitratie
Hey
Ik heb een klein probleempje met het oplossen van een oefening. Het vinden van de reactievergelijking (dus
een keuze maken uit de gevonden halfreacties ) vind ik moeilijk.
35,00 ml van een 0,207 M kaliumnitriet oplossing wordt aangezuurd en getitreerd met tin(2)sulfaatoplossing.
Er is 23,45 ml nodig. Wat is de normaliteit van de nitrietoplossing (in elk van de resp. reacties)?
Wat is de molariteit van de tin(2) sulfaatoplossing? Haar normaliteit? Wat is speciaal aan de normaliteitsrelatie?
Het oplossen van de vragen is geen probleem, maar het vinden van de reactievergelijking is mijn probleem.
KNO2 + H2O -> HNO2 + KOH (dat is voor de aanzuring)
HNO2+ SNSO4->??????
voor het vinden van de volgende reactie moet men de halfreacties in tabel van Mendeljev gaan opzoeken.
Het volgende heb ik gevonde:
SO4²- + H2O + 2e- -> SO3²- + 2OH- (-0,90) V
SO42- + H2O + 2e- -> H2SO3+ H2O (0,17) V
NO2- + H2O + 2e- -> NO2- +2OH- (0,00) V
Sn4+ + 2e- -> Sn2+ (0,15) V
Sn2+ + 2e- -> Sn (-0,14) V
2H2O + 2e- -> H2 + SOH- (-0,84) V
2H+ + 2e- -> H2 (0,00) V
NO3- +4H+ +2e- -> HNO2 + H2O (0,94) V
HNO2 + H+ e- -> NO + H2O (1,00) V
En de professor koos dan uit die halfreacties voor deze 2 halfreacties:
Sn4+ + 2e- -> Sn2+ (0,15) V
HNO2 + H+ e- -> NO + H2O (1,00) V
Ik weet echt niet waarom hij die twee gekozen heeft. Voor de rest weet ik wel wat ik moet doen als ik de reactievergelijking gevonden heb.
=> (HNO2 + H+ +e- -> NO + H2O)x2
(Sn2+ -> Sn4+ +2e-)x1
+-------------------------------------------------------------
2HNO2 + 2H+ Sn2+ -> 2NO + 2H2O + Sn 4+
voor HNO2:
V= 35ml
C= 0,207 M
n= 7,25.10-3mol
Titer= 0,207N
voor SN2+:
V=23,45ml
=> n Sn2+ = 3,63.10-3 mol
C.V=n => C=n/V= 0,155 M
=> 0,31N
Controle : T1xV1 = T2xV2
0,207x 35 = 23,45x0,31 (en dat klopt dus)
Ik heb een klein probleempje met het oplossen van een oefening. Het vinden van de reactievergelijking (dus
een keuze maken uit de gevonden halfreacties ) vind ik moeilijk.
35,00 ml van een 0,207 M kaliumnitriet oplossing wordt aangezuurd en getitreerd met tin(2)sulfaatoplossing.
Er is 23,45 ml nodig. Wat is de normaliteit van de nitrietoplossing (in elk van de resp. reacties)?
Wat is de molariteit van de tin(2) sulfaatoplossing? Haar normaliteit? Wat is speciaal aan de normaliteitsrelatie?
Het oplossen van de vragen is geen probleem, maar het vinden van de reactievergelijking is mijn probleem.
KNO2 + H2O -> HNO2 + KOH (dat is voor de aanzuring)
HNO2+ SNSO4->??????
voor het vinden van de volgende reactie moet men de halfreacties in tabel van Mendeljev gaan opzoeken.
Het volgende heb ik gevonde:
SO4²- + H2O + 2e- -> SO3²- + 2OH- (-0,90) V
SO42- + H2O + 2e- -> H2SO3+ H2O (0,17) V
NO2- + H2O + 2e- -> NO2- +2OH- (0,00) V
Sn4+ + 2e- -> Sn2+ (0,15) V
Sn2+ + 2e- -> Sn (-0,14) V
2H2O + 2e- -> H2 + SOH- (-0,84) V
2H+ + 2e- -> H2 (0,00) V
NO3- +4H+ +2e- -> HNO2 + H2O (0,94) V
HNO2 + H+ e- -> NO + H2O (1,00) V
En de professor koos dan uit die halfreacties voor deze 2 halfreacties:
Sn4+ + 2e- -> Sn2+ (0,15) V
HNO2 + H+ e- -> NO + H2O (1,00) V
Ik weet echt niet waarom hij die twee gekozen heeft. Voor de rest weet ik wel wat ik moet doen als ik de reactievergelijking gevonden heb.
