- Paleontologie wees voor 1900 al uit dat dier- en plantensoorten op verschillende continenten heel veel op elkaar leken. Het idee dat de continenten ooit verbonden waren, was daardoor niet nieuw.
- 1912 : German meteorologist Alfred Wegener (1880-1930) heeft het idee CD verder uitgewerkt. (supercontinent Pangaea,Gondwana, 1928 afgewezen)
- 1929 : ontdekking van magnetische polarisatie van de aarde zich elke paar honderd duizend jaar omkeerd.
- Rond 1930 bedenkt geologist Arthur Holmes het mechanisme van lavastromen onder de aardkorts, veroorzaakt door radioactiviteit en convectie, die de continenten mee kunnen trekken. (ook genegeerd)
- Tot 1950's worden meer bewijzen verzameld (oa paleomagnetism en magnetic anomalies along midoceanic ridges) voor CD en theorie wordt algemeen geaccepteerd.
- 1961 & 1962 : geophysicist Harry H. Hess (1906 1969) en R. Deitz beschrijven Seafloor Spreading SFS.
- In de vroege 1960s onderzoeken Frederick Vine en Drummond Matthews de oceaanbodem en onderbouwen het idee van SFS.
- 1970's en 1980's : CD + SFS = Plate Tectonics Onder de aardkorts (50-300 km dik) ligt een schijnbaar vaste mantel maar de lage viscositeit maakt de Asthenosphere vloeibaar op geologische tijdschaal. (Subduction door verschillen in dichtheid, seismic tomography)
- Metingen in 1980's mbv satellites, lasers, and the positions of very distant galaxies : verschuivingen van 2 cm/jaar.
De vraag is nu vooral : Hoe zijn bergen ontstaan ? Door Subduction of door Refolding ?
In het model van de groeiende aarde is het opvouwen van de aardkorst de verklaring voor bergvorming doordat de kromming van een continent niet past op een groter oppervlak.
Wordt deze groei-theorie vooral door Natuurkundigen tegengehouden doordat het niet past in het Standaard Model van elementaire deeltjes ?
Qua geologie en logica zit het wel goed in elkaar denk ik.