Jan van de Velde schreef:Ik voor mij hoef geen stralingsdeskundige te worden. Maar:
dat zie ik helaas nog niet. Tot nu toe blijft die eenheid voor mij vanuit natuurkundig oogpunt onzinnig klinken. Voor mij als natuurkundige is 20 km/h simpelweg 20 km/h, of het nou om een fietser of om een vrachtwagen gaat. Ik snap dat vanuit praktisch verkeersveiligheidsoogpunt daar allerlei mitsen en maren aanhangen.
Dus mogelijk kunnen we dit eens zó aanpakken, zodat ik het handen en voeten kan geven vanuit natuurkundig oogpunt, al is dat dan nog (lang) niet vanuit volksgezondheidsoogpunt, waarvoor "een heel rekenmodel nodig is".
Zoals ik het in mijn startpost uit een vergunning voor een protontherapiecentrum plukte:
Hoe loos ik "40 GBq per jaar" aan 41Ar? Met andere woorden:
- Gesteld dat die lozing continu en constant is, hoeveel van die nucleïden komen er dan per jaar die schoorsteen uit?
- Wat voor meetapparatuur hang ik in die schoorsteen om vast te stellen of ik binnen die norm blijf, welke meetgegevens heb ik nodig daarvoor?
Gesteld dat ik dezelfde 40 GBq/yr aan 85Kr zou lozen (veel langere halveringstijd), is dat sommetje dan verschillend, en zo ja, op welk(e) punt(en) ?
hieronder wat mogelijk nuttige data
ar41_decay.png kr85.gif
Even voor de duidelijkheid; die GBq/jaar geen eenheid!, maar een vergunningscriterium dat zegt dat ik op jaarbasis niet meer dan X GBq van een radioactieve stof mag lozen via, in dit geval, de schoorsteen.
De eenheid van activiteit is de Bq of s
-1, het aantal vervalgebeurtenissen per seconde.
Stel dat ik in een bestralingsbunker via luchtactivering het radioactieve gasvormige Ar-41 aanmaak en dat de activiteit na einde bestraling 100 MBq is. Via de geforceerde luchtventilatie verlaat deze 100 MBq Ar-41 de schoorsteen naar het mileu, dan heb ik 100 MBq geloosd via de schoorsteen. Als het vergunningscriterium is dat ik maximaal 40 GBq Ar-41 mag lozen per jaar dan kan ik dus 400 precies dezelfde bestralingen doen op jaarbasis voordat ik aan het criterium van 40 GBq op jaarbasis kom en er dus geen bestralingen meer uitgevoerd mogen worden. Duidelijke dan dit kan ik het niet omschrijven.
Door natriumjodide detectoren bij het lozingspunt te plaatsen weet je welke radionucliden geloosd worden en wat de activiteit is van de betreffende radionucliden op het moment dat deze de schoorsteen verlaten. Echter het plaatsen van detectoren bij het lozingspunt is geen vereiste voor een vergunninghouder, je kunt ook gebruik maken van een door de overheid goedgekeurd rekenmodel (zie MR Uitvoeringsregeling stralingsbescherming: te vinde op:
www.wetten.nl).
Je hebt overigens geen natriumjodide detectoren nodig om vast te stellen welke radionucliden tijdens bijvoorbeeld protonentherapie worden aangemaakt. Deze zijn namelijk ook te beredeneren omdat je weet welke kernreacties optreden en dus welke activeringsproducten je kunt verwachten. Reacties die o.a. optreden zijn bijvoorbeeld (p, n) en (p, 2n) reacties: 1 proton in de kern, neutron eruit respectievelijk 1 proton in de kern, 2 neutronen eruit. Die neutronen gaan vervolgens ook weer activeren. Als je dus weet welke kernreacties allemaal optreden, en dat is heel goed bekend, weet je ook welke radionucliden allemaal aangemaakt worden.