Gevoelsmatig denk ik dat dat niet klopt. Immers de warmtegeleidingscoefficient van koper is ongeveer 20 keer zo hoog als die van RVS. Moeilijk voor te stellen dat het water door een RVS buis met 1 graad stijgt als het water onder gelijke omstandigheden door een koperen buis met 20 graden stijgt. Of mag ik dat niet zo letterlijk overnemen?
Ook de winkler prins technische encyclopedie is hier niet duidelijk over. Zij zeggen dat de warmteoverdrachtsfactor afhankelijk is van het product van
(afstand tot het begin van de buis * temperatuurverschil * dichtheid * warmtegeleidingscoefficient * soortelijke warmte * dynamische viscositeit * uitzettingscoefficient * dynamische viscositeit van het fluidum behorende bij de wandtemperatuur * gemiddelde snelheid van het fluidum * zwaarteveldsterkte * inwendige diameter van de buis)
Maar hieruit blijkt ook een lineair verband tussen bv wanddikte of warmtegeleidingscoefficient, en de eindtemperatuur.
Ik heb een voorstel gemaakt voor een onderzoek. Ik heb het idee dat hier geen waardes uit gaan komen die stroken met bovenstaande theorie.
Wie weet hoe bovenstaande situatie wel theoretisch benaderd kan worden?
