Egyptische mythologische godenstamboom

Moderator: Rhiannon

Forumregels
(Middelbare) school-achtige vragen naar het forum "Huiswerk en Practica" a.u.b.
Zie eerst de Huiswerkbijsluiter
Berichten: 1.286

Egyptische mythologische godenstamboom

Horus, Seth, Nebt-het zijn een aantal mythologische goden uit het oude Egypte. Bestaat er een complete stamboom van deze goden, of kan deze door ons worden samengesteld?

Re: Egyptische mythologische godenstamboom

Daar vraag je me wat.

Ik denk eerlijk gezegd dat het afhankelijk is van de tijd. De Egyptische godsdienst was constant in beweging.

Maar een beginnetje :shock:

Atum (De "scheppings vorm" van (Amon-)Ra)

|

Sjoe X Tefnet

|

Geb X Noet

|

Osiris X Isis en Seth X Nepthys

Berichten: 32

Re: Egyptische mythologische godenstamboom

Ik denk ook niet dat er een echte stamboom is ... want zoals hierboven gezegd word, de egyptische godsdienst is altijd in beweging ....

Re: Egyptische mythologische godenstamboom

Een echte stamboom kan ik niet zo direct maken, maar ik heb wel al eens geprobeerd om alle Egyptische goden op een rijtje te zetten, zonder ze in verband te brengen met de rol die ze in de mythologie spelen. Ik ben nooit verder geraakt dan 81 goden, en bij velen moet ik de informatie nog bijzetten. Als jullie tevreden zijn met namen: hier hebben jullie mijn lijst. Sorry voor de lange en soms onduidelijke zinnen.

1. Aker: personificatie van de aarde en god van de doden, voorgesteld als een smalle strook land waarvan de beide uiteinden een mensenhoofd of een leeuwenkop vormen, of als twee leeuwen met de rug naar elkaar gekeerd, waarvan de ene kop naar het westen, en de ander kop naar het oosten kijkt.

2. Amentet: personificatie van het westen, de westelijke gebieden waar de zon ondergaat en waar de ingang van de onderwereld zich bevindt, waar zij de doden (westelijken) verwelkomt.

3. Ammit: godin die zich in de buurt van de balans waar het dodengericht plaatsvond bevindt, waar zij zondige harten verslindt, voorgesteld als een wezen met de kop van een krokodil, de torso van een wilde kat en het onderlichaam van een nijlpaard.

4. Amoenet: personificatie van de levenwekkende noordenwind, moedergodin en echtgenote van Amon, voorgesteld als een slang, of als een vrouw met een slangenkop, met de kroon van Beneden-Egypte.

5. Amon: oppergod, die aanvankelijk in Thebe als vruchtbaarheidsgod werd vereerd, voorgesteld met een hoofdtooi met twee veren of met een ramskop.

6. Amset:

7. Antaius:

8. Anubis: god van de grafriten en de mummificatie, die de uitvaart van zijn vader Osiris verzorgde, hem toen die nog leefde op zijn tochten buiten Egypte vergezelde, en de rechtvaardigen naar Osiris’ troon in de Onderwereld leidt.

9. Anukis: godin van de jaarlijkse Nijloverstromingen en van het zuidelijk grensgebied, vereerd in Sehel, Elefantine, Assoean en Komir, voorgesteld als een vrouw met een kroon van samengebonden riet, met een gazelle als heilig dier.

10. Apedemak: Nubische god van de overwinning, voorgesteld met een leeuwenkop, staande op olifanten of met leeuwen en olifanten aan leidsels.

11. Apepi: personificatie van chaos en vernietiging, die Ra aanhoudt wanneer hij in de zonneboot door de Onderwereld reist, en bij zonsverduisteringen de boot opvreet, maar Ra echter nooit verslaat en als morgenrood de personificatie is van de overwinning van Ra, voorgesteld als een angstaanjagende slang.

12. Atoem: oergod en schepper van de wereld die als heuvel als eerste materie vereist uit de oerchaos, geassocieerd met de ondergaande zon en (Memphis) geconcipieerd in het hart van Ptah en door diens woord geschapen, voorgesteld als slang, scarabee of faraorat.

13. Aton: personificatie van de zonneschijf en de heilzame aspecten van de zon, wiens stralen de farao’s levenskracht geven, voorgesteld als reusachtige, stralende zonneschijf.

14. Ba: personificatie van de onvergankelijke macht van de ziel en psychische krachten, voorgesteld als vogel met vrouwenhoofd of als Afrikaanse ooievaar.

15. Bastet: personificatie van de zonnewarmte en de intensiteit van het oog van Ra, godin van vruchtbaarheid, seks en liefde, die van muziek en dans houdt, en goedaardige kant van Sekhmet, die de mensheid behoedt voor demonen en ziekten, oorspronkelijk voorgesteld als leeuwin of als godin met een leeuwenkop, maar daarna als kattin of als godin met een kattenkop.

16. Bes: familiegod, die door zijn groteske gedaante demonen op de vlucht jaagt, en beschermer is van vrouwen op het kraambed, kinderen, dans en muziek, voorgesteld als een dwerg met de oren, manen en staart van een leeuw.

17. Chnoem:

18. Duamutef:

19. Geb: god van de aarde, uit wiens lichaam de vegetatie ontstond en die zieken geneest, die aardbevingen opwekt omdat hij van zijn zuster en echtgenote Nut gescheiden is, en die soms de overledenen in zijn lichaam vasthoudt zodat zij niet nar de Onderwereld kunnen, voorgesteld als gebaarde man of als stier, vergezeld van een gans.

20. Ha: god van het westen en van de westelijke woestijn waar de toegang van de Onderwereld wordt gesitueerd, voorgesteld als een god met de hiëroglief van het westen op zijn hoofd.

21. Hapi:

22. Harachte:

23. Harendotes:

24. Hathor:

25. Heh:

26. Heket:

27. Herisef:

28. Horus

29. Ihy

30. Imhotep

31. Ipet

32. Isis

33. Joh

34. Kebechet

35. Kheperi: personificatie van de zon die aan de horizon verschijnt, voorgesteld als scarabee of als mens met scarabeeënkop.

36. Khons: god van de maan, orakelgod en beschermer tegen ziekten, voorgesteld als mummie met een zijlok en het maansymbool op zijn hoofd, of met een valkenkop.

37. Maat

38. Mafdet

39. Meretseger

40. Meshkent

41. Min

42. Mnevis

43. Mut

44. Montoe

45. Nefertem

46. Neith

47. Nekhbet

48. Neper

49. Nephthys

50. Nun

51. Nut

52. Onuris

53. Opet:

54. Osiris

55. Pakhet

56. Ptah

57. Quadesh

58. Qebehsenuf

59. Ra

60. Renenoetet

61. Satet

62. Sekhmet

63. Selket

64. Serapis

65. Sesat

66. Seshet

67. Seth

68. Shu

69. Sobek

70. Sokar

71. Soped

72. Sothis

73. Tatenen

74. Taweret

75. Tefnut

76. Thoeris

77. Thot

78. Udjat: cobragodin uit de delta, met Buto als vereringscentrum, voorgesteld als uraeus of als vrouw met de kroon van Beneden–Egypte.

79. Wadjet

80. Wepwawet

Re: Egyptische mythologische godenstamboom

Ik heb mijn lijst verlengd, zodat hij nu op 133 namen komt te staan. Een lachertje bij de meer dan 2.000 goden die Egypte telde, maar toch al een begin. Als ik een naam twee keer heb getypt, maar dan met een andere schrijfwijze, laat het me dan weten. Hetzelfde geldt voor eventuele verkeerde informatie.

1. Agathosdaimon: god van het fortuin, beschermer van huizen en mensen, voorgesteld als (onzichtbare) reusachtige, gevleugelde slang.

