[biologie] Genetica

Moderators: ArcherBarry, Fuzzwood

Reageer
Berichten: 1

Genetica

Hey

Kan iemand mij toevallig vertellen hoe dit vraagstuk opgelost moet worden?

Bij konijnen is bruine pels dominant over grijze pels en de

aanleg om groot te worden domineert over die om klein te

blijven. Die factoren mendelen samen met een

koppelingsfrequentie van 68 %.

Welke nakomelingen mag men verwachten en met

hoeveel kans bij de kruising van

a een groot grijs mannetje,waarvan de moeder klein en

grijs was, met een klein bruin wijfje waarvan de moeder

klein en grijs was?

b een groot bruin mannetje,waarvan de moeder homozygoot

grijs en groot was, met een klein grijs wijfje?

c het wijfje van a met het mannetje van b?

alvast bedankt!

Berichten: 8.614

Re: Genetica

De uitleg voor koppelingsfrequentie vind je hier.

Het komt erop neer dat de koppelingsfrequentie de frequentie is van het aantal "normale" nakomelingen (met normaal bedoel ik: met het verwachte fenotype) en diens tegenhanger, de recombinatiefrequentie de frequentie is van het aantal "abnormale" nakomelingen (met een anders dan verwacht fenotype).

De afkortingen die ik hieronder zal gebruiken betekenen het volgende:
  • bb = homozygoot grijs
  • Bb = heterozygoot bruin
  • BB = homozygoot bruin
  • gg = homozygoot klein
  • Gg = heterozygoot groot
  • GG = homozygoot groot
Oefening a:

Uit de beschrijvingen van de konijnen kunnen we opmaken dat het mannetje genotype bbGg heeft en het vrouwtje genotype Bbgg. Het volgende Punnett-diagram toont ons de verwachte genotypes van de nakomelingen:

Code: Selecteer alles


   bG

 bg

   

Bg

 BbGg		   Bbgg

bg

 bbGg		   bbgg
Zoals je ziet is er geen homozygote dominatie en de fenotypes zijn:
  • 25 % grote, bruine konijnen (BbGg)
  • 25 % kleine, bruine konijnen (Bbgg)
  • 25 % grote, grijze konijnen (bbGg)
  • 25 % kleine, grijze konijnen (bbgg)
Maar aangezien de koppelingsfrequentie 68 % bedraagt, komt elk van deze genotypes maar 17 % voor (68 % gedeeld door de 4 aanwezige genotypes).

In de andere 32 % van de gevallen doet zich een crossing-over voor. Dit betekent dat de drie ontbrekende genotypes (nl. BBgg en bbGG) ontstaan (elk 32 gedeeld door 2 = 16 %).

De échte aantallen van de fenotypes zijn dus de volgende:
  • 17 % grote, bruine konijnen (17 % BbGg)
  • 33 % kleine, bruine konijnen (17 % Bbgg + 16 % BBgg)
  • 33 % grote, grijze konijnen (17 % bbGg + 16 % bbGG)
  • 17 % kleine, grijze konijnen (17 % bbgg)
Ik hoop dat mijn uitleg te volgen was en dat je b en c nu zelf kan oplossen.
Geloof niet alles wat je leest.


Heb jij verstand van PHP? Word Technicus en help mee om Wetenschapsforum nog beter te maken!

Gebruikersavatar
Berichten: 32

Re: Genetica

Beste,
 Ik weet dat dit al oud is maar had even een vraagje,
 Er zijn toch 9 mogelijke genotypes:
 BbGG, BbGg,Bbgg,BBGG,BBGg,BBgg,bbGG,bbGg,bbgg
 
 Hoe kom je dan aan dit:
 Dit betekent dat de drie ontbrekende genotypes (nl. BBgg en bbGG) ontstaan (elk 32 gedeeld door 2 = 16 %).
 
 
?

Gebruikersavatar
Moderator
Berichten: 4.094

Re: Genetica

Opmerking moderator

Iemand die hier een handje toe kan steken?

Berichten: 2

Re: Genetica

isabel88 schreef: Hey

Kan iemand mij toevallig vertellen hoe dit vraagstuk opgelost moet worden?

Bij konijnen is bruine pels dominant over grijze pels en de

aanleg om groot te worden domineert over die om klein te

blijven. Die factoren mendelen samen met een

koppelingsfrequentie van 68 %.
 
Welke nakomelingen mag men verwachten en met

hoeveel kans bij de kruising van

a een groot grijs mannetje,waarvan de moeder klein en

grijs was, met een klein bruin wijfje waarvan de moeder

klein en grijs was?
 
b een groot bruin mannetje,waarvan de moeder homozygoot

grijs en groot was, met een klein grijs wijfje?
 
c het wijfje van a met het mannetje van b?

alvast bedankt!
 
a) Uit de opgave kan je opmaken dat het ouderpaar volgende genotypes heeft:
* mannetje Ggbb (waarbij gb gekoppeld en Gb gekoppeld, zie ouders en wat logisch redeneren) dus gameten Gb en gb
* vrouwtje ggBb (waarbij gB en gb gekoppeld) dus gameten gB en gb 
 
Recombinatie binnen die genencombinatie zorgt niet voor nieuwe allelencombinaties dus volgens mij hoef je hier geen rekening te houden met de 68%
 
Resultaat dus allemaal evenwaardig na mendelen:
25% BbGg
25% Bbgg
25% bbGg
25% bbgg
 
 
b) Uit opgave vind je volgende genotypes terug
* mannetje: GgBg (Gb gekoppeld (zie mama) en gB gekoppeld (zie papa) -> hier kan recombinatie wel voor nieuwe allelencombo's zorgen (nl GB en gb)!
* vrouwtje: ggbb (gb gekoppeld -> recombinatie verandert niets)
 
Resultaat:
68% gekoppeld dus dwz 34% Ggbb en 34% ggBb en 32% recombinatie dwz 16% GgBb en 16% ggbb
 
c) laat ik aan iemand anders over :)

Reageer