=> (HNO2 + H+ +e- -> NO + H2O)x2
(Sn2+ -> Sn4+ +2e-)x1
+-------------------------------------------------------------
2HNO2 + 2H+ Sn2+ -> 2NO + 2H2O + Sn 4+
voor HNO2:
V= 35ml
C= 0,207 M
n= 7,25.10-3mol
Titer= 0,207N
voor SN2+:
V=23,45ml
=> n Sn2+ = 3,63.10-3 mol
C.V=n => C=n/V= 0,155 M
=> 0,31N
Controle : T1xV1 = T2xV2
0,207x 35 = 23,45x0,31 (en dat klopt dus)
- Berichten: 271
Re: (scheikunde) redoxtitratie
Het gaat hier om nitraat (niet nitriet) in een zure omgeving. Vandaar een reactie die ook H+ verbruikt.
Wat betreft de tin: Je zoek een reactie waarbij Sn2+ electronen doneert. Het moet dus Sn4+ worden.
Is dit voldoende? Groet. Oscar
Wat betreft de tin: Je zoek een reactie waarbij Sn2+ electronen doneert. Het moet dus Sn4+ worden.
Is dit voldoende? Groet. Oscar
- Berichten: 65
Re: (scheikunde) redoxtitratie
bedankt oscar voor je antwoord
Sn2+ + 2e- -> Sn (-0,14) V
Groetjes
mimi
maar hier vinden we toch ook Sn2+???Wat betreft de tin: Je zoek een reactie waarbij Sn2+ electronen doneert. Het moet dus Sn4+ worden.
Sn2+ + 2e- -> Sn (-0,14) V
Groetjes
mimi
- Pluimdrager
- Berichten: 4.167
Re: (scheikunde) redoxtitratie
Het gaat erom dat je ziet wat de oxidator (die elektronen opneemt) is en wat de reductor (die elektronen afstaat) is. In de tabel van standaard elektrodepotentialen zijn alle reacties geschreven als reductiereacties van de oxidator die één of meerdere elektronen opneemt. De vermelde potentalen worden dan ook reductiepotentialen genoemd.
In dit specifieke geval zijn meerdere oxidatoren aanwezig en de oxidator die "wint" is die met de hoogste reductiepotentiaal, aannemende dat die in overmaat aanwezig is, en dat is duidelijk HNO2 met +1,00 Volt. Sn2+ is een zeer zwakke oxidator met -0,14 V, dat is nog zwakker dan H+ met 0,00 V.
Na het vinden van de sterkste oxidator moet je nog vinden wat de reductor is: de stof die geoxideerd wordt door het afstaan van elektronen. Om die te vinden moet je naar de rechterkant van de diverse mogelijke halfvergelijkingen kijken en dan ben je snel klaar want er is maar één mogelijke kandidaat aanwezig: Sn2+ die geoxideerd wordt naar Sn4+ door het afstaan van 2 elektronen.
oscar2 is blijkbaar in de veronderstelling dat nitriet een typefout is en nitraat moet zijn maar dat is niet zo. Ook nitriet is een oxidator in zuur milieu.
In dit specifieke geval zijn meerdere oxidatoren aanwezig en de oxidator die "wint" is die met de hoogste reductiepotentiaal, aannemende dat die in overmaat aanwezig is, en dat is duidelijk HNO2 met +1,00 Volt. Sn2+ is een zeer zwakke oxidator met -0,14 V, dat is nog zwakker dan H+ met 0,00 V.
Na het vinden van de sterkste oxidator moet je nog vinden wat de reductor is: de stof die geoxideerd wordt door het afstaan van elektronen. Om die te vinden moet je naar de rechterkant van de diverse mogelijke halfvergelijkingen kijken en dan ben je snel klaar want er is maar één mogelijke kandidaat aanwezig: Sn2+ die geoxideerd wordt naar Sn4+ door het afstaan van 2 elektronen.
oscar2 is blijkbaar in de veronderstelling dat nitriet een typefout is en nitraat moet zijn maar dat is niet zo. Ook nitriet is een oxidator in zuur milieu.
Hydrogen economy is a Hype.