2. Aha: strijdlustig alter ego van Bes, beschermer tegen gevaarlijke dieren

3. Ahmose-nefertari: vergoddelijkt alter ego van koningin Ahmose-nefertari, vereerd als vergoddelijkte voorouder onder het bewind van Amenhotep III.

4. Aker: personificatie van de aarde en god van de doden, voorgesteld als een smalle strook land waarvan de beide uiteinden een mensenhoofd of een leeuwenkop vormen, of als twee leeuwen met de rug naar elkaar gekeerd, waarvan de ene kop naar het westen, en de ander kop naar het oosten kijkt.

5. Amentet: personificatie van het westen, de westelijke gebieden waar de zon ondergaat en waar de ingang van de onderwereld zich bevindt, waar zij de doden (westelijken) verwelkomt.

6. Ammit: godin die zich in de buurt van de balans waar het dodengericht plaatsvond bevindt, waar zij zondige harten verslindt, voorgesteld als een wezen met de kop van een krokodil, de torso van een wilde kat en het onderlichaam van een nijlpaard.

7. Amoenet: personificatie van de levenwekkende noordenwind, moedergodin en echtgenote van Amon, voorgesteld als een slang, of als een vrouw met een slangenkop, met de kroon van Beneden-Egypte.

8. Amon: oppergod, die aanvankelijk in Thebe als vruchtbaarheidsgod werd vereerd, voorgesteld met een hoofdtooi met twee veren of met een ramskop.

9. Amset: personificatie van het zuiden, beschermer van de lever, voorgesteld als mens.

10. Anat: godin van de oorlog, de jacht en de heilige seks, opzichter van de offers, voorgesteld als bloeddorstige maagd met spintol, speer, schild, gier en zeis als attributen.

11. Anedjti: alter ego van Osiris, god van de geitenherders.

12. Anubis: god van de grafriten en de mummificatie, die de uitvaart van zijn vader Osiris verzorgde, hem toen die nog leefde op zijn tochten buiten Egypte vergezelde, en de rechtvaardigen naar Osiris’ troon in de Onderwereld leidt.

13. Anukis: godin van de jaarlijkse Nijloverstromingen en van het zuidelijk grensgebied, vereerd in Sehel, Elefantine, Assoean en Komir, voorgesteld als een vrouw met een kroon van samengebonden riet, met een gazelle als heilig dier.

14. Apedemak: Nubische god van de overwinning, voorgesteld met een leeuwenkop, staande op olifanten of met leeuwen en olifanten aan leidsels.

15. Apepi: personificatie van chaos en vernietiging, die Ra aanhoudt wanneer hij in de zonneboot door de Onderwereld reist, en bij zonsverduisteringen de boot opvreet, maar Ra echter nooit verslaat en als morgenrood de personificatie is van de overwinning van Ra, voorgesteld als een angstaanjagende slang.

16. Apis: aardse personificatie van Ptah, vruchtbaarheidssymbool en dodengod die de overledenen op zijn rug naar hun graven droeg, voorgesteld als heilige stier met de zonneschijf tussen de horens.

17. Arensnoephis: (geen informatie)

18. Atoem: oergod en schepper van de wereld die als heuvel als eerste materie vereist uit de oerchaos, geassocieerd met de ondergaande zon en (Memphis) geconcipieerd in het hart van Ptah en door diens woord geschapen, voorgesteld als slang, scarabee of faraorat.

19. Aton: personificatie van de zonneschijf en de heilzame aspecten van de zon, wiens stralen de farao’s levenskracht geven, voorgesteld als reusachtige, stralende zonneschijf.

20. Ba: personificatie van de onvergankelijke macht van de ziel en psychische krachten, voorgesteld als vogel met vrouwenhoofd of als Afrikaanse ooievaar.

21. Banebdjed: beschermende ba van Osiris, voorgesteld als stier.

22. Bastet: personificatie van de zonnewarmte en de intensiteit van het oog van Ra, godin van vruchtbaarheid, seks en liefde, die van muziek en dans houdt, en goedaardige kant van Sekhmet, die de mensheid behoedt voor demonen en ziekten, oorspronkelijk voorgesteld als leeuwin of als godin met een leeuwenkop, maar daarna als kattin of als godin met een kattenkop.

23. Benoe: beschermende ba van Ra, voorgesteld als askleurige reiger.

24. Bes: familiegod, die door zijn groteske gedaante demonen op de vlucht jaagt, en beschermer is van vrouwen op het kraambed, kinderen, dans en muziek, voorgesteld als een dwerg met de oren, manen en staart van een leeuw.

25. Boechis:

26. Chnoem:

27. Dedoen:

28. Duamutef:

29. Dunanoey:

30. Geb: god van de aarde, uit wiens lichaam de vegetatie ontstond en die zieken geneest, die aardbevingen opwekt omdat hij van zijn zuster en echtgenote Nut gescheiden is, en die soms de overledenen in zijn lichaam vasthoudt zodat zij niet nar de Onderwereld kunnen, voorgesteld als gebaarde man of als stier, vergezeld van een gans.

31. Ha: god van het westen en van de westelijke woestijn waar de toegang van de Onderwereld wordt gesitueerd, voorgesteld als een god met de hiëroglief van het westen op zijn hoofd.

32. Hapi:

33. Harachte:

34. Harendotes:

35. Harpocrates:

36. Harsiësis:

37. Harsomtous:

38. Hathor:

39. Hatmehyt:

40. Heh:

41. Heka:

42. Hekaib:

43. Heket:

44. Heneb:

45. Herisef:

46. Hoe:

47. Horachty:

48. Horhekenoe:

49. Hormerti:

50. Horoen:

51. Horus:

52. Iah:

53. Ihy:

54. Imentet:

55. Imhotep:

56. Ioenmoetef:

57. Ioesas:

58. Ipet:

59. Isis:

60. Joh:

61. Kamoetef:

62. Kebechet

63. Kheperi: personificatie van de zon die aan de horizon verschijnt, voorgesteld als scarabee of als mens met scarabeeënkop.

64. Khons: god van de maan, orakelgod en beschermer tegen ziekten, voorgesteld als mummie met een zijlok en het maansymbool op zijn hoofd, of met een valkenkop.

65. Maat:

66. Mafdet:

67. Mandoelis:

68. Mehenet:

69. Mehetoeret:

70. Mehyt:

71. Menhyt:

72. Meret:

73. Meretseger:

74. Meshkent:

75. Min:

76. Mnevis:

77. Mut:

78. Montoe:

79. Nebethetepet:

80. Nebetoe:

81. Nechemetaway:

82. Neferhotep:

83. Nefertem:

84. Neith:

85. Nekhbet:

86. Neper:

87. Nephthys:

88. Nun:

89. Nut:

90. Onuris:

91. Opet:

92. Osiris:

93. Pakhet:

94. Panebtawy:

95. Ptah

96. Quadesh

97. Qebehsenuf

98. Ra:

99. Rayt:

100. Rattawy:

101. Renenoetet:

102. Reret:

103. Resjef:

104. Satet:

105. Sekhmet:

106. Selket:

107. Sematawi-pa-chered:

108. Serapis:

109. Sesat:

110. Seshet:

111. Seth:

112. Shu:

113. Sia:

114. Sjai:

115. Sjesemtet:

116. Sjesemoe:

117. Sobek:

118. Sokar:

119. Soped:

120. Sothis:

121. Tatenen:

122. Taweret:

123. Tefnut:

124. Thoeweris:

125. Thot:

126. Tithoës:

127. Tjenenet:

128. Toetoe:

129. Udjat: cobragodin uit de delta, met Buto als vereringscentrum, voorgesteld als uraeus of als vrouw met de kroon van Beneden–Egypte.

