1) Die ambiguïteit maakt volgens mij niet veel uit. Je hebt inderdaad meerdere manieren waarop je
\((-1)^s\)
kunt definiëren, maar dat levert volgens mij geen problemen op zolang je maar consequent dezelfde keuze maakt. Elke verschillende keuze voor
\((-1)^s\)
levert wel een andere functionaalvergelijking voor
\(\beta\)
op
Ik zal het als volgt proberen uit te leggen: Als
\(a\)
een positief reëel getal is, kunnen we altijd
\(a^x\)
definiëren via
\(a^x=e^{x\log(a)\)
. Dit kan niet voor negatieve
\(a\)
, want de logaritmische functie is alleen voor positieve getallen gedefiniëerd.
Echter willen we nu willekeurige machten definiëren voor willekeurige complexe
\(a\neq 0\)
(dus ook voor negatieve getallen), dan zullen we de logaritme moeten uitbreiden.
\(f:X\rightarrow Y\)
heet pas een functie als er voor elke
\(y\in Y\)
niet meer dan één
\(x\in X\)
is zodat
\(f(x)=y\)
. Zo is als
\(f:\rr\rightarrow\rr_{\geq 0}\)
gegeven door
\(f(x)=x^2\)
een functie, want er is bijvoorbeeld maar één
\(x\)
waarvoor geldt
\(f(x)=4\)
, namelijk
\(x=2\)
. Willen we een functie
\(g:\rr\to\rr_{\geq 0}\)
met de eigenschap
\(f(g(x))=x\)
construeren (een zogenaamde rechterinverse), dan hebben we een probleem, want voor elke
\(x\)
zijn er ineens twee mogelijkheden. Moeten we bijvoorbeeld voor
\(4=f(g(4))=g(4)^2\)
nu
\(g(4)=2\)
of
\(g(4)=-2\)
kiezen? Kies je consequent voor positieve getallen, dan krijg je de wortelfunctie
\(g(x)=\sqrt{x}\)
. Maar je had natuurlijk even goed voor
\(g(x)=-\sqrt{x}\)
kunnen kiezen. Dit zijn de enige twee continue mogelijkheden, maar er zijn ook nog een hoop discontinue mogelijkheden zoals
\(g(4)=-2\)
en
\(g(x)=\sqrt{x}\)
als
\(x\neq 4\)
. Dit probleem van het vinden van een éénduidige
\(g\)
komt alleen maar omdat er er
niet geldt dat
\(x\neq y\)
dan
\(f(x)\neq f(y)\)
. Neem bijvoorbeeld
\(y=-x\)
, dan zien we dat
\(x\neq y\)
, maar toch
\(f(x)=f(y)\)
.
Bij de complexe expontentiële functie hebben we eenzelfde probleem. Is het voor reële getallen nog zo dat als
\(x\neq y\)
dan
\(e^x\neq e^y\)
, voor de complexe getallen geldt dit niet meer.
Immers neem
\(x=0\)
en
\( y=2\pi i\)
. Dan
\(x\neq y\)
, maar toch
\(e^x=e^y=1\)
.
Willen we nu een logaritme construeren die als inverse voor de exponentiële functie dient, hebben we hetzelfde probleem als bij
\(f(x)=x^2\)
, er zijn meerdere mogelijkheden en in dit geval wel oneindig, namelijk
\(\log_n(z)=\log|z|+i\arg(z)+2n\pi i\)
, waarbij
\(n\)
een willekeurig geheel getal. Elke
\(\log_n\)
is een mogelijke oplossing zodat
\(z=e^{\log_n(z)\)
.
Standaard kiezen we
\(\log(z)=log_0(z)\)
, maar nogmaals, andere oplossingen zijn ook mogelijk (en dan heb ik ze nog niet eens allemaal opgenoemd).
Anyway, we kunnen nu
\(a^z\)
definiëren voor willekeurige complexe
\(a\neq 0\)
via
\(a^z=e^{z\log(a)\)
, in het bijzonder dus
\((-1)^z=e^{z\log(-1)\)
, maar er zijn meerdere keuzes mogelijk. Nemen we de standaardkeuze, dan krijgen we jouw keuze:
\((-1)^z=e^{\log|z|+i\arg(-1)}=e^{0+i\pi}=e^{i\pi}\)
.
Wat je ook kiest, er geldt altijd voor de e-macht
\((e^x)^y=e^{xy}\)
, waarbij
\(x\)
en
\(y\)
complex zijn. Dus ook
\(e^{(i\pi)}^s=e^{i\pi s}\)
.
Maakt dit nu wat uit voor je
\(\beta\)
? Nee helemaal niet. Net zoals je
\(a^x\)
op meerdere manieren complex kan uitbreiden, geldt dat dus ook voor
\(\beta\)
, je moet het alleen consequent doen. Je breidt
\(\beta\)
uit via de formule
\(\beta(s)=\frac{1}{(-1)^s}\zeta(s)\)
, waarbij je
\(\zeta\)
vervangt door zijn complexe uitbreiding, en
\((-1)^{s}\)
door één van zijn mogelijke uitbreidingen, namelijk
\(e^{i\pi s}\)
.
Deze uitbreiding van
\((-1)^s\)
is geldig voor alle
\(s\in\cc\)
en is prachtig continu en differentiëerbaar omdat
\(e^z\)
dat ook is. Er zijn dus geen problemen met de uitbreiding, tenzij ik iets over het hoofd heb gezien.
2) Hier kan ik veel korter op zijn. Ja, de nulpunten zijn precies hetzelfde. Zowel de triviale nulpunten als de niet-triviale. Dit is te zien via de formule
\(\beta(s)=\frac{1}{(-1)^s}\zeta(s)\)
, waarbij we opmerken dat
\((-1)^s=e^{i\pi s}\)
nooit nul is, en ook nooit oneindig (want
\(e^{i\pi s\)
heeft altijd absolute waarde gelijk aan 1), dus volgt dat
\(\frac{1}{(-1)^s}\)
nooit oneindig of nul is, dus moet wel volgen dat
\(\beta(s)=0\ \Longleftrightarrow\ \zeta(s)=0\)
.
3) Die hoeft dus niet.