- Berichten: 65
Re: (scheikunde) redoxtitratie
Bedankt voor je uitleg. Ik snap het nu veel beter maar voor de volgende oefening kan ik de reductor niet vinden.Het gaat erom dat je ziet wat de oxidator (die elektronen opneemt) is en wat de reductor (die elektronen afstaat) is. In de tabel van standaard elektrodepotentialen zijn alle reacties geschreven als reductiereacties van de oxidator die één of meerdere elektronen opneemt. De vermelde potentalen worden dan ook reductiepotentialen genoemd.
In dit specifieke geval zijn meerdere oxidatoren aanwezig en de oxidator die "wint" is die met de hoogste reductiepotentiaal, aannemende dat die in overmaat aanwezig is, en dat is duidelijk HNO2 met +1,00 Volt. Sn2+ is een zeer zwakke oxidator met -0,14 V, dat is nog zwakker dan H+ met 0,00 V.
Na het vinden van de sterkste oxidator moet je nog vinden wat de reductor is: de stof die geoxideerd wordt door het afstaan van elektronen. Om die te vinden moet je naar de rechterkant van de diverse mogelijke halfvergelijkingen kijken en dan ben je snel klaar want er is maar één mogelijke kandidaat aanwezig: Sn2+ die geoxideerd wordt naar Sn4+ door het afstaan van 2 elektronen.
oscar2 is blijkbaar in de veronderstelling dat nitriet een typefout is en nitraat moet zijn maar dat is niet zo. Ook nitriet is een oxidator in zuur milieu.
10,00ml van een 0,456N kaliumdichromaatoplossing reageert met 47,05 ml van een ijzer(2)sulfaatoplossing.
k+/K -2,93V
Cr2O7-/Cr³+ +1,36V
Fe³+/Fe²+ +0,77V
Fe²+/Fe -0,47V
SO4²-/H2SO3 +0,17V
S2O8²-/SO4²- +2,01V
Hier is de oxidator Cr2O7-/Cr³+ +1,36V, want het heeft de grootste reductiepotentiaal
De reductor moet zijn Fe³+/Fe²+ +0,77V.
Waarom is het geen S2O8²-/SO4²- +2,01V????? We moeten hier m.a.w. een keuze maken uit 2 oxidaties
en toch is Fe³+/Fe²+ beter dan S2O8²-/SO4²- +2,01V
Kan iemand me uitleggen waarom dat zo is?
bedankt
mimi
- Berichten: 65
Re: (scheikunde) redoxtitratie
Hier is de oxidator Cr2O7-/Cr³+ +1,36V, want het heeft de grootste reductiepotentiaal
De reductor moet zijn Fe³+/Fe²+ +0,77V.
Waarom is het geen S2O8²-/SO4²- +2,01V????? We moeten hier m.a.w. een keuze maken uit 2 oxidaties
en toch is Fe³+/Fe²+ beter dan S2O8²-/SO4²- +2,01V
Kan iemand me uitleggen waarom dat het zo is?
- Pluimdrager
- Berichten: 4.167
Re: (scheikunde) redoxtitratie
Zoals ik al zei: In de tabel van standaard elektrodepotentialen zijn alle reacties geschreven als reductiereacties van de oxidator die één of meerdere elektronen opneemt.
Dat betekent dat de stof aan de linkerkant van de reactiepijl de oxidator is en de stof aan de rechterkant is de reductor. Hoe hoger de elektrodepotentiaal (reductiepotentiaal) hoe sterker de stof aan de linkerkant zal werken als oxidator maar hoe zwakker de stof aan de rechterkant zal werken als reductor in de omgekeerde reactie.
Bij het zoeken van de sterkste oxidator moet je dus inderdaad kijken naar die halfreacties waarin één van de aanwezige stoffen van je opgave voorkomen aan de linkerkant van de reactiepijl en die de hoogste elektrodepotentiaal (reductiepotentiaal) heeft.
Bij het zoeken van de sterkste reductor moet je echter kijken naar die halfreacties waarin één van de aanwezige stoffen van je opgave voorkomen aan de rechterkant van de reactiepijl en die de laagste elektrodepotentiaal (reductiepotentiaal) heeft. En dat is hier dus beslist niet SO42- als die S2O82- zou produceren.
Dat betekent dat de stof aan de linkerkant van de reactiepijl de oxidator is en de stof aan de rechterkant is de reductor. Hoe hoger de elektrodepotentiaal (reductiepotentiaal) hoe sterker de stof aan de linkerkant zal werken als oxidator maar hoe zwakker de stof aan de rechterkant zal werken als reductor in de omgekeerde reactie.