130. Wadjet:

131. Waset:

132. Wepwawet:

133. Werethekaoe:

Berichten: 1.286

Re: Egyptische mythologische godenstamboom

Beste Bograb,

Heb jij eventuele bronnen van de door jouw geschreven goden?

Re: Egyptische mythologische godenstamboom

Het grootste deel heb ik jaren geleden gemaakt, dus ben ik de meeste bronnen vergeten, maar niet allemaal.

- bijschrift bij godenbeeldjes in het Jubelparkmuseum te Brussel

- hiërogliefentekst in het British Museum

- http://nl.wikipedia.org/wiki/Hoofdpagina

- http://www.egyptologica-vlaanderen.be/educ...godenwereld.htm

- http://www.histoportal.net/egyptisch/egyptisch.html

- http://www.nissaba.nl/godinnen/lexicon.shtml

- http://home.wanadoo.nl/kampie/Reizen/Egypt...en_godinnen.htm

- http://fran.sneeknet.nl/homepage/show/pagi...?paginaid=76261

Ondertussen heb ik nog een aanvulling:

134. Harmerti: strijdlustige bedwinger van Apepi, alter ego van Horus als "Valkgod met de Twee Ogen", die respectievelijk de zon en de maan voorstellen

135. Haroëris: alter ego van Horus op gevorderde leeftijd, valk- en hemelgod, gelijkgesteld aan Shu

Re: Egyptische mythologische godenstamboom

Ik heb een probleempje bij mijn godenlijst. Sommige bronnen spreken van twee Hapi's

1. Nijlgod

2. één van de zonen van Horus

Andere bronnen hebben het erover dat deze twee Hapi's één en dezelfde god zijn.

Welke bron is juist?

Verder is ook Horus een lastige godheid aangezien hij om en bij de twintig alter ego's heeft.

Re: Egyptische mythologische godenstamboom

De oorspronkelijke vraag was om een godenstamboom te maken. Fenomenen die hier dichtbij in de buurt komen zijn de zgn. triades, meestal bestaande uit man, vrouw en kind.

Ik kan niet zo direct alle Egyptische triades opnoemen, maar dit zijn er alvast twee:

Amon - Mut - Khons (triade van Karnak)

Ptah - Sekhmet - Nefertem (triade van Memphis)

Re: Egyptische mythologische godenstamboom

Khnum - Satis - Anuket (triade van Elephantine)

Er zijn ontzettend veel Egyptische scheppingsverhalen, waardoor een stamboom opstellen moeilijk wordt. Hier de drie belangrijkste beginnen.

1. In het begin was er enkel het oerwater Nun. Hieruit ontstond een heuvel, Amon. Hij schiep Shu en Tefnut, zij schiepen Geb en Nut, en zij schiepen op hun beurt Osiris, Seth, Isis en Nephthys. Osiris en Isis brachten Horus voort, Seth en Nephthys Anubis.

2. In het begin was er enkel het oerwater Nun waarin vier godenparen leefden: Nun en Naunet, Kuk en Kauket, Huh en Hauhet en Amon en Amaunet. Zij schiepen in het oerwater een ei waaruit een vogel/lucht kwam die de Schepper manifesteerde. Hij schiep Shu en Tefnut, zij schiepen Geb en Nut, en zij schiepen op hun beurt Osiris, Seth, Isis en Nephthys. Osiris en Isis brachten Horus voort, Seth en Nephthys Anubis.

3. In het begin was er enkel het oerwater Nun waarin de Heer van de Uiterste Grenzen, Neb-er-Djer leefde. Hij transformaarde in Kheperi-Ra-Tem door diens naam uit te spreken. Kheperi schiep vaste grond onder zijn voeten, en vervolgens schiep hij Shu en Tefnut, zij schiepen Geb en Nut, en zij schiepen op hun beurt Osiris, Seth, Isis en Nephthys. Osiris en Isis brachten Horus voort, Seth en Nephthys Anubis.

Re: Egyptische mythologische godenstamboom

De god Khons bestaat helemaal niet :shock: 8)

Re: Egyptische mythologische godenstamboom

Bograb schreef:Ik heb een probleempje bij mijn godenlijst. Sommige bronnen spreken van twee Hapi's

1. Nijlgod

2. één van de zonen van Horus

Andere bronnen hebben het erover dat deze twee Hapi's één en dezelfde god zijn.

Welke bron is juist?

Verder is ook Horus een lastige godheid aangezien hij om en bij de twintig alter ego's heeft.
Zijn mogelijk allemaal juist.

Het verschilt nog al eens in welke tijd en welke streek je bent.

Berichten: 80

Re: Egyptische mythologische godenstamboom

Andere schrijfwijzen voor de naam van de god Khons zijn:

- Chons

- Chonsoe

- Chonsou

- Khonsoe

- Khonsou
Desalniettemin sommeerde de accountant-administratieconsulant het achenebbisje jongetje te zandzeepsodemineraalwatersteenstralen.

Berichten: 33

Re: Egyptische mythologische godenstamboom

Bograb schreef:Ik heb mijn lijst verlengd, zodat hij nu op 133 namen komt te staan. Een lachertje bij de meer dan 2.000 goden die Egypte telde, maar toch al een begin. Als ik een naam twee keer heb getypt, maar dan met een andere schrijfwijze, laat het me dan weten. Hetzelfde geldt voor eventuele verkeerde informatie.

1. Agathosdaimon: god van het fortuin, beschermer van huizen en mensen, voorgesteld als (onzichtbare) reusachtige, gevleugelde slang.

2. Aha: strijdlustig alter ego van Bes, beschermer tegen gevaarlijke dieren

3. Ahmose-nefertari: vergoddelijkt alter ego van koningin Ahmose-nefertari, vereerd als vergoddelijkte voorouder onder het bewind van Amenhotep III.

4. Aker: personificatie van de aarde en god van de doden, voorgesteld als een smalle strook land waarvan de beide uiteinden een mensenhoofd of een leeuwenkop vormen, of als twee leeuwen met de rug naar elkaar gekeerd, waarvan de ene kop naar het westen, en de ander kop naar het oosten kijkt.

5. Amentet: personificatie van het westen, de westelijke gebieden waar de zon ondergaat en waar de ingang van de onderwereld zich bevindt, waar zij de doden (westelijken) verwelkomt.

6. Ammit: godin die zich in de buurt van de balans waar het dodengericht plaatsvond bevindt, waar zij zondige harten verslindt, voorgesteld als een wezen met de kop van een krokodil, de torso van een wilde kat en het onderlichaam van een nijlpaard.

7. Amoenet: personificatie van de levenwekkende noordenwind, moedergodin en echtgenote van Amon, voorgesteld als een slang, of als een vrouw met een slangenkop, met de kroon van Beneden-Egypte.

8. Amon: oppergod, die aanvankelijk in Thebe als vruchtbaarheidsgod werd vereerd, voorgesteld met een hoofdtooi met twee veren of met een ramskop.

9. Amset: personificatie van het zuiden, beschermer van de lever, voorgesteld als mens.

10. Anat: godin van de oorlog, de jacht en de heilige seks, opzichter van de offers, voorgesteld als bloeddorstige maagd met spintol, speer, schild, gier en zeis als attributen.

11. Anedjti: alter ego van Osiris, god van de geitenherders.

12. Anubis: god van de grafriten en de mummificatie, die de uitvaart van zijn vader Osiris verzorgde, hem toen die nog leefde op zijn tochten buiten Egypte vergezelde, en de rechtvaardigen naar Osiris’ troon in de Onderwereld leidt.

13. Anukis: godin van de jaarlijkse Nijloverstromingen en van het zuidelijk grensgebied, vereerd in Sehel, Elefantine, Assoean en Komir, voorgesteld als een vrouw met een kroon van samengebonden riet, met een gazelle als heilig dier.  

