P=U*I

Antoon

Ik vind de formule voor electrisch vermogen vaag.

hij luid P=U*I

Maar dat vind ik vreemd.

Want bij 9 van de 10 aparaten gaat het om de lopende stroom waar ze op werken.

Neem een wisselspanningselektromotor. Die werkt op Lorentzkracht, die word veroorzaakt door een stroom in een magnetisch veld.

De kracht hangt van een aantal factoren af (Fl=B*I*l).Dus hoe sterker de stroom sterkte hoe groter de Fl, en de magneische inductie word bij een wisselspanningsmotor, opgewekt door een electro magneet ,die ook weer sterker is als er meer stroom vloeit.

het zelfde voor een elektrische verwarmings element.

Hoe groter de stroom sterkte hoe warmer hij word.

Heeft niets te maken met de spanning toch?op R=U/I na

maar dat bedoel ik niet.

Dus beredeneer ik dat het allemaal om stroom draait.

Natuurlijk weet ik dat er een spanning nodig is voor een stroom, maar die hoeft dan toch niet te tellen voor het vermogen.

En Waarom is het dan geen idee de spanning heel laag te maken(transformeren) en dan gewoon geen extra weerstand gebrukien.

Dan krijg je alsnog heel veel Stroom, en de hierboven geschreven gevolgen. En weinig vermogen.

aaargh

Bij een elktromotor is het inderdaad beter om een zo hoog mogelijke stroom te hebben. Maar zonder een hoge spanning krijg je geen hoge stroom: I=U/R.

En zelfs voor een elktromototr geldt P=U*I De eltromotor haalt zijn enrgie alleen maar uiit de stroom dus kan je formule nog gebruiken.

Antoon

Maar ik neem aan dat men in een elektromotor nog een extra weerstand in bouwen dan alleen de koperen draden(of wat dan ook) van de spoelen.

of niet??

En met een lage spanning kun je dezelfde stroom sterkte berijken door die weerstand eruit te halen. En dan heb je met een lagere spanning dezelfde Stroom . wat wil zeggen lager vermogen, en dus minder verbruik.

aaargh

Antoon schreef:Maar ik neem aan dat men in een elektromotor nog een extra weerstand in bouwen dan alleen de koperen draden(of wat dan ook) van de spoelen.

of niet??

En met een lage spanning kun je dezelfde stroom sterkte berijken door die weerstand eruit te halen. En dan heb je met een lagere spanning dezelfde Stroom . wat wil zeggen lager vermogen, en dus minder verbruik.

Ja, duh arom wil men anders supergeleiders ontwikkelen?

Antoon

ik wist al aan het begin dat ik er naast zat,maar zach mijn fout niet.

Dus in een elektromotor stoppen de geen extraweerstand?? om kortsluiting te voorkomen.

Hebben de spoelen van zichzelf al genoeg weerstand om kortsluiting te voorkomen dan?

aaargh

Antoon schreef:ik wist al aan het begin dat ik er naast zat,maar zach mijn fout niet.

Dus in een elektromotor stoppen de geen extraweerstand?? om kortsluiting te voorkomen.

Hebben de spoelen van zichzelf al genoeg weerstand om kortsluiting te voorkomen dan?

Een spoel heeft inderdaad een hoge weerstand, zon kleine draadjes en dan nog de tegenwerkende magnetische kracht...

MantsjeKlaas

Beste Anton.

Ik weet niet hoe elektrisch je onder bouwt bent maar het volgen ik zal het proberen uit te leggen.

1. Om te beginnen P=U*I. Deze formule geldt allen voor GELIJK spanning of bij een pure ohmse weerstand. Maar die bestaat niet in de wissel spanning.

2. Spanning heeft wel degelijk temaken met het vermogen. Om het bij P=U*I te houden, Het volgende waneer jij op je fiets zit met zo'n ouderwetse dynamo op het wiel, is het volgens mij zo hoe harder je fietst hoe veller de lamp gaat branden??. We gaan er van uit dat je lamp 5 Watt en een stroom neemt van 1 Ampere. de spanning U moet zijn om het volledige vermogen te krijgen. U=P/I = 5/1 = 5 Volt. Maar wanneer jij te langzaam fiets is de spannig maar 2 Volt. Dus het vermogen dat de dynamo levert is nu P=U*I=2*1= 2 Watt dus je lamp brand maar half.

Ik hoop dat het nu wat duidelijker is wat betreft het vermogen

mvg MantsjeKlaas

aaargh

MantsjeKlaas schreef:Beste Anton.

Ik weet niet hoe elektrisch je onder bouwt bent maar het volgen ik zal het proberen uit te leggen.

1. Om te beginnen P=U*I. Deze formule geldt allen voor GELIJK spanning of bij een pure ohmse weerstand. Maar die bestaat niet in de wissel spanning.

2. Spanning heeft wel degelijk temaken met het vermogen. Om het bij P=U*I te houden, Het volgende waneer jij op je fiets zit met zo'n ouderwetse dynamo op het wiel, is het volgens mij zo hoe harder je fietst hoe veller de lamp gaat branden??. We gaan er van uit dat je lamp 5 Watt en een stroom neemt van 1 Ampere. de spanning U moet zijn om het volledige vermogen te krijgen. U=P/I = 5/1 = 5 Volt. Maar wanneer jij te langzaam fiets is de spannig maar 2 Volt. Dus het vermogen dat de dynamo levert is nu P=U*I=2*1= 2 Watt dus je lamp brand maar half.

Ik hoop dat het nu wat duidelijker is wat betreft het vermogen

mvg MantsjeKlaas

1. Deze wet werkt voor alle spanning, ook voor wisselspanningen!

Antoon

Dat dacht ik ook.

Bart

Dat dacht ik ook.

Je zult wel op moeten passen dat zowel U als I tijdsafhankelijk zijn. Volgens mij wordt bij wisselspanning het gemiddeld vermogen gebruikt (en daar komt een factor 2 in het spel).

MantsjeKlaas

Voor wissel spanning gelt: P=U*I*cos phi

Elk aparaat dat op wisselspanning werkt heeft een cos phi. Dit gelt niet voor een aparaat met een puur ohmse belasting.

Antoon

Hoe zit het nou met de spanning van wisselspanning??

Want de maximale waarde van U is niet de spanning die je moet invullen,

Volgens mij moest je het nog eens maal de sinus van een getal doen.

Welk getal is dat?

verder is de cosinus van pi, gewoon -1.

Hoe bereken in uit de maximale spanning de effectieve spanning?

aaargh

MantsjeKlaas schreef:Voor wissel spanning gelt: P=U*I*cos phi

Elk aparaat dat op wisselspanning werkt heeft een cos phi. Dit gelt niet voor een aparaat met een puur ohmse belasting.

En die phi is?

klazon

.......En die phi is?

De faseverschuiving tussen spanning en stroom. (tengevolge van niet-ohmse elementen in de stroomkring)

MantsjeKlaas

Volgens mij is het de faseverschuiving tussen de stromen

(tengevolge van niet ohmse elementen in de stroomkring)

Wetenschapsforum

Laatste berichten

Nieuwsberichten

P=U*I

P=U*I

Re: P=U*I

Re: P=U*I

Re: P=U*I

Re: P=U*I

Re: P=U*I

Re: P=U*I

Re: P=U*I

Re: P=U*I

Re: P=U*I

Re: P=U*I

Re: P=U*I

Re: P=U*I

Re: P=U*I

Re: P=U*I