Bij het zoeken van de sterkste oxidator moet je dus inderdaad kijken naar die halfreacties waarin één van de aanwezige stoffen van je opgave voorkomen aan de linkerkant van de reactiepijl en die de hoogste elektrodepotentiaal (reductiepotentiaal) heeft.
Bij het zoeken van de sterkste reductor moet je echter kijken naar die halfreacties waarin één van de aanwezige stoffen van je opgave voorkomen aan de rechterkant van de reactiepijl en die de laagste elektrodepotentiaal (reductiepotentiaal) heeft. En dat is hier dus beslist niet SO42- als die S2O82- zou produceren.
Hydrogen economy is a Hype.
- Berichten: 65
Re: (scheikunde) redoxtitratie
Heel erg bedankt Fred F. voor de goede uitleg. Nu snap ik het . Eindelijk
Groetjes
mimi
Groetjes
mimi
-
- Berichten: 7
Re: (scheikunde) redoxtitratie
Ik heb ook een vraag over een oefening van redoxtitraties. Ik heb de redoxvergelijking wel denk ik maar ik kom niet de juiste uitkomst uit . Kunnen jullie mij misschien helpen. de uitkomst zou 65 % moeten zijn maar ik kom nog geen 10 % uit wat ik zelf al weinig vind. Alvast bedankt
Ook het gehalte van ertsen kan met behulp van titraties bepaald worden. De methode
bestaat er in het erts eerst te roosten, en het vrijgekomen gas op te vangen onder water.
In een typisch voorbeeld wordt 3 gram ruw ZnS - erts verhit aan de lucht, waarbij er
oxidatie gebeurt tot SO2 - gas. Dit gas wordt opgevangen in water, en deze oplossing wordt
getitreerd met een 2 N kaliumdichromaat-oplossing. Er is 20 ml van deze oplossing nodig
tot kleuromslag. Hoeveel procent ZnS bevat het ruwe erts?
Ook het gehalte van ertsen kan met behulp van titraties bepaald worden. De methode
bestaat er in het erts eerst te roosten, en het vrijgekomen gas op te vangen onder water.
In een typisch voorbeeld wordt 3 gram ruw ZnS - erts verhit aan de lucht, waarbij er
oxidatie gebeurt tot SO2 - gas. Dit gas wordt opgevangen in water, en deze oplossing wordt
getitreerd met een 2 N kaliumdichromaat-oplossing. Er is 20 ml van deze oplossing nodig
tot kleuromslag. Hoeveel procent ZnS bevat het ruwe erts?
- Berichten: 10.563
Re: (scheikunde) redoxtitratie
Laat je uitwerking maar eens zien, dan kunnen we zien waar het fout gaat.
Cetero censeo Senseo non esse bibendum
-
- Berichten: 7
Re: (scheikunde) redoxtitratie
heb een ander post gemaakt ik wist niet of deze nog gelezen werd, maar mijn uitwerking is de volgende. ander mag je de andere verwijderen
-II IV
5(S2-+ 2H2O ----> SO2 + 6e- + 4H+)
6(KMnO4 + 5e- + 8H+ ---> Mn2+ + 4H2O)
----------------------------------------
5ZnS +6KMnO4 + 12H2SO4 ---> 5SO2 + 6MnSO4 + 5ZnSO4 + 3K2SO4 + 14H2O
Klopt deze reactie ?
dan haal ik hier het aantal mol KmnO4 uit en bepaal ik aantal mol ZnS door x 5/6 te doen
en dan met de molecuulmassa bereken ik het aantal g ZnS, maar dat komt niet goed uit. Kan iemand mij zeggen wat ik verkeerd doe ?
-II IV
5(S2-+ 2H2O ----> SO2 + 6e- + 4H+)
6(KMnO4 + 5e- + 8H+ ---> Mn2+ + 4H2O)
----------------------------------------
5ZnS +6KMnO4 + 12H2SO4 ---> 5SO2 + 6MnSO4 + 5ZnSO4 + 3K2SO4 + 14H2O
Klopt deze reactie ?
dan haal ik hier het aantal mol KmnO4 uit en bepaal ik aantal mol ZnS door x 5/6 te doen
en dan met de molecuulmassa bereken ik het aantal g ZnS, maar dat komt niet goed uit. Kan iemand mij zeggen wat ik verkeerd doe ?
- Berichten: 10.563
Re: (scheikunde) redoxtitratie
Deze vraag is in het andere topic beantwoord. Kan een moderator deze, en de voorgaande berichten, weghalen?
Cetero censeo Senseo non esse bibendum