[fysica] krachtwerking tussen evenwijdige doorstroomde geleiders

cerberus59

Hey,

Ik ben mij aan het voorbereiden op mijn examen fysica en snap 2 vraagstukken uit mijn handboek niet. Heb al heel wat geprobeerd maar het komt nooit uit. Weten jullie raad?

1. Door ieder van 2 lange rechte evenwijdige draden die op 10,0 cm van elkaar staan, gaat een stroom van 9,0 A. Bereken de magnetische inductie:

- In het midden tussen de draden, als de stroomzin in beide draden dezelfde is.

- in het midden tussen de draden bij tegengestelde stroomzin.

- in een punt op 3,00 cm van de ene en op 7,00 cm van de andere, indien de stroomzin in beide tegengesteld is.

Heb al wat proberen zoeken met de formule: F= µ. (I₁.I₂/2πd) . lengte maar dat liep niet zo goed af doordat ik de lengte niet vindt. Dan probeerde ik met B= µ. I/2πd maar ook dat strookte niet met wat het zou moeten zijn.

2. Door een lange horizontale draad l₁ en l₂loopt een stroom van 80 A. Een rechte draad l₂ van 1,00 m lengte, waarvan de massa 5,0 g bedraagt, kan zich in een verticaal vlak boven l₁bewegen(l₂en l₁ liggen dus evenwijdig in hetzelfde verticale vlak ). Door l₂gaat een stroom van 10,0 A, met tegenstelde zin als de stroom in l₁. Op welke afstand van l₁l₂zich bij evenwicht herstellen?

Weer met zelfde formule geprobeerd maar kwam niet uit. Kan iemand helpen, want heb er al heel wat tijd ingestoken en vind het maar niet

Bedankt

Jan van de Velde

Dan probeerde ik met B= µ. I/2πd maar ook dat strookte niet met wat het zou moeten zijn

als je met d de afstand van de draad tot het punt waarin je B wilt weten bedoelt, is 'm dat toch.

dan zie ik eerst bij één draad:

I= 9 A

d= 0,05 m

µ₀= 4

·10^-7

en dan vind ik B= 3,6·10^-5 T

Bij die twee parallelle draden met tegengestelde stroomzin tel je die twee magnetische inducties (onhandige term, liever: magnetische veldsterkten) bij elkaar op. Enig idee waarom?

en klopt zo 1b) B= 7,2·10^-5 T

- in het midden tussen de draden bij tegengestelde stroomzin.

met je antwoordenboekje?

cerberus59

Geen idee waarom je die moet optellen, maar denk dat ik dankzij jouw zet nu ook het a gedeelte snap: namelijk dat je ze daar dan moet aftrekken en zo 0 bekomt. En de c vraag gewoon eens 0.03 en 0,05 centimeter gebruik en weer optellen omdat het tegengesteld is. Ben ik op dit vlak juist? Daardoor kon ik de oplossing niet oplossen, ik wist niet van dat optellen en aftrekken.

Waarom het opgetelt of afgetrokken moet worden probeer ik te achterhalen. Zou het kunnen dat het iets te maken heeft met de 1ste rechterhandregel dat veldlijnen tegengesteld lopen? Maar als dat zo is zie ik niet in waarom ze bij mekaar opgetelt moeten worden.

Verder heb ik nog wat gezocht op die 2de vraag met l₁en l₂enzovoort, heb het nog niet maar denk dat ik ergens vastloop doordat ik een gegeven niet kan omzetten en zo een gegeven te weinig heb voor de formule. Wat komt die massa daar namelijk bijdoen? Moest iemand me dat kunnen uitleggen welk gegeven ik daarmee kan vinden, kan ik misschien de oefening zelf oplossen.

Alvast bedankt.

