Ik was aan het opzoeken over het ontstaan van cepheïden, en kwam dit tegen:
Wat ik tot nu toe dacht over het ontstaan van cepheïden is dat ze sterren zijn die rode reuzen werden, uitzetten door waterstoffusie buiten de kern, en de druk en temperatuur door dat uitzetten verlagen. De temperatuur wordt dan lager en blijkbaar verkleint dan ook de opaciteit, waardoor een deel van de druk via warmtestraling kan ontsnappen. Daardoor gaat de buitenste laag van de ster terugvallen, en "voorbij de straal waarop hij in evenwicht is schieten". De ster wordt terug kleiner, de druk en temperatuur verhogen, en dan zou er iets speciaals gebeuren waardoor de opaciteit niet verkleint maar juist verhoogt? Omdat de druk dan niet kan ontsnappen zou de ster dan terug uitzetten.For a narrow range of conditions, the opacity increases as the temperature increases. The source of the opacity is the ionization of He+ to form He++. If we now start with a perturbation in which R<R0, the pressure and the temperature increase. Now the opacity also increases, so the excess pressure is not relieved, except by driving the star back.
Nu vraag ik me af in hoeverre wat ik dacht correct is. Zoals het daar nu staat zou een cepheïde na een tijdje ook stoppen met pulseren, omdat de druk toch altijd voor een deel ontsnapt als de cepheïde zijn maximale grootte bereikt heeft? En dat tijdje zou dan niet eens al te lang duren, of moet er niet veel druk ontsnappen om die ster terug te laten vallen? Of is wat ik hierboven typte gewoon compleet verkeerd?
En dan vraag ik me ook nog af hoe dat zit met die ionisatie van He+ naar He++. Zorgt dat ervoor dat de opaciteit verhoogt? En hoe zit het dan met de opaciteit die verkleint als de temperatuur verkleint? 't Is normaal toch zo dat de opaciteit vergroot als de temperatuur verkleint?
