[natuurkunde] Dichtheid, massa en volume

nafi33

Hallo, ik heb morgen een proefwerk over het berekenen van massa, dichtheid en volume etc.

Maar ik snap er niks van

Zou iemand mij het stap voor stap uit willen leggen a.u.b, en eventuele voorbeelden geven.

Alvast bedankt

StrangeQuark

Allereerst Nafi33, is dit niet het huiswerk forum maar het natuurkunde forum. Ik heb het topic voor je verplaatst naar huiswerk, daar krijg je vast hulp. Verder als iedereen een topic titel als Help spoed zou hebben. Denk je dan dat het forum daar overzichtelijker van wordt? Als je iets plaatst in huiswerk zet dan de vaknaam tussen blokhaken ervoor, zodat je ook sneller geholpen wordt en het forum overzichtelijk blijft. Dus [natuurkunde] bijvoorbeeld.

Verder wat is je vraag, heb je een specifieke vraag. Kan je je voorstellen dat dit heel moeilijk te beantwoorden is. Kan iemand mij uitleggen hoe temperatuur werkt? Dat is een behoorlijk lang verhaal.

Tot slot, mensen helpen je vanzelf, spoed hoef je niet erbij te vermelden.

StrangeQuark

Ik kan wel beginnen met wat uit te leggen.

Stel je voor je hebt een balletje van ijzer en een balletje van piepschuim. Beide zijn ze even groot (ongeveer het formaat van een tennisbal), welke van de twee is dan zwaarder? Sommige stoffen zijn zwaarder dan andere stoffen, dat heeft onder andere te maken met hoe dicht de atomen op elkaar zitten en vooral ook hoe zwaar de individuele atomen zijn. Elk atoom heeft een eigen gewicht en dat kan enorm schelen. Als je nu meer zware atomen vlak bij elkaar hebt, dan kan je je wel voorstellen dat een balletje met veel zware atomen ook in totaal zwaarder zal zijn dan een balletje met weinig atomen die ook nog eens ligt zijn toch?

Dit verschillende gewicht bij een gelijk volume noemen we dichtheid. De atomen zitten dichter op elkaar (zo kan je het onthouden). Hoe dichter de atomen op elkaar zitten hoe meer atomen er in een volume zitten en dus hoe zwaarder het is. In het echt werkt het niet helemaal zo, maar het is makkelijk voor je beeldvorming. Dus het volume van de tennisbal formaat balletjes is hetzelfde, echter de een is zwaarder (meer massa) dan de ander. Je kijkt naar gewicht per volume.

In de natuurkunde houden we van standaard maten. We wegen dingen in kilogram en we meten volume's op in kubieke meters (1 meter bij 1 meter bij 1 meter). Dichtheid is een gewicht per volume oftewel de dichtheid meten we in bijvoorbeeld: kg per kubieke meter of

\(\frac{kg}{m^3}\)

Als ik dus een kubieke meter hout heb van 800 kg dan is de dichtheid 800

\(\frac{kg}{m^3}\)

. Als je weet dat de dichtheid van hout 800 kg/m3 is en ik heb 400 kg hout op mijn weegschaal staan, hoeveel kubieke meter hout heb je dan? Antwoord: 0,5 m3.

Is dit een beetje duidelijker? Waar ligt precies je probleem?

Jan van de Velde

En vertel er eens bij met welke methode (boeken) je werkt. Toevallig Nova?

nafi33

Strange, bedankt voor je uitleg. Het is nu wat meer helder voor mij.

En Jan, Nova ja. Ik snap wel dat je de dichtheid kan berekenen door het massa gedeeld door het volume te doen, maar hoe zit het nou als je de massa of de volume moet berekenen? Of als je met een legering te maken hebt ..

Jan van de Velde

Ik snap wel dat je de dichtheid kan berekenen door het massa gedeeld door het volume te doen, maar hoe zit het nou als je de massa of de volume moet berekenen?

Dan heb jij broodnodig onze [microcursus] Formules herschrijven nodig. Vóórdat je verzuipt, concentreer je eerst op hoofdstuk 5 alleen, en laat ons dan maar eens zien of je met die "krukken" ρ = m/V ook kunt schrijven als m=........ en als V=..........

Je bent verstandig als je er dan eens in de kerstvakantie helemaal doorheen gaat. Zijn in een klap de meeste van je rekenproblemen voor scheikunde en economie óók aan de kant.

Of als je met een legering te maken hebt ..

Geen punt, maar beter eerst dat herschrijven van formules snappen. Anders zitten we allebei moeite voor niks te doen. Kom daarna dan maar terug, ik heb hier dat boek ook liggen en dan pakken we er wel een bruikbaar voorbeeldje uit.

nafi33

Ik wil u als eerste bedanken voor uw inzet om mij te helpen.

Ik heb iets gehad aan opdracht 8) Weerballon.