14. Apedemak: Nubische god van de overwinning, voorgesteld met een leeuwenkop, staande op olifanten of met leeuwen en olifanten aan leidsels.

15. Apepi: personificatie van chaos en vernietiging, die Ra aanhoudt wanneer hij in de zonneboot door de Onderwereld reist, en bij zonsverduisteringen de boot opvreet, maar Ra echter nooit verslaat en als morgenrood de personificatie is van de overwinning van Ra, voorgesteld als een angstaanjagende slang.

16. Apis: aardse personificatie van Ptah, vruchtbaarheidssymbool en dodengod die de overledenen op zijn rug naar hun graven droeg, voorgesteld als heilige stier met de zonneschijf tussen de horens.

17. Arensnoephis: (geen informatie)  

18. Atoem: oergod en schepper van de wereld die als heuvel als eerste materie vereist uit de oerchaos, geassocieerd met de ondergaande zon en (Memphis) geconcipieerd in het hart van Ptah en door diens woord geschapen, voorgesteld als slang, scarabee of faraorat.

19. Aton: personificatie van de zonneschijf en de heilzame aspecten van de zon, wiens stralen de farao’s levenskracht geven, voorgesteld als reusachtige, stralende zonneschijf.

20. Ba: personificatie van de onvergankelijke macht van de ziel en psychische krachten, voorgesteld als vogel met vrouwenhoofd of als Afrikaanse ooievaar.  

21. Banebdjed: beschermende ba van Osiris, voorgesteld als stier.

22. Bastet: personificatie van de zonnewarmte en de intensiteit van het oog van Ra, godin van vruchtbaarheid, seks en liefde, die van muziek en dans houdt, en goedaardige kant van Sekhmet, die de mensheid behoedt voor demonen en ziekten, oorspronkelijk voorgesteld als leeuwin of als godin met een leeuwenkop, maar daarna als kattin of als godin met een kattenkop.

23. Benoe: beschermende ba van Ra, voorgesteld als askleurige reiger.

24. Bes: familiegod, die door zijn groteske gedaante demonen op de vlucht jaagt, en beschermer is van vrouwen op het kraambed, kinderen, dans en muziek, voorgesteld als een dwerg met de oren, manen en staart van een leeuw.  

25. Boechis:

26. Chnoem:  

27. Dedoen:

28. Duamutef:

29. Dunanoey:

30. Geb: god van de aarde, uit wiens lichaam de vegetatie ontstond en die zieken geneest, die aardbevingen opwekt omdat hij van zijn zuster en echtgenote Nut gescheiden is, en die soms de overledenen in zijn lichaam vasthoudt zodat zij niet nar de Onderwereld kunnen, voorgesteld als gebaarde man of als stier, vergezeld van een gans.

31. Ha: god van het westen en van de westelijke woestijn waar de toegang van de Onderwereld wordt gesitueerd, voorgesteld als een god met de hiëroglief van het westen op zijn hoofd.

32. Hapi:

33. Harachte:

34. Harendotes:

35. Harpocrates:

36. Harsiësis:

37. Harsomtous:

38. Hathor:

39. Hatmehyt:

40. Heh:

41. Heka:

42. Hekaib:

43. Heket:

44. Heneb:

45. Herisef:

46. Hoe:

47. Horachty:

48. Horhekenoe:

49. Hormerti:

50. Horoen:

51. Horus:

52. Iah:

53. Ihy:

54. Imentet:

55. Imhotep:

56. Ioenmoetef:

57. Ioesas:

58. Ipet:

59. Isis:

60. Joh:

61. Kamoetef:

62. Kebechet

63. Kheperi: personificatie van de zon die aan de horizon verschijnt, voorgesteld als scarabee of als mens met scarabeeënkop.

64. Khons: god van de maan, orakelgod en beschermer tegen ziekten, voorgesteld als mummie met een zijlok en het maansymbool op zijn hoofd, of met een valkenkop.

65. Maat:

66. Mafdet:

67. Mandoelis:

68. Mehenet:

69. Mehetoeret:

70. Mehyt:

71. Menhyt:

72. Meret:

73. Meretseger:

74. Meshkent:

75. Min:

76. Mnevis:

77. Mut:

78. Montoe:

79. Nebethetepet:

80. Nebetoe:

81. Nechemetaway:

82. Neferhotep:

83. Nefertem:

84. Neith:

85. Nekhbet:

86. Neper:

87. Nephthys:

88. Nun:

89. Nut:

90. Onuris:

91. Opet:

92. Osiris:

93. Pakhet:

94. Panebtawy:

95. Ptah

96. Quadesh

97. Qebehsenuf

98. Ra:

99. Rayt:

100. Rattawy:

101. Renenoetet:

102. Reret:

103. Resjef:

104. Satet:

105. Sekhmet:

106. Selket:

107. Sematawi-pa-chered:

108. Serapis:

109. Sesat:

110. Seshet:

111. Seth:

112. Shu:

113. Sia:

114. Sjai:

115. Sjesemtet:

116. Sjesemoe:

117. Sobek:

118. Sokar:

119. Soped:

120. Sothis:

121. Tatenen:

122. Taweret:

123. Tefnut:

124. Thoeweris:

125. Thot:

126. Tithoës:

127. Tjenenet:

128. Toetoe:

129. Udjat: cobragodin uit de delta, met Buto als vereringscentrum, voorgesteld als uraeus of als vrouw met de kroon van Beneden–Egypte.  

130. Wadjet:

131. Waset:

132. Wepwawet:

133. Werethekaoe:
jah klopt maar weet niet of je sommige onder Goden mag rekenen... ze hadden ook veel halfgoden

Berichten: 80

Re: Egyptische mythologische godenstamboom

Blijkbaar is er al een tijdje geen verandering opgetreden in dit topic. Maar nu is mijn lijst (voorlopig) compleet, met randinformatie en al de rest. Ik moet nog wel een beetje werken aan de lay-out (zinsbouw trekt op niets). Alle namen op deze lijst (op 2 na) zijn volwaardige goden. Alle correcties zijn welkom.

1. Aa, Ah, Aah, Iah: maangod, die tot ontwikkeling kwam door contacten met vreemde volkeren tijdens de Hyksos–overheersing, vereenzelvigd met de Akkadische god Sin, die evenals een andere maangod, Thoth, god van wijsheid was. Hij is superieur aan de andere maangoden omdat hij de 365 dagen tellende jaarkalender beheert. Toen Ra een vloek op Nut legde, waarna ze op geen enkele dag een kind kon krijgen, dobbelde Thoth met Aa en won vijf dagen maanlicht. Omdat deze dagen niet gedekt werden door Ra’s vloek, kon Nut op deze dagen wel kinderen baren en sindsdien telt een jaar 365 dagen.

2. Aapep, Apep, Apepi, Apofis, Apophis: personificatie van chaos, vernieling, duisternis en verwarring. Hij wordt voorgesteld als een angstaanjagende slang die in de Onderwereld leeft en Ra elke dag aanhoudt wanneer hij in de zonneboot doorreist. Hij probeert op deze momenten de zon te verslinden, maar wordt steeds belet. Soms neemt hij een hap, waardoor men een zonsverduistering krijgt. Hij verslaat Ra echter nooit helemaal en als morgenrood is hij de personificatie van de overwinning van Ra.

3. Abtu: levensgrote heilige vis die samen met zij partner Anet voor de zonneboot van Ra zwemt om hem te waarschuwen voor de krokodillen, nijlpaarden, mistbanken en andere obstakels op zijn tocht.

4. Abundantia: godin van de vruchtbaarheid, voorgesteld als vrouw met de Hoorn des Overvloeds, gevuld met voedsel en drank.

5. Agathosdaimon: god van het fortuin, beschermer van huizen en mensen, voorgesteld als (onzichtbare) reusachtige, gevleugelde slang.

