Deze topic is door de gebruikers van Wetenschapsforum genomineerd als
Dus het gaat hem hier over dit vraagje:
In een vat van 10,00L bevindt zich een mengsel van CS2(g) en een overmaat aan O2(g) onder een druk van 3,00 atm bij 100°C. Door een vonk wordt de reactie gestart waarbij alle CS2 en O2 volledig wordt omgezet tot CO2(g) en SO2(g). Na de reactie wordt het gasmengsel terug op 100°C gebracht. De totaaldruk van het mengsel wordt dan 2,4atm.
a) bereken de partieeldruk aan CS2 in het oorspr. gasmengsel
b) bereken de partieeldrukken van de drie componenten in het gasmengsel na de reactie
ten eerste begrijp ik niet waarom er in vraag b over 3 componenten gesproken wordt, terwijl de reactie volgens mij dit is:
CS2 + 3O2 --> CO2 + 2SO2
Maar dan voor vraagje a:
de partieeldruk van CS2. Ik zou bijgod niet weten hoe ik hier aan moet beginnen:
het gebruik van de formule p.v = n.R.T? maar dit werkt toch niet want je zit met een gasmengsel, waar je niet kan bepalen wat de n voor het een en voor het ander is, want we weten alleen de totaaldruk. dus eigenlijk zit ik met 2 onbekenden, en maar 1 vergelijking.
p = n.R.T / v
zo zou ik te werk gaan, maarja hoe bepaal ik het aantal mol?
onmogelijk lijkt het me...
groetjes,
abel.