Goedemorgen,
Ik ben bezig met de toetsvoorbereiding die o.a. over titratievraagstukken gaat. Nu heb ik een paar (ingewikkelde) vraagstukken om te oefenen, maar ik kan ze nog niet begrijpen. Zou iemand mij hiermee willen/kunnen helpen?
Bij voorbaat heel erg bedankt!
Voorschrift:
Bepaling molariteit van een CH3COOH-opl.
-pipetteer 10mL CH3COOH-opl. in een 100mL bekerglas en vul aan met water tot 75mL.
-plaats de geleidbaarheidscel en de roerboon
-vul de titreerspuit met 0,128M NaOH opl.
Men krijgt nu een grafiek waarbij een equivalentiepunt waarneembaar is.
Vervolgens wordt een NH3/NH4+ buffer getitreerd met dezelfde NaOH-opl.
-pipetteer 10mL CH3COOH-opl. in een 100mL bekerglas, vervolgens 10mL bufferopl. en vul aan met water tot 75mL.
De buffer wordt dus behandeld met de ethaanzuuropl.
Men krijgt nu een grafiek waabij 2 equivalentiepunten waarneembaar zijn.
a) Het eerste wat ik niet snap is waar de 2 equivalentiepunten vandaan komen. En wat ze betekenen.
b) In de theorie staat dat bij een nauwkeurige waarneming van deze grafieken de lijnen niet recht maar iets gekromd blijken te zijn. Waar is dit dan aan te danken?
c) Een leuke oefenberekening is het berekenen van de concentratie NH3 en NH4+ in de buffer.
Hoe pak ik dit aan?
d) Vervolgens moet hiermee de pH van de buffer berekend worden, maar hoe werkt dit dan?
e) Ik weet dat de buffer een pH heeft van 9,79. Door berekening kom je volgens de theorie op een ander getal uit.
Waat is deze afwijking dan aan te danken?
f) Als laatste zou ik graag weten hoe men de buffercapaciteit van deze buffer berekent.
Dit waren de punten waar ik op vast liep. De rest is gelukkig wel goed gelukt. Zou iemand het laatste beetje ook willen ophelderen?
Alvast heel erg bedankt!
Ik had zelf al bedacht:
CH3COOH + (OH-) --> (CH3COO-) + H20
(NH4+) + (OH-) --> NH3 + H20
CH3COOH + NH3 --> (CH3COO-) + (NH4+)
In het equivalentiepunt is het aantal mol OH- gelijk aan het aantal mol CH3COO- (1e equivalentiepunt)
In het equivalentiepunt is het aantal mol OH- gelijk aan het aantal mol NH3 (2e equivalentiepunt)
Molariteit NaOH= 0,128 mol/L
Maar hoe berekent men de concentratie NH3 en NH4+ ?????
In het eerste equivalentiepunt is het volume van NaOH 5 mL en in het tweede 13,5 mL.
De grafiek:
Laatste berichten
- 09:27 2013 – Augustus Vraag 3 2
- 23:07 Rood laserlicht 2
- 23:04 Bruine vlekken op treinaanwijzerbord 5
- 15:28 Vraag 2009 Juli Vraag 5 5
- 12:51 positie 2
- 10:44 Schroefdraad berekening 8
- 24 apr [scheikunde] Kan chloorgas de geleiding van elektriciteit belemmeren? 9
- 23 apr Weerfrustratie 9
- 23 apr geen minkowski-ruimte toch? Doe ik dit nou fout? 15
- 23 apr do-re-mi-fa-so vliegtuigen 7
- 23 apr Kunnen quantum Zonnecellen 190% quantum efficiënt zijn 3
- 23 apr De Euro Nederlandse 100 qubit computer komt eraan
- 23 apr projectiel 8
- 23 apr Verschil tussen deze 2 vragen 5
- 23 apr [scheikunde] berekeningen labo vitamine c bepaling 1
- 22 apr [wiskunde] rode en witte ballen verdelen 8
- 22 apr Rotatie van het heelal 41
- 22 apr Muntje opgooien 14
- 21 apr Reactiviteit silyl enol ethers 1
- 21 apr Criterium voor vochtretentie
Nieuwsberichten
- 04 mar Een nieuw soort magnetisme: altermagnetisme
- 31 okt AI kan via stem diabetes vaststellen 11
- 21 okt Einstein krijgt wéér gelijk 45
- 07 feb witter dan wit 20
- 19 jun irrigatie en de aardas