6. Aha: strijdlustig alter ego van Bes, beschermer tegen gevaarlijke dieren

7. Ahemait, Amemait, Ammam, Ammit, Ammut: godin die zich in de buurt van de balans waar het dodengericht plaatsvond bevindt, waar zij zondige harten verslindt, voorgesteld als een wezen met de kop van een krokodil, de torso van een leeuw en het onderlichaam van een nijlpaard.

8. Ahmose-nefertari: vergoddelijkt alter ego van koningin Ahmose-nefertari, vereerd als vergoddelijkte voorouder onder het bewind van Amenhotep III.

9. Ahti: godin met de kop van een wesp en het lichaam van een nijlpaard.

10. Ailuros, Bastet, Ubastet: personificatie van de zonnewarmte en de intensiteit van het oog van Ra, godin van vruchtbaarheid, seks en liefde, die van muziek en dans houdt, en goedaardige kant van Sekhmet, die de mensheid behoedt voor demonen en ziekten, oorspronkelijk voorgesteld als leeuwin of als godin met een leeuwenkop, maar daarna als kattin of als godin met een kattenkop.

11. Aken: echtgenoot van Ament, de godin die de zielen in de Onderwereld verwelkomt. Hij vaart de zielen van de overledenen naar haar toe in zijn kleine papyrusboot. Hij gaat gekleed in zeemanskledij en sluimert de hele tijd in de buurt van het stuurwiel. Wanneer een ziel bij hem komt voor een overtocht, dient deze eerst een lange tijd te wachten tot Aken ontwaakt.

12. Aker: personificatie van de aarde en god van de doden, voorgesteld als een smalle strook land waarvan de beide uiteinden een mensenhoofd of een leeuwenkop vormen, of als twee leeuwen met de rug naar elkaar gekeerd, waarvan de ene kop naar het westen (gisteren), en de ander kop naar het oosten (morgen) kijkt. In deze vorm kan hij dus ook als god van de horizon beschouwt worden. Hij leidt de doden de onderwereld in en laat Ra elke dag passeren, wanneer die met zijn zonneboot de zon vervoert. Ook houdt hij Apep tegen zodat deze Ra niet kan achtervolgen. Hij kan slangenbeten genezen en men moet zich tot hem wenden wanneer men een vlieg of een ander klein insect inslikt.

13. Amathaunta: een zeegodin

14. Amaunet, Amoenet: personificatie van de levenwekkende noordenwind, moedergodin en echtgenote van Amon, voorgesteld als een slang, of als een vrouw met een slangenkop, met de kroon van Beneden-Egypte. Zij blaast met de noordenwind alle kennis die een farao nodig heeft om te regeren in diens hoofd.

15. Amen, Amon, Ammon, Amun: oppergod, die aanvankelijk in Thebe als vruchtbaarheidsgod en god van lucht en wind werd vereerd, voorgesteld met een hoofdtooi met twee veren of met een ramskop. Dankzij zijn grote kracht bekwam hij de positie van opper– en zonnegod.

16. Amenhotep: god van de architectuur en de bouwwerken. Hij was het vergoddelijkte alter ego van farao Amenhotep I, de tweede koning van de 18de dynastie. Hij kreeg de status van god van de bouwkunst na zijn dood, vanwege de vele bouwwerken die hij had laten optrekken tijdens zijn heerschappij. Hij werd afgebeeld als man met een blauwe of zwarte huid, als teken van herrijzenis uit de dood.

17. Amen–Ra, Amen–Re, Ammon–Ra, Ammon–Re, Amon–Ra, Amon–Re, Amun–Ra, Amun–Re: vereenzelviging van de goden Amen en Ra, tot één opper– en zonnegod, die dezelfde krachten en werkterreinen had als de twee afzonderlijke goden.

18. Ament, Amentet, Amentit, Imentet: personificatie van het westen, de westelijke gebieden waar de zon ondergaat en waar de ingang van de onderwereld zich bevindt, waar zij de doden (westelijken) verwelkomt, vereenzelvigd met Hathor. Daar wacht ze in een boom op de zielen van de pas afgestorvenen, die haar echtgenoot Aken haar brengt. Ze biedt hen dan water en brood aan, in afwachting van hun proces.

19. Amn: de onzichtbare godin die de zielen van de doden die een goed leven hebben geleid verwelkomt in de onderwereld.

20. Amset, Amsit, Imset, Imseti, Imsety: één van de vier zonen van Horus, personificatie van het zuiden, beschermer van de lever, voorgesteld als mens.

21. Anat: godin van de oorlog, de jacht en de heilige seks, opzichter van de offers, voorgesteld als bloeddorstige maagd met spintol, speer, schild, gier en zeis als attributen. Ze was de geliefde van Seth en werd oorspronkelijk vereerd in Mesopotamië, onder de naam Anath en geassocieerd met Baal.

22. Andjety, Anedjti, Anezti: alter ego van Osiris en echtgenoot van Anit. Hij was god van de geitenherders, maar werd later werd hij de onderwereldgod van de wedergeboorte. Hij wordt voorgesteld als een man met een herdersstaf en een hoofdtooi van koeieningewanden.

23. Anet: levensgrote heilige vis die samen met zij partner Abtu voor de zonneboot van Ra zwemt om hem te waarschuwen voor de krokodillen, nijlpaarden, mistbanken en andere obstakels op zijn tocht.

24. Anhur, Inher, Onuris: oorlogsgod en god van de creativiteit. Door de plaatselijke bevolking van de plek waar hij vereerd werd vereenzelvigd met Ra, Shu en Horus. Hij wordt voorgesteld als een man met als hoofdtooi een helm met vier lange veren.

25. Anit: onderwereldgodin en echtgenote van Andjety.

26. Ankhet, Ankt, Anuket, Anukis: godin van de jaarlijkse Nijloverstromingen en van het zuidelijk grensgebied, vereerd in Sehel, Elefantine, Assoean en Komir, voorgesteld als een vrouw met een kroon van samengebonden riet, met een gazelle als heilig dier.

27. Anouke: kwaadaardig alter ego van Neith als oorlogsgodin die haar vijanden uit de weg ruimt met haar nimmer missende pijl en boog.

28. Anpu, Anubis, Ienpw, Imeut, Inpu, Lenpw, Yinepu: god van de grafriten en de mummificatie, die de uitvaart van zijn vader Osiris verzorgde, hem toen die nog leefde op zijn tochten buiten Egypte vergezelde, en de rechtvaardigen naar Osiris’ troon in de Onderwereld leidt. Hij wordt voorgesteld als een man met een jakhalskop.

– Eerste van de Westerlingen;

– Hij die op zijn Berg zit;

– Heer van het Heilige Land;

– Degene die over Gods Paviljoen heers;t

– Hij die in de Plaats van de Balseming is.

29. Anti: de god van de veermannen.

30. Apademak, Apedemak: oorspronkelijk Nubische god van de overwinning en de zon, voorgesteld met een leeuwenkop, staande op olifanten of met leeuwen en olifanten aan leidsels.

31. Apet, Aptet, Ipy, Ipet, Opet, Taueret, Taurt, Tawaret, Thoeris, Thoeweris, Thureris, Toeris: (meesteres der amuletten): echtgenote van Sebek, nijlpaard–, geboorte– en oermoedergodin en meesteres over het sterrenbeeld Grote Beer. Ze voedde de zwakkeren en verslond de krankzinnigen, op weg naar de onderwereld. Ze werd voorgesteld als een zwangere vrouw met nijlpaardenkop, krokodillenstaart, leeuwenpoten en zware borsten.

32. Apis, Haap, Hap, Hep, Hepi: aardse personificatie van Ptah, vruchtbaarheidssymbool en dodengod die de overledenen op zijn rug naar hun graven droeg, voorgesteld als heilige stier met de zonneschijf tussen de horens.