Jan van de Velde

Geen idee waarom je die moet optellen, maar denk dat ik dankzij jouw zet nu ook het a gedeelte snap: namelijk dat je ze daar dan moet aftrekken en zo 0 bekomt. En de c vraag gewoon eens 0.03 en 0,05 centimeter gebruik en weer optellen omdat het tegengesteld is. Ben ik op dit vlak juist? Daardoor kon ik de oplossing niet oplossen, ik wist niet van dat optellen en aftrekken.

eerst dit dan maar: je weet dat rond een stroomvoerende draad een magneetveld onstaat, met concentrische veldlijnen rond de draad en de draad in het midden?

Die veldlijnen hebben ook een richting, die je inderdaad met de rechterhandregel bepaalt.

Hieronder een schets van twee parallelle draden met een stroomrichting in gelijke zin, dus ook magnetische velden met gelijke zin. (voor de preciezen onder ons, een niet letten op het feit dat veldlijnen elkaar per definitie niet kunnen raken of kruisen, het gaat hier even om basisbegrip van velden optellen) Kun je de vectoren van elk magnetisch veld eens tekenen in die lila punt??

Als je die twee vectoren vectorieel bij elkaar optelt (net als krachtvectoren), welk NETTO veld (net als nettokracht) hou je in dat punt dan over?

[attachment=2014:paralell...eleiders.png]

cerberus59

De vectoren zullen, als je aanneemt dat de cirkels elkaar raken tegen elkaar botsen, de linkse komen 'van beneden' en de rechtse komen 'van boven'.

Ik denk dat je dan 0 bekomt...

Jan van de Velde

Ik denk dat je dan 0 bekomt...

ik weet het zeker.

Draai nou de stroomrichting in één van de draden om. Pas weer rechterhandregels e.d. toe. Tel de B-vectoren in het lila punt weer VECTORIEEL bij elkaar op.

en dan dat geintje op 3 cm van de ene en 7 cm van de andere draad. Precies dezelfde aanpak.

cerberus59

enorm bedankt, heb de oefening verder uitgewerkt en snap ze nu volledig.

Door een lange horizontale draad l1 en l2 loopt een stroom van 80 A. Een rechte draad l2 van 1,00 m lengte, waarvan de massa 5,0 g bedraagt, kan zich in een verticaal vlak boven l1 bewegen(l2 en l1 liggen dus evenwijdig in hetzelfde verticale vlak ). Door l2 gaat een stroom van 10,0 A, met tegenstelde zin als de stroom in l1. Op welke afstand van l1 l2 zich bij evenwicht herstellen?

Hoe moet je hier juist tot een gezien formule komen? want met die massa en dergelijke erbij zit ik in de knoop. Zou leuk zijn moest je me een zetje in de juiste richting kunnen geven

Jan van de Velde

Door een lange horizontale draad l1 en l2 loopt een stroom van 80 A. Een rechte draad l2 van 1,00 m lengte, waarvan de massa 5,0 g bedraagt, kan zich in een verticaal vlak boven l1 bewegen(l2 en l1 liggen dus evenwijdig in hetzelfde verticale vlak ). Door l2 gaat een stroom van 10,0 A, met tegenstelde zin als de stroom in l1. Op welke afstand van l1 l2 zich bij evenwicht herstellen?

dat rode l2-tje staat daar vast te veel?

je hebt nu te maken met een magnetische KRACHT die l2 naar boven duwt, en een zwaartekracht die l2 naar beneden trekt. Op welke hoogte boven l1 heffen die twee krachten elkaar precies op?

F_z = - F_B

cerberus59

Jan van de Velde schreef:Op welke hoogte boven l1 heffen die twee krachten elkaar precies op?

F_z = - F_B

Ja sorry dat rode l2-tje staat er inderdaad niet in de opgave, was een typfout van mij.

ok en dan moet je waarschijnlijk F_z berekenen met z'n formule m.g wat dan 5,0 . 9,81 geeft?

en f_bdan weer met de ondertussen gekende formule. En dan gelijkstellen ofwat?

