De laatste oefening ivm titraties begrijp ik niet zo goed.
Ik zal jullie eerst de opgave geven, en dan mijn vragen stellen
Een volume van 22,5 mol NaOH 2,50 mol/liter is nodig om 10,5 ml H2SO4-oplossing van ongekende concentratie te neutraliseren. De dichtheid van H2SO4-oplossing is 1,16 g/ml.
Bereken:
a) de molariteit van de H2SO4-oplossing
b) de concentratie van de H2S04-oplossing in m%.
c) het aantal g Na2SO4 dat er gevormd wordt bij deze neutralisatiereactie.
(de opl zijn: a=2,68 mol/liter b=22,6% c=4,00g)
nu had ik voor a) gewoon mijn titratieformule gebruik. Dus Cz = Cb . Vb / (2 . Vz) en kwam hiermee het juiste getal uit. Maar mag ik dit zomaar doen? Ik heb dan toch eigenlijk de concentratie berekent...
Bij b) dacht ik de g/ml om te zetten in mol/l, dmv n=M/m ... maar dit klopt niet
alvast bedankt !!
