Ik zit met het volgende gedachten-experiment.
Onze taal (Vlamingen) is gewoon het Nederlands. Het is de taal die we op school leren (vroeger noemde we dat het ABN).
Wanneer wij een gewestelijke taal (dialect) spreken, kennen we duidelijk het typische van deze gewesttaal, en kunnen we steeds terugvallen op het Standaardnederlands.
http://nl.wikipedia.org/wiki/Standaardnederlands.
Inderdaad is het verschil tussen dialecten, zowel in Nederland als België behoorlijk groot.
Blijkbaar hebben Vlamingen hier nog een tussenlaag die al deze dialecten samen bindt in iets dat de pseudo-officiële taal iets typisch Belgisch maakt, ... het Vlaams.
Wij hebben dus boven onze eigen dialecten een soort gewesttaal die tussen onze dialecten ligt en het Standaardnederlands.
Wij kennen het Standaardnederlands vanuit ons onderwijs, maar grijpen gemakkelijk naar deze tussenlaag, ons Vlaams, als gemeenschappelijke overkoepelende taal.
Een beetje karikaturaal: het is alsof wij een beetje een extra tussen-dialect hebben, dat wij gebruiken en aanvoelen als Standaardnederlands.
Toch is het niet fout in deze zin dat die typisch Vlaamse woorden en uitdrukkingen wel degelijk in Van Dale vermeld zijn (behoudens fout gebruik of uitzonderingen natuurlijk)
Door ons Nederlandstalig officieel onderwijs hebben wij dus een link met het Standaardnederlands, terwijl voor Nederlanders die behoefte tot die tussenlaag (ons Vlaams) niet bestaat.