33. Arensnoephis, Arensnuphis, Ari–Hes–Nefer, Harensnuphis: oorspronkelijk Nubische, lokale god, gezel van Isis. Voorgesteld als leeuwman met een verenkroon.

34. Aset, Isis: bescherm–, moeder– en dodengodin met magische krachten, geneesster van kinderziekten, slangenbeten en schorpioenensteken, personificatie van de goddelijke macht, voorgesteld als vrouw met het hiërogliefenkroon, of met koehoorns en zonneschijf als kroon op het hoofd afgebeeld. Ze zocht in alle uithoeken van Egypte naar de lichaamsdelen van haar vermoorde echtgenoot Osiris, en kreeg, toen ze zijn lijk in elkaar had gezet, een kind van hem, Horus. Ze was één van de weinige goden die ook de Grieken en de Romeinen werd vereerd.

35. Astarte: oorspronkelijk Fenicische godin vande vruchtbaarheid, de seksualiteit en de oorlog, die door vele andere volkeren werd vereerd. Ze wordt vereenzelvigd met Sekhmet en Isis.

36. Aten, Aton: personificatie van de zonneschijf en de heilzame aspecten van de zon, wiens stralen de farao’s levenskracht geven, voorgesteld als reusachtige, stralende zonneschijf. Hij was de oppergod van de ’s werelds allereerste monotheïstische religie, opgericht door Amenhotep IV (Akhenaten).

37. Aten–Ra, Aten–Re, Aton–Ra, Aton–Re: vereenzelviging van de twee zonnegoden Aten en Ra, die ontstond tijdens de verwarring aan het einde van de heerschappij van Amenhotep IV (Akhenaten).

38. Atoem, Atum, Tem, Temu, Tum: oergod en schepper van de wereld die als heuvel als eerste materie vereist uit de oerchaos, geassocieerd met de ondergaande zon en (Memphis) geconcipieerd in het hart van Ptah en door diens woord geschapen, voorgesteld als slang, scarabee of faraorat.

39. Atum–Ra, Atum–Re: vereenzelviging van de twee oppergoden Atum en Ra.

40. Ba: personificatie van de onvergankelijke macht van de ziel en psychische krachten, ramgod van de vruchtbaarheid, voorgesteld als vogel met vrouwenhoofd of als Afrikaanse ooievaar. In Mendes, waar de basis voor zijn verering werd gelegd, scandeerden vrouwen zijn naam als ze zwanger wilden raken.

41. Banebdedet, Baneb–Djedet, Banebdjedet, Banebdjetet, Ba–Neb–Tetet, Banebtetet, Banephthysdjedet: (de ziel van de leer van de zuil van stabiliteit): beschermende ba van Osiris, voorgesteld als stier, vereerd in Mendes als gezel van Hatmehyt. Hij kreeg de bijnaam Heer van de Lucht en het Leven van Ra, omdat hij van zijn voorvader Ra zijn macht had geërfd.

42. Ba–Pef (die ziel): de god van ellende en vrees.

43. Bab, Babay, Babi: onderwereldgod, personificatie van mannelijkheid en mannelijke agressie, die zich voedt met menselijke ingewanden, voorgesteld als een bloeddorstige baviaan.

44. Bat, Bata: de koeiengodin van de vruchtbaarheid

45. Benoe, Benu: beschermende ba van Ra, heilige zonnevogel van de Nijl, die vruchtbaarheid brengt, voorgesteld als askleurige reiger.

46. Bes: familiegod, die door zijn groteske gedaante demonen op de vlucht jaagt, en beschermer is van vrouwen op het kraambed, kinderen, dans en muziek, voorgesteld als een dwerg met de oren, manen en staart van een leeuw.

47. Beset: het vrouwelijk alter ego van Bes

48. Boechis: alter ego van Montoe, vereerde bij Hermonthis, voorgesteld als heilige stier.

49. Buto, Udjat: cobragodin uit de delta, met Buto als vereringscentrum, voorgesteld als uraeus of als vrouw met de kroon van Beneden–Egypte.

50. Chenti–Cheti: een valk– of krokodilgod.

51. Chenti–Irti: een alter ego van Horus, valkgod van rechtspraak.

52. Chepri, Kheper, Khepera, Kheperi, Khepri: god van de wedergeboorte, personificatie van de zon die aan de horizon verschijnt, voorgesteld als scarabee of als mens met scarabeeënkop.

53. Cherti, Kherty: de veerman van de doden met een ramskop.

54. Chnemu, Chnoem, Chnoumis, Chnum, Chnuphis, Kemu, Khnemu, Khnum, Knouphis, Knum: god van de vruchtbaarheid en de mannelijke viriliteit, beschermer van de pottenbakkers, schepper van de mensen, die hij maakt op zijn pottenbakkerswiel, echtgenoot van Heket. Hij wordt voorgesteld als man met ramskop of als ram.

55. Choegetef: bewaker van de achtste deur van de Onderwereld.

56. Chons, Khensu, Khons, Khonsu: god van de maan en de tijd, orakelgod en beschermer tegen ziekten, voorgesteld als mummie met een zijlok en het maansymbool op zijn hoofd, of met een valkenkop.

57. Chontamenti: een dodengod met een hondskop en horens.

58. Cneph, Kneph: een Nijlgod met een ramskop, alter ego van Khnum of Ptah.

59. Dedoen, Dedwan: oorspronkelijk Nubische god van de weelde en de wierook, voorgesteld als man of als leeuw.

60. Djehoeti: (Google afgezocht en niets gevonden)

61. Dua: god van de toiletten.

62. Duamutef: één van de vier zonen van Horus, personificatie van het oosten, beschermer van de maag, voorgesteld als man met jakhalskop.

63. Dunanoey: (Google afgezocht en niets gevonden)

64. Edjo, Uadjet, Wadjet: personificatie van het noorden, cobragodin, beschermster van de farao, gezellin van Nekhabed. Ze wordt voorgesteld als uraeus met de kroon van Beneden–Egypte.

65. Ehi, Ihu, Ihy: god van de muziek, de dans en het sistrum, voorgesteld als kind met sistrum.

66. Ernutet, Renenet, Renenoetet, Renenutet: cobragodin van de vruchtbaarheid, de oogst, het fortuin en de welvaart, beschermende voedster van de farao, soms vereenzelvigd met Shai. Ze wordt voorgesteld als cobra of als leeuw.

67. Geb, Keb, Qeb, Seb: god van de aarde, uit wiens lichaam de vegetatie ontstond en die zieken geneest, die aardbevingen opwekt en die soms de overledenen in zijn lichaam vasthoudt zodat zij niet naar de Onderwereld kunnen, voorgesteld als gebaarde man of als stier, vergezeld van een gans. Deze gans baarde de door hem verwekte zon.

68. Ha: god van het westen en van de westelijke woestijn waar de toegang van de Onderwereld wordt gesitueerd, voorgesteld als een god met de hiëroglief van het westen op zijn hoofd.

69. Hah, Heh, Hu: god van de oneindigheid en de lucht, gezel van Hauhet. Hij wordt voorgesteld als man met op zijn hoofd een kroon met daarop het Egyptische telwoord miljoen en met een ingesneden palmtak, het symbool van de jaarrekening.

70. Hap, Hapy, Hep: één van de vier zonen van Horus, beschermer van de longen, voorgesteld als man met een bavianenkop.

71. Hapi: de god van de Nijl, veroorzaker van de Nijloverstromingen en de vruchtbaarheid die dezen brengen. Hij leeft in een grot aan de bron van de Nijl, samen met een harem van kikkergodinnen. Hij wordt voorgesteld als een man met hangende borsten en een hoofdtooi van papyrus en lotusplanten.