Voor de rest is het niet echt bruikbaar voor mij.

Bovendien heb ik het boek NOVA leerjaar 1/2 HAVO VWO.

Ik heb morgen een proefwerk waarbij we alleen maar sommetjes krijgen.

Van mijn docent heb ik wegens omstandigheden geen uitleg kunnen krijgen dus misschien komt het daardoor

dat ik problemen hiermee heb. Zoals eerder vermeld zou ik het heel fijn vinden als u mij kunt uitleggen, ook al is het heel kort, hoe het nou precies zit. En een eventuele oefenopgave zou heel erg handig zijn.

Als u mij niet verder kunt helpen toon ik hier begrip voor.

Alvast bedankt.

Jan van de Velde

vraag 1: kun je nou overweg met die 6-3-2 formule, of met dat formuledriehoekje?

Zo ja, dan blijf ik online, en dan gaan we eens een paar eenvoudige sommetjes maken, en zo eentje van een legering of zo.

nafi33

Ja ik snap die 6-3-2 formule denk ik wel.

P = m/V

3 = 6/2

Als ik het zo opschrijf, en ik wil het volume berekenen, en ik weet de massa en de dichtheid, doe ik dan massa gedeeld door dichtheid? Want dat is in dit geval 2, hier het volume.

Als mijn redenering klopt dan snap ik het wel.

Met P bedoel ik even de Griekse letter Rho, het symbool van dichtheid.

Jan van de Velde

ok, 632 hulpje gesnapt.

Een glazen ruit heeft een lengte van 2 m, een breedte van 1,5 m, en een dikte van 5 mm. Wat is de massa van deze ruit?

nafi33

P = m/V

3 = 6/2

Dichtheid van glas is 2.6 g/cm³

Volume = 2 x 1.5 x 0.005 = 0.015m (15 mm?)

V x P = 39 g/mm³ ????

Jan van de Velde

Gaan we eens even netter aanpakken.

(nog een klusje voor de kerstvakantie: [microcursus] systematisch rekenvragen oplossen )

gegevens en gevraagd onder elkaar op een rijtje zetten:

l= 2 m

b= 1,5 m

h = 5 mm = 0,005 m (alvast maar omrekenen naar eenzelfde eenheid als de lengte en breedte)

ρ_glas = 2,6 g/cm³ (uit tabel, ok, die weet je te vinden)

m= ?? g

bruikbare formule zoeken met bovenstaande grootheden:

V = l x b x h

invullen en uitrekenen (en goede eenheid niet vergeten):

V = 2 m x 1,5 m x 0,005 m = 0,015 m³ = 15 000 cm³

Nog een bruikbare formule zoeken met dit extra gegeven:

ρ = m/V

ombouwen: m= ρ x V

invullen en uitrekenen:

m = 15 000 cm³ x 2,6 g/cm³ = 39 000 g = 39 kg.

Hier zat alles in:

als extra stap volume van een regelmatig voorwerp berekenen

omrekenen van eenheden met voorvoegsels (metriek stelsel)

formule verbouwen.

wat vind je nou eigenlijk het moeilijkst?

nafi33

Het combineren van de juiste eenheden met elkaar vind ik nog wel moeilijk.

Kunt u nog zo'n opgave geven maar dan iets simpeler?

Jan van de Velde

Een blokje met een lengte van 4 cm, een breedte van 2 cm en een dikte van 0,5 cm heeft een massa van 36 g. Kan dit blokje van puur zilver zijn?

denk erom:

gegeven

gevraagd

formule zoeken

invullen

uitrekenen

let op je eenheden

nafi33

P = m/V

3 = 6/2

Volume = 4x2x0.5=4cm

Massa = 36g

m/V = P 36g/4cm = 9g/cm³

zilver heeft een dichtheid van 10.5g/cm³ dus dit kan geen zuiver zilver zijn.

Klopt dit?

Wetenschapsforum

Laatste berichten

Nieuwsberichten

[natuurkunde] Dichtheid, massa en volume

[natuurkunde] Dichtheid, massa en volume

Re: [natuurkunde] Dichtheid, massa en volume

Re: [natuurkunde] Dichtheid, massa en volume

Re: [natuurkunde] Dichtheid, massa en volume

Re: [natuurkunde] Dichtheid, massa en volume

Re: [natuurkunde] Dichtheid, massa en volume

Re: [natuurkunde] Dichtheid, massa en volume

Re: [natuurkunde] Dichtheid, massa en volume

Re: [natuurkunde] Dichtheid, massa en volume

Re: [natuurkunde] Dichtheid, massa en volume

Re: [natuurkunde] Dichtheid, massa en volume

Re: [natuurkunde] Dichtheid, massa en volume

Re: [natuurkunde] Dichtheid, massa en volume

Re: [natuurkunde] Dichtheid, massa en volume

Re: [natuurkunde] Dichtheid, massa en volume