Waar zit de fout
Moderator: physicalattraction
-
- Berichten: 394
Waar zit de fout
1) Neem een ongeladen condensator (spanningverschil is 0).
2) Verplaats een lading dq van de ene plaat naar de andere
3) Dit resulteert in een spanning verschil = deltaV
4) Dus de energie nodig om deze condensator op te laden is dus gelijk aan de hoeveelheid lading die we verplaatst hebben over het spanningverschil = deltaV*Q
Ik zeg dat 4) fout is, want telkens als ge een lading verplaatst verandert de spanningsverschil, dus ge kunt niet zomaar de som nemen.
Zit ik goed ?
2) Verplaats een lading dq van de ene plaat naar de andere
3) Dit resulteert in een spanning verschil = deltaV
4) Dus de energie nodig om deze condensator op te laden is dus gelijk aan de hoeveelheid lading die we verplaatst hebben over het spanningverschil = deltaV*Q
Ik zeg dat 4) fout is, want telkens als ge een lading verplaatst verandert de spanningsverschil, dus ge kunt niet zomaar de som nemen.
Zit ik goed ?
-
- Berichten: 394
Re: Waar zit de fout
ps: Welke wet zegt dat de stroom de weg volgt met minste weerstand, dat wordt telkens vermeld maar zonder bewijs.
- Moderator
- Berichten: 51.270
Re: Waar zit de fout
Nee, je zit niet goed. Bepaal van élk ladinkje bij welk potentiaalverschil je dat in de condensator propte, en tel dát op. In je andere stellingen praat je niet voor niks over dq en dV.jan_alleman schreef:4) Dus de energie nodig om deze condensator op te laden is dus gelijk aan de hoeveelheid lading die we verplaatst hebben over het spanningverschil = deltaV*Q
Ik zeg dat 4) fout is, want telkens als ge een lading verplaatst verandert de spanningsverschil, dus ge kunt niet zomaar de som nemen.
Zit ik goed ?
http://nl.wikipedia.org/wiki/Wet_van_Ohmps: Welke wet zegt dat de stroom de weg volgt met minste weerstand, dat wordt telkens vermeld maar zonder bewijs.
ALS WIJ JE GEHOLPEN HEBBEN...
help ons dan eiwitten vouwen, en help mee ziekten als kanker en zo te bestrijden in de vrije tijd van je chip...
http://www.wetenscha...showtopic=59270
help ons dan eiwitten vouwen, en help mee ziekten als kanker en zo te bestrijden in de vrije tijd van je chip...
http://www.wetenscha...showtopic=59270
-
- Berichten: 394
Re: Waar zit de fout
[quote='Jan van de Velde' date='25 May 2008, 17:58' post='422163']
Nee, je zit niet goed. Bepaal van élk ladinkje bij welk potentiaalverschil je dat in de condensator propte, en tel dát op. In je andere stellingen praat je niet voor niks over dq en dV.
Ja dat bedoelde ik.
Trouwens ivm met mijn 2de vraag, hoe volgt dat uit de wet van Ohm ? Ik snap het niet.
bedankt trouwens
Nee, je zit niet goed. Bepaal van élk ladinkje bij welk potentiaalverschil je dat in de condensator propte, en tel dát op. In je andere stellingen praat je niet voor niks over dq en dV.
Ja dat bedoelde ik.
Trouwens ivm met mijn 2de vraag, hoe volgt dat uit de wet van Ohm ? Ik snap het niet.
bedankt trouwens
- Moderator
- Berichten: 51.270
Re: Waar zit de fout
Beschouw (en met nadruk "beschouw") de U uit de wet van Ohm als een aandrijvende kracht, de R als een wrijvingskracht. Hoe kleiner de R, hoe kleiner de wrijvingskracht en dus hoe groter de nettokracht.
ALS WIJ JE GEHOLPEN HEBBEN...
help ons dan eiwitten vouwen, en help mee ziekten als kanker en zo te bestrijden in de vrije tijd van je chip...
http://www.wetenscha...showtopic=59270
help ons dan eiwitten vouwen, en help mee ziekten als kanker en zo te bestrijden in de vrije tijd van je chip...
http://www.wetenscha...showtopic=59270
-
- Berichten: 294
Re: Waar zit de fout
in verband met uw tweede vraag is het eenvoudig in te zien als volgt
beschouw twee weerstanden R1 en R2 in parrallel. Ge legt een spanning aan over deze twee weerstanden, noem die spanning V.
Die spanning staat zowel op weerstand R1 als op weerstand R2. Dus, we kunnen de stroom berekenen door R1 en de stroom door R2.
I1=V/R1
I2=V/R2
grootste weerstand => kleinste stroom...
De totale stroom I=I1+I2 waaruit ook de formule volgt voor de substitutieweerstand voor weerstanden in parrallel. (1/R=1/R1+1/R2)
't is niet dat alle stroom door de kleinste weerstand gaat, maar het grootste deel. uiteraard hangt dit af van hoe sterk de twee weerstanden verschillen in grootte..
beschouw twee weerstanden R1 en R2 in parrallel. Ge legt een spanning aan over deze twee weerstanden, noem die spanning V.
Die spanning staat zowel op weerstand R1 als op weerstand R2. Dus, we kunnen de stroom berekenen door R1 en de stroom door R2.
I1=V/R1
I2=V/R2
grootste weerstand => kleinste stroom...
De totale stroom I=I1+I2 waaruit ook de formule volgt voor de substitutieweerstand voor weerstanden in parrallel. (1/R=1/R1+1/R2)
't is niet dat alle stroom door de kleinste weerstand gaat, maar het grootste deel. uiteraard hangt dit af van hoe sterk de twee weerstanden verschillen in grootte..