72. Harachte: god van de ochtendzon, vereenzelvigd met Ra, voorgesteld als valk.

73. Harendotes: alter ego van Horus, beschermer van de doden, voorgesteld als valk.

74. Harmakhis, Harmatchis: een zonnegod die de basis voor de Sfinx vormde.

75. Harmerti: alter ego van Horus als Valkgod met de Twee Ogen, die respectievelijk de zon en de maan voorstellen, strijdlustige bedwinger van Apep.

76. Har–Nedj–Hef: alter ego van Horus die zijn vader Osiris naar de onderwereld voert, beschermer van de doden.

77. Haroëris: alter ego van Horus op gevorderde leeftijd, valk–, licht– en beschermgod, vereenzelvigd met Shu. Hij was de allereerste versie van Horus, en als zijn ouders worden door sommigen Ra en Nut, door anderen Geb en Nut genoemd.

78. Har–Pa–Khered, Harpakhered, Har–Pa–Khruti, Harpakhruti, Harpocrates: alter ego van Horus, god van de zwijgzaamheid, voorgesteld als Horus als kind. Bij de Grieken werd hij vereerd als Harpocrates.

79. Harsiësis: alter ego van Horus.

80. Harsomtous: alter ego van Horus, beschermer van de gevaarlijke woestijndieren.

81. Hathor, Heret: personificatie van de hemelse diepten, dans en roes, moeder– en koningsgodin, godin van de liefde en beschermster van de geboorte en van de laatste wensen van de doden, vereenzelvigd met tal van andere godinnen, voorgesteld als vrouw, als vrouw met koeienkop of als koe, met als attributen de Hoorn des Overvloeds, de zonneschijf, de slang, de vijgenboom en de parelketting.

82. Hat–mehit, Hatmehit, Hatmehyt, Het–Mehit, Hetmehit: visgodin, vereerd in Mendes, in het noordoosten van de Delta, wiens naam ”zij die voor de vissen komt” duidt op haar superioriteit ten opzichte van de weinige andere visgoden, omdat ze de vroegste visgodin was, die leefde in het water waaruit Egypte oprees. Ze wordt voorgesteld, ofwel geheel als lepidotus–vis (een vis die veelvoorkomend is in de Nijl), ofwel als dolfijn en wordt beschouwd als de gezellin van de ramgod Banebdjed.

83. Hauhet, Hehet: godin van de onmeetbare oneindigheid, gemalin van Huh. Ze wordt voorgesteld als een vrouw met een slangen– of jakhalskop.

84. Hedetet: een schorpioengodin.

85. Heget, Hek, Heket, Hektet, Heqet: beschermster van zwangerschap en geboorte, levensschenkster aan de eerste mensen, echtgenote van Chnum. Ze wordt voorgesteld als vrouw met een kikkerkop. In Griekenland werd ze vereerd onder de naam Hecate (Hekate).

86. Heka: een god van de toverkunst.

87. Hekaib: mogelijk vergoddelijkt alter ego van farao Pepinakht (Hekaib) uit de 6de dynastie.

88. Hemen: een valkgod.

89. Hemsut, Hemuset: een godin van het noodlot.

90. Heneb-rekoe: bewaker van de vijfde deur van de Onderwereld, voorgesteld als man met een zwarte hondenkop.

91. Henet: een pelikaangodin.

92. Heptet: godin van de rust, verjaagster van kwade dromen. Ze wordt voorgesteld als een vrouw met een slangenkop.

93. Herisef, Herishep: ramgod van Heracleopolis.

94. Heru–Behudti: alter ego van Horus als de verschroeiende middagzon.

95. Hesa, Hesat: godin van de melk en volgens sommige bronnen de moeder van Anubis.

96. Hez–Ur: een baviaangod.

97. Hike: god van de geneeskunst, de magie en de kwakzalverij, die door alle genezende priesters werd geraadpleegd. Hij was de zoon van Atoem.

98. Hoe, Hoeh: (Google afgezocht, hoe is echter ook een veelgebruikt woord)

99. Horhekenoe: (Google afgezocht en niets gevonden)

100. Hormerti: alter ego van Horus, met de titel Horus van de Twee Ogen, voorgesteld als een man met een havikskop en de hoorns van Chnum, waartussen de met een slang omcirkelde zonneschijf zit geklemd. In zijn hand houdt hij de Udjat, het heilige oog van Horus.

101. Horoen: (Google afgezocht en niets gevonden)

102. Horus: opperbeschermgod en god van de hemel. Hij wordt voorgesteld als valk of als man met een valkenkop, wiens ogen zon en maan waren. Zijn maanoog werd in een gevecht met de Seth, de moordenaar van zijn vader Osiris uitgestoken.

103. Horus–Mandoelis, Mandoelis: Nubisch alter ego van Horus, verbonden met Isis, de godin van Philae.

104. Imhetep, Imhotep: vergoddelijkte architect van de trappenpiramide bij Sakkara, god van de geneeskunst en de wijsheid. Hij werd door de Grieken vereerd als Asclepius.

105. Imiut: god van de bescherming in de onderwereld.

106. Inmutef, Iunmutef: god die de hemel op zijn plaats houdt, soms vereenzelvigd met Imhotep.

107. Ioekenty: bewaker van de zevende deur van de Onderwereld, voorgesteld als man met een ossenkop.

108. Ioenmoetef: alter ego van Horus

109. Ioesas, Iousaas, Iusaas: alter ego van Hathor, en gelijkwaardig aan Nebethetepet. Ze wordt ook wel “hand van god” genoemd omdat ze de hand voorstelt waarmee de scheppingsgod Atum zijn fallus greep om Shu en Tefnut te creëren.

110. Iptet (moeder van de twee landen): godin van de geboorte, voorgesteld als een nijlpaard.

111. Joh: personificatie van de maan, voorgesteld als man met maansymbool, schijf en sikkel op het hoofd, of als ster.

112. Kamoetef: alter ego van Min, scheppende god van de plantengroei. Hij werd later vereenzelvigd met Amon als Amon–Min–Kamoetef, de zichzelf verwekkende oer– en scheppingsgod.

113. Kauket, Keket: godin van de duistere chaos, die het duistere gedeelte van de oersoep regeert, echtgenote van Kuk.

114. Kebechet: slangengodin en dochter van Anubis. Ze zuivert water en speelt ook een rol bij begrafenisriten.

115. Kebechsenef, Qebehsenuf: één van de vier zonen van Horus, beschermer van de ingewanden, voorgesteld als man met valkenkop.

116. Kek, Keku, Kuk: god van de oerchaos, echtgenoot van Kauket.

117. Kemur, Kemwer: een god, voorgesteld als een zwarte stier.

118. Ken: godin van de liefde, in Griekenland vereerd als Venus, voorgesteld als een vrouw, staand op een leeuw met in de ene hand twee slangen en in de andere hand een bloem.

119. Khem: god van de vruchtbaarheid, echtgenoot van Satet. Hij speelde ook een rul bij de mummificatie en werd door de Grieken vereerd als Pan.

120. Maat, Ma’at: personificatie van orde, harmonie, ethische waarden, rechtvaardigheid, cultuur, waarheid en scheppingskracht, beschermster tegen vernielzucht en onrechtvaardigheid, voorgesteld als vrouw met op haar hoofd een struisvogelveer. Ze weegt in de Onderwereld de zielen van de overledenen af op een balans met een struisvogelveer. Is de ziel lichter dan de struisvogelveer, dan heeft men een goed leven geleid, is hij zwaarder, dan zal Ammit deze zondige ziel verslinden.

121. Mafdet, Maftet: mangoestgodin van bescherming tegen zondaars en slangen, speelde een rol bij het vellen van het laatste oordeel, voorgesteld als vrouw met panterkop, als mangoest, als faraorat, als civetkat of als ocelot.

