Mijn oplossing: 5 meter?Polsstokspringen is een mooi voorbeeld van de omzetting van één energievorm naar een andere energievorm. In de veronderstelling dat een polsstokatleet de snelheid zou halen van een spurter, d.i. 100 m in 10 seconden, hoe hoog is dan de theoretisch haalbare hoogte.
Atleetgegevens:
massa: 70 kg
grootte: 1.80 m
positie massacentrum: 1 m
Probleem 2:
Mijn oplossing: De kleinste massa?Gegeven:
Twee voorwerpen met verschillende massa, m en 2m, bevinden zich in rust aan de startlijn, zie figuur. De ondergrond is een horizontaal wrijvingsloos vlak.
Vanaf t = 0 ondervinden beide massa's eenzelfde constante duwkracht F.
Gevraagd:
Welk van beide massa's heeft bij het overschrijden van de eindmeet de grootste hoeveelheid kinetische energie?