[Natuurkunde] Schakelaar

carbon

Dit is waarschijnlijk redelijk simpel, maar ik snap dit vraagstuk niet echt.

: fys.jpg (46.97 KiB) 178 keer bekeken

B is het niet, heb ik uitgerekend. Ik denk ook niet dat de spanning verandert, want die blijft toch hetzelfde bij parallelschakelingen(?), dus dat zou volgens mij ook A en D moeten uitsluiten, zodat ik bij wijze van uitsluiting antwoord C zou moeten kiezen. Maar toch, ik ben er niet zeker van, ik zou ook geen idee hebben hoe ik adhv berekeningen eraan moet komen.

Enige hulp is welkom!

Phys

Verplaatst naar Huiswerk.

Jan van de Velde

B is het niet, heb ik uitgerekend.

B is het inderdaad niet, de stroomsterkte zou moeten stijgen omdat je de weerstand van de schakeling als geheel verlaagt.

C: stijgt de weerstand tussen P en Q.

Hoe stel je je dat voor?? Daar naast P, da's toch gewoon een vaste, ohmse weerstand?? Hoe kan die zomaar toenemen??

Ik denk ook niet dat de spanning verandert, want die blijft toch hetzelfde bij parallelschakelingen(?),

Toch is het dus A of D.

Kijk eens goed, je hebt niet alleen een parallelschakeling. De weerstand bij P staat in SERIE met de andere twee.

Neem voor al je weerstanden voor de grap eens 6 Ω, en bereken dan de spanning eens die de voltmeter aangeeft.

Sluit nu je schakelaar. Bereken de vervangingsweerstand van je twee parallelweerstanden. Bereken nu weer de spanning die de voltmeter zal aangeven.

carbon

Dank je voor het antwoord.

Dus als ik alle weerstanden de waarde 6 ohm geef, dan krijg ik voor de open schakel dus 6V over elke weerstand. Bijgevolg I = 1A.

Ik sluit de schakel en krijg dan R(parallel) = 3 ohm. De totale weerstand is dus R(tot) = 9 ohm. En dus volgens de wet van Ohm: I = 4/3A. Aangezien ik het gedeeltelijk als een seriebinding kan zien, stel ik dus dat de stroom in R(parallel): I(parallel) = 4/3A. Als ik dan de spanning bereken: V(parallel) = R(parallel).I(parallel) = 3 ohm . 4/3 A = 4V

Aangezien 6V > 4V, besluit ik dus dat voor de daar geplaatste voltmeter U gedaald is

=> antwoord D

Is dit correct? En in dat geval, is dit de kortste methode?

EDIT: kun je deze soort vragen ook adhv gedachtengang oplossen? Elektriciteit is redelijk nieuw en het is nogal verwarrend hoe ik er logisch over moet nadenken. Maar als dit antwoord dus juist is, zou ik het zo door logica kunnen redeneren: men creëert een nieuwe doorgang voor elektronen, zo zal de doorgang van de stroom wat makkelijker gaan dan als er geen extra verbinding zou zijn (al is er een weerstand op die extra verbinding), en zo is er dus minder energie (Joule) per tijdseenheid (seconde) nodig (=> Joule/seconde = U) om de elektronen vooruit te duwen.

Gaat deze redenering op?

Jan van de Velde

carbon schreef:Dus als ik alle weerstanden de waarde 6 ohm geef, dan krijg ik voor de open schakel dus 6V over elke weerstand. Bijgevolg I = 1A.

Ik sluit de schakel en krijg dan R(parallel) = 3 ohm. De totale weerstand is dus R(tot) = 9 ohm. En dus volgens de wet van Ohm: I = 4/3A. Aangezien ik het gedeeltelijk als een seriebinding kan zien, stel ik dus dat de stroom in R(parallel): I(parallel) = 4/3A. Als ik dan de spanning bereken: V(parallel) = R(parallel).I(parallel) = 3 ohm . 4/3 A = 4V

Aangezien 6V > 4V, besluit ik dus dat voor de daar geplaatste voltmeter U gedaald is

=> antwoord D

beredenering 10 met een griffel, bijgevolg antwoord correct.

EDIT: kun je deze soort vragen ook adhv gedachtengang oplossen? Elektriciteit is redelijk nieuw en het is nogal verwarrend hoe ik er logisch over moet nadenken. Maar als dit antwoord dus juist is, zou ik het zo door logica kunnen redeneren: men creëert een nieuwe doorgang voor elektronen, zo zal de doorgang van de stroom wat makkelijker gaan dan als er geen extra verbinding zou zijn (al is er een weerstand op die extra verbinding), en zo is er dus minder energie (Joule) per tijdseenheid (seconde) nodig (=> Joule/seconde = U) om de elektronen vooruit te duwen.

Gaat deze redenering op?

Die redenering gaat op, maar is betrekkelijk zinloos ivm de vraagstelling, geeft eigenlijk geen antwoord op welke deelvraag van dit probleem ook. Je hebt zojuist beredeneerd dat de stroomsterkte in de schakeling zal toenemen, da's al. De gedachtengang die ik je gaf en die je feilloos volgde is óók een gedachtengang.

Als je dan toch wilt "gedachtengangen" zonder te rekenen: door het sluiten van de schakelaar "creëert men een nieuwe doorgang voor elektronen, zo zal de doorgang van de stroom wat makkelijker gaan dan als er geen extra verbinding zou zijn" in een deel van de schakeling. De weerstand in het tweede deel van de schakeling neemt af. De beschikbare spanning wordt altijd evenredig verdeeld over de weerstanden in een serie. De spanning over deel twee (dat met die parallelschakeling) zal dalen.

En tot je dat zo kunt "gedachtengangen": Er is NIKS mis met het invullen van een paar eenvoudige ronde waarden en even op een kladje berekenen wat er gebeurt. In dit soort gevallen zijn 12 en 24 mooie ronde getallen, omdat ze door 2, 3, 4 en 6 deelbaar zijn. Staat het er niet dan maak je het ervan......

carbon

Aha, ik snap je redenering. 't Helpt ook wat om mijn eigen inzicht in elektriciteit te verbeteren. Ik weet dat er niets verkeerd is met waarden te nemen en het dan uit te rekenen, maar ik doe namelijk mee aan de Fysica Olympiade en als je dan wat kostbare tijd kan besparen, is dat altijd welkom. Helaas doe ik ik maar 1u Fysica (heb gekozen voor Latijn-Wiskunde) en heb ik dit jaar erg weinig gezien, dus ben ik nu even wat zelfstudie bezig. Op naar "Eenparige cirkelvormige beweging en Centripetale kracht"

Bedankt voor je hulp!

Wetenschapsforum

Laatste berichten

Nieuwsberichten

[Natuurkunde] Schakelaar

[Natuurkunde] Schakelaar

Re: [Natuurkunde] Schakelaar

Re: [Natuurkunde] Schakelaar

Re: [Natuurkunde] Schakelaar

Re: [Natuurkunde] Schakelaar

Re: [Natuurkunde] Schakelaar