Wetenschapsforum

Ik heb het volgende probleem.

Gegeven: Op 1 km van een zwemmer slaat een olieschip lek. Het oppervlak van de concentrisch uitbreidende olievlek neemt toe aan een tempo van 1000 m2/s. De topsnelheid van de zwemmer is 20 cm/s. Zal de zwemmer uit de greep van de olievlek blijven ?

Tot dus ver heb ik volgende aanpak :

Ten allen tijde is S(t) = S0 + k.t met k = 1000 m^2/s

Opp cirkel is S(t) = Pi . (r(t))^2

Gelijkstellen S0 + k.t = Pi . (r(t))^2

Beide leden afleiden naar tijd t

k = 2 Pi . r(t)

Maar hier zit ik vast ...

Jeanw schreef:Beide leden afleiden naar tijd t

k = 2 Pi . r(t)

Hier ga je in de fout... Kettingregel correct toepassen levert: . Kan je nu wel verder?

Dag Jeanw, welkom op het forum Huiswerk en Practica.

Jij wilt vlot hulp. Dat is alleen goed mogelijk als je daar zelf wat voor doet.

Naast de algemene regels van dit forum hebben we voor dit huiswerkforum een paar speciale regels en tips.

Die vind je in de huiswerkbijsluiter

In die huiswerkbijsluiter staat bijvoorbeeld:
Hebben we even voor je gedaan. Denk je er de volgende keer zélf aan??

[/color]

'Afgeleiden' da's voor mij erg ver weggezakt, maar dit probleem is toch gewoon op te lossen door het gelijkstellen van 2 vergelijkingen?

Vergelijking A voor het front van de olie

Vergelijking B voor de positie van de zwemmer.

Als A=B een oplossing heeft wordt de zwemmer ingehaald.