[biologie] Genetica

mimi2140

1)Hoe kan men nu eigenlijk weten hoeveel crossing overs er kunnen zijn tussen 2 chromosomen?

2)Tussen de genen e, f, g en h zijn volgende "cross-over" percentages gevonden:

Genen

c.o. %

e - f

3,5

e - g

2,5

f -g

1,0

f - h

2,5

g - h

1,5

Hoe groot is de afstand tussen de genen E en H, uitgedrukt in centimorgan, aannemend dat er geen meervoudige cross-overs zijn?

A. 0,5 cM

B. 1,0 cM

C. 3,5 cM

D. 7,0 cM

3)

Bij het fruitvliegje liggen het gen voor miniatuurvleugels en dat voor gelobde ogen respectievelijk op locus 67 en 72 van het tweede chromosoom. Miniatuurvleugel is recessief en gelobd oog is dominant. Geef de percentage voorkomen voor de nakomelingen bij de volgende kruisingen:

Een vlieg met kleine vleugels en gelobde ogen x een vlieg met normale vleugels (lang) en normale ogen (rond); beide homozygoot.

Dit kruisproduct met een vlieg met kleine vleugels en normale ogen.

Kan iemand mij hiermee helpen?

bedankt

mimi

TD

Dit lijkt me biologie, niet "overig"

mimi2140

Dit lijkt me biologie, niet "overig" icon_wink.gif

jah inderdaad

kan iemand mij a.u.b. helpen met het oplossen van die vragen of zijn die misschien iets te moeilijk

?

Moet ik misschien voor die 2de vraag een stelsel van 5 vergelijkingen met 4 onbekendes oplossen om daaruit de afstand af te leiden?

bedankt

mimi

Klintersaas

De morgan kan opgevat worden als een kans: een recombinatiefrequentie van 0 M duidt dan op een kans van 0 % dat de twee genen met elkaar zullen recombineren; een recombinatiefrequentie van 1 M duidt dan op een kans van 1 = 100 % dat de twee genen met elkaar zullen recombineren.

De morgan kan ook worden opgevat als een afstandsmaat tussen twee genen op één chromosoom: een recombinatiefrequentie van 0 M duidt er dan op dat de afstand tussen twee genen minimaal is, m.a.w. de twee genen zijn het zelfde gen (en de kans dat ze zullen recombineren is dus 0 %); een recombinatiefrequentie van 1 M duidt er dan op dat de twee genen zich op een maximale afstand van elkaar bevinden, m.a.w. ze bevinden zich elk aan de andere kant van het chromosoom (en de kans dat ze zullen recombineren is dus 100 %).

Dus de verdeling van de genen over het chromosoom ziet er ongeveer als volgt uit:

Code: Selecteer alles

E		   H		G	 F

De afstand E-F is het grootst omdat ze het grootste cross-overpercentage hebben (3,5%)
De afstand E-G en H-F zijn even groot omdat ze hetzelfde cross-overpercentage hebben (2,5%)
De afstand G-F is kleiner dan H-G omdat de eerste een kleiner cross-overpercentage heeft (1,0% t.ov. 1,5%)

De afstand E-H berekenen we als volgt: De afstand E-G (2,5 cM) min de afstand H-G (1,5 cM)

-> 2,5 cM min 1,5 cM = 1,0 cM (antwoord B)

Om vraag 3 deftig uit te leggen zou ik eigenlijk een Punnett-diagram moeten tekenen enz..., waar ik de tijd niet voor heb. Vanavond heb ik misschien meer tijd. Ik hoop dat je al geholpen bent met het antwoord op vraag 2.

Klintersaas

De vorige schematische verdeling van de genen die ik gaf is eigenlijk niet in verhouding. Hier volgt er een betere:

Code: Selecteer alles

E		  H

   G		  F

Een goed antwoord op vraag 1 kan je krijgen op Wikipedia, meerbepaald hier, hier en hier.

Om terug te komen op vraag 3:

In het antwoord zal ik enkele symbolen gebruiken:

m: miniatuurvleugels
M: normale vleugels
g: normale ogen
G: gelobde ogen

De twee eerste fruitvliegjes zijn homozygoot, dus:

Het vliegje met kleine vleugels en gelobde ogen heeft genotype mmGG.
Het vliegje met normale vleugels en normale ogen heeft genotype MMgg.

Laten we gemakshalve aannemen dat het mmGG-vliegje het vrouwtje en het MMgg-vliegje het mannetje is. Het vrouwtje produceert dan enkel mG-gameten en het mannetje enkel Mg-gameten.

Al hun nakomelingen hebben dan genotype MmGg (heterozygoot; normale vleugels en gelobde ogen).

Één zo'n nakomeling (laten we zeggen dat het een mannetje is) wordt vervolgens gekruist met een vliegje met kleine vleugels en normale ogen (het vrouwtje dus). Dit laatste vliegje kan niet anders dan genotype mmgg hebben, omdat de eigenschappen kleine vleugels en normale ogen recessief zijn.

In het onderstaande (geïmproviseerde) Punnett-diagram (bovenaan de gameten van de vader, links die van de moeder) dat er 16 combinaties mogelijk zijn (maar aangezien de moeder maar één soort gameten kan aanmaken zijn het eigenlijk maar 4 combinaties):

Code: Selecteer alles

	  MG		Mg	   mG		mg

mg	MmGg	  Mmgg	 mmGg	  mmgg

  

mg	MmGg	  Mmgg	 mmGg	  mmgg

mg	MmGg	  Mmgg	 mmGg	  mmgg

mg	MmGg	  Mmgg	 mmGg	  mmgg

1ste kolom: normale vleugels, gelobde ogen (25% van de nakomelingen)
2de kolom: normale vleugels, normale ogen (25% van de nakomelingen)
3de kolom: kleine vleugels, gelobde ogen (25% van de nakomelingen)
4de kolom: kleine vleugels, normale ogen (25% van de nakomelingen)

Op elk fenotype is er statistisch gezien dus evenveel (nl. 25%) kans.

Ik hoop dat mijn uitleg te volgen is, alhoewel ik niet alle middelen heb.

jelle

Je bent de crossing-overs vergeten.

MmGg = 47,5%

Mmgg = 2,5%

mmGg = 2,5 %

mmgg = 47,5%

(scheidingsgraad = 5%)

mimi2140

Bedankt Klintersaas en Jelle voor de oplossingen van die vragen.

Ik begrijp nu hoe dat ik die moet oplossen.

groetjes

mimi

avm_CF

Even een opmerking op de oefeningen van de fruitvliegjes.

Volgens mij zijn de gekoppelde genen miniatuurvleugels en gelobde ogen, dus mG is gekoppeld. Er staat toch in de opgave dat deze op hetzelfde chromosoom liggen.

Onderstaande procenten staan volgens mij verkeerd:

mmgg = 47,5% -> 2,5 %

Mmgg = 2,5% -> 47,5 %

mmGg = 2,5 % -> 47,5 %

mmgg = 47,5% -> 2,5 %

Wetenschapsforum

Laatste berichten

Nieuwsberichten

[biologie] Genetica

Genetica

Re: Genetica

Re: Genetica

Re: Genetica

Re: Genetica

Re: Genetica

Re: Genetica

Re: Genetica