ik heb een vraagje. Ik heb 1 katrol op een dak hangen en daaraan heb ik twee touweindes in de lucht hangen. Ik heb blok Y en blok Z (blok Y aan de linkerkant en blok Z an de rechterkant). Gewicht van blok Y = 4 KG en gewicht van blok Z = 3 KG, bereken de spankracht dat op het touw werkt.
Nou ik denk zo: 4 - 3 = 1 KG dat overhoud aan de kracht die naar beneden gaat op touw Y. Dus zal het
\(1(9.81) = 9.81 N\)
zijn. Maar dat is het niet :S.
PS: sorry ik ben vergeten hoe dat keertekentje werkt en de volledige editor doet op deze pc een btje raar... dus kan ik geen latex code ervoor vinden.
Wat doe ik dan fout en wat hoort het dan wel te zijn?
Bedankt!
M.v.g. TK
To invent something you need to see what everyone sees, do what everybody does and think that nobody has though of.
Even duidelijk maken dat we het over hetzelfde hebben: erg hangt een touw over een wiel met aan de ene kant van het touw een massa van 3kg en aan de andere kant 4kg en door dit massaverschil gaat het geheel onder invloed van de zwaartekracht versnellen? Teken nu op beide massa's de uitwendige krachten (zwaartekracht en spankracht) en gebruik de 2e wet van Newton, namelijk:
Als ik de vraagstelling en de "uitwerking" van NTstudent lees vraag ik mij af of Sjakko's reactie niet uitgaat van een tikje te veel voorkennis bij NTstudent??
ALS WIJ JE GEHOLPEN HEBBEN...
help ons dan eiwitten vouwen, en help mee ziekten als kanker en zo te bestrijden in de vrije tijd van je chip... http://www.wetenscha...showtopic=59270