P.S: ik moet in verscheidene oefeningen kirchoff toepassen bij elektrodynamica. Weet jij een link die ergens deftig uitlegt hoe je dat allemaal berekent? want ja die wetten vind je wel op wikipedia enzo maar daarmee ben ik niet echt veel. Als je het niet snapt, is het moeilijk om dat in te zien precies die kirchoffwetten.

Jan van de Velde

ok en dan moet je waarschijnlijk F_z berekenen met z'n formule m.g wat dan 5,0 . 9,81 geeft?

beter 0,005 x 9,81

en f_bdan weer met de ondertussen gekende formule. En dan gelijkstellen ofwat?

ja, en daarmee de onderlinge afstand oplossen.

P.S: ik moet in verscheidene oefeningen kirchoff toepassen bij elektrodynamica. Weet jij een link die ergens deftig uitlegt hoe je dat allemaal berekent? want ja die wetten vind je wel op wikipedia enzo maar daarmee ben ik niet echt veel. Als je het niet snapt, is het moeilijk om dat in te zien precies die kirchoffwetten.

Open eens een ander topicje daarover. Hier surfen wel mensen rond die je aan de hand van een opgave daarin wegwijs kunnen maken.

cerberus59

Jan van de Velde schreef:beter 0,005 x 9,81

ja, en daarmee de onderlinge afstand oplossen.

Open eens een ander topicje daarover. Hier surfen wel mensen rond die je aan de hand van een opgave daarin wegwijs kunnen maken.

Ok bedankt voor al je hulp! en nu hopen dat het maandag een goed examen wordt

Jan van de Velde

Ok bedankt voor al je hulp!

Graag gedaan, succes met je examen(s) , en

kijk dan eens hier?

|

|

v

cerberus59

Jan van de Velde schreef:Graag gedaan, succes met je examen(s) , en

kijk dan eens hier?

|

|

v

Ziet er interessante link uit maar ga ik wel sparen voor tot na de examens

nu even geen tijd voor.

Klopt dit ongeveer voor de oefening:

F_z= - F_B en d = ( -0,04905/4 Π^-7 ) X ( 2 Π / 80 X 10,0 )

Heb zo'n gevoel dat ik nog ergens een fout maak. Heb de formule's F_z= m.g gebruikt en B = µ₀. (( I₁.I₂)/(2Πd))

Jan van de Velde

Heb de formule's F_z= m.g gebruikt enB F_B= µ₀. (( I₁.I₂)/(2Πd))

en dan moet je op iets meer dan 3 mm uitkomen

cerberus59

ik kom -306,5625 uit lol.

Wetenschapsforum

Laatste berichten

Nieuwsberichten

[fysica] krachtwerking tussen evenwijdige doorstroomde geleiders

[fysica] krachtwerking tussen evenwijdige doorstroomde geleiders

Re: [fysica] krachtwerking tussen evenwijdige doorstroomde geleiders

Re: [fysica] krachtwerking tussen evenwijdige doorstroomde geleiders

Re: [fysica] krachtwerking tussen evenwijdige doorstroomde geleiders

Re: [fysica] krachtwerking tussen evenwijdige doorstroomde geleiders

Re: [fysica] krachtwerking tussen evenwijdige doorstroomde geleiders

Re: [fysica] krachtwerking tussen evenwijdige doorstroomde geleiders

Re: [fysica] krachtwerking tussen evenwijdige doorstroomde geleiders

Re: [fysica] krachtwerking tussen evenwijdige doorstroomde geleiders

Re: [fysica] krachtwerking tussen evenwijdige doorstroomde geleiders

Re: [fysica] krachtwerking tussen evenwijdige doorstroomde geleiders

Re: [fysica] krachtwerking tussen evenwijdige doorstroomde geleiders

Re: [fysica] krachtwerking tussen evenwijdige doorstroomde geleiders

Re: [fysica] krachtwerking tussen evenwijdige doorstroomde geleiders

Re: [fysica] krachtwerking tussen evenwijdige doorstroomde geleiders