122. Mahes: god van de zomerhitte, voorgesteld als man met een leeuwenkop als symbool voor de woede en de hitte.

123. Mehen: een slangengod met het beschermende touw. Telkens Ra met zijn zonneboot door de onderwereld passeert, houdt hij Apep vastgebonden, zodat Ra met hem kan afrekenen.

124. Mehenet:

125. Mehetoeret, Mehet–Uret, Mehet–Weret, Mehurt, Mehturt: een hemelgodin van de oerwateren en de grote vloed, voorgesteld als een enorme koe met de zonneschijf tussen de horens.

126. Menchit, Menhit, Menhyt: een oorlogsgodin, voorgesteld als leeuw.

127. Mendes: een goedaardige natuurgod, door de Grieken vereerd als Pan.

128. Menthu, Mentu, Month, Monto, Montoe: god van de oorlog die tegen de vijanden van de goden vocht, voorgesteld als man met een valkenkop, verenkroon, zonneschijf en twee uraeusslangen op het voorhoofd.

129. Meret, Mert: frivole godin van zang, dans en feest

130. Meretseger, Mertseger: godin van de slangen, beschermster van de doden en de Necropoolarbeiders, voorgesteld als cobra met vrouwenhoofd of als vrouw met cobrakop.

131. Meskhent, Meskhenet: godin van de geboorte en van de doden, die ze hielp herboren te worden, voorgesteld als geboortestoel.

132. Min: god van de vruchtbaarheid, de schepping, de sla, de seks en de wegen, beschermer van de woestijnreizigers en de gewassen. Hij vormt een triade met Qadesh en Reshep en hij wordt voorgesteld als man met kroon van twee rechtopstaande veren, fallus in erectie en opgeheven dorsvleugel.

133. Mnevis, Mnewet: heilige zonnestier, aanbeden in Heliopolis, voorgesteld als een zwarte stier met de zonneschijf tussen de horens.

134. Mut: godin van de gieren en leeuwen, beschermster van het gezin, echtgenote van Amon–Ra. Ze hielp Isis met het verzamelen van de lichaamsdelen van de vermoorde Osiris, en herplaatste diens hoofd en hart. Ze werd voorgesteld als vrouw met gierkap en dubbele kroon of als leeuw.

135. Mwhwn: (Google afgezocht en niets gevonden)

136. Naunet, Nunet: godin van de diepten van de oceaan en de oerwateren, echtgenote van Nun met wie ze in de zonneboot rondreist.

137. Nebethetepet (meesteres van de offers): alter ego van Hathor en soms met haar vereenzelvigd, vereerd in Heliopolis. Ze staat symbool voor de hand waarmee de scheppingsgod Atum zijn fallus grijpt om Shu en Tefnut voort te brengen.

138. Nebetoe: godin van de oases.

139. Neb–hut, Nebthet, Nephthys: godin van de doden, personificatie van de woestijnzomen, dochter van Geb en Nut, zuster van Isis en Osiris, moeder van Anubis. Ze wordt voorgesteld als vrouw met gevleugelde armen en haar naamhiëroglief op het hoofd.

140. Nechemetaway: (Google afgezocht en niets gevonden)

141. Ned–Er–Tcher, Osiris, Usire: personificatie van de kringloop van de vegetatie, god van de doden en de natuur. Hij was de basis voor de hybride Egyptisch–Griekse godheid Serapis. Hij was god van de vegetatie en de vruchtbaarheid tot hij door zijn kwaadaardige broer Seth werd gedood, en, opgeborgen in een sarcofaag in de Nijl werd geworpen. De sarcofaag spoelde echter aan, transformeerde in een pilaar en werd getransporteerd naar het paleis van koning Byblos, waar zijn vrouw Isis hem vond. Maar Seth hakte vervolgens zijn lijk aan stukken en verspreidde dezen over heel Egypte. Samen met Anubis en Thoth zocht Isis al deze stukken terug en bouwde ze het lijk van haar echtgenoot terug op. Enkel zijn penis, die Seth in de Nijl had geworpen, waar deze verorberd was door een vis, konden ze niet terugvinden. Deze werd dan vervangen door een gouden prothese. Sindsdien werd Osiris koning van de Onderwereld en verwekte hij Horus bij zijn vrouw.

142. Nef, Nehab: een slangengod die een door Thoth geschreven boek vol toverformules bewaakte.

143. Neferhotep:

144. Nefer–Tem, Nefer–Temu, Nefertem, Nefertum,: god van de oerlotus en van de rijzende zon, soms vereenzelvigd met Horus als zonnekind, zoon van Ptah en Sekhmet. Hij werd voorgesteld als man met lotusvormig hoofddeksel, versierd met twee veren, of als man met een leeuwenkop.

145. Nehebkau, Nehebkhau, Nehebu–Kau: schorpioengod die de grotten van de Onderwereld bewaakt. Hij reist elke dag met Ra mee in diens zonneboot om hem te beschermen. Hij is de zoon van Geb of Serquet.

146. Neit, Neith: scheppende godin, uitvindster van de geboorte, ontdekster van de weefkunst, beschermster van de mummies en van de stad Saïs, voorgesteld als vrouw met de kroon van Beneden–Egypte en met een schild en gekruiste pijlen.

147. Nekhabet, Nekhbet: moeder– en giergodin, beschermende voedster van de koning, symbool van Boven–Egypte, zuster van Wadjet. Ze wordt voorgesteld als gier met gespreide vleugels, het symbool van de eeuwigheid in de klauwen houdend, of als vrouw met de gierkap.

148. Neper: god van het graan, echtgenoot van Nepit.

149. Nepit: godin van de maïs, echtgenote van Neper.

150. Neteraantmwmw: duistere watergodin, die de overstromingen van de Nijl beïnvloed.

151. Nu, Nun: personificatie van het oerwater, echtgenoot van Naunet en vader van Ptah met wie hij in zijn zonneboot de wereld doorkruist. Hij wordt, net als zijn onderdanen, voorgesteld als een man met een kikkerkop

152. Nuit, Nut: hemel– en begrafenisgodin, dochter van Tefnut en Shu, zuster van Geb. Ze wordt voorgesteld als een enorme blauwe vrouw met ontzagwekkende vleugels die de hemel symboliseren en die bespikkeld zijn met sterren. Ze wordt op haar plaats gehouden door haar vader Shu, en elke nacht wanneer de zon ondergaat, slokt ze de zonnegod Ra op om hem ’s morgens weer te laten verschijnen. Ra legde echter een vloek op haar zodat op geen enkele dag of nacht van het jaar een kind van haar geboren zou worden. Thoth schoot echter te hulp, dobbelde met Aah, won en verdiende zo 5 extra dagen waarin Nut Isis, Osiris, Seth en Nephthys baarde.

153. Pakhet:

154. Panebtawy (de heer van de beide landen): kindgod die de kracht van de farao symboliseert, zoon van Tasenetneferet en Haroëris met wie hij één der triades van Kom Ombo vormt.

155. Petbe: god van de wraak.

156. Ptah, Ptha: god van de handarbeiders en de kunstenaars, scheppings– en beschermgod, soms vereenzelvigd met Sokar, zoon van Nun en Naunet. Hij schiep het menselijk ras op zijn pottenbakkerwiel. Hij wordt voorgesteld als man of als mummie.

157. Qadesh, Qadeshet, Qetesh, Quadesh, Qudshu: godin van het seksuele genot en van de heilige seks, behorend tot een triade die ook nog Min en Reshep bevat, oorspronkelijk vereerd in Syrië. Ze wordt voorgesteld als naakte vrouw met bloemen in de handen, staand op de rug van een leeuw. Ze is als één van de enige goden frontaal en niet in profiel afgebeeld.

158. Qetesh: liefdesgodin, oorspronkelijk vereerd in Syrië

159. Ra, Re: opper– en zonnegod, personificatie van de eeuwige herhaling van de schepping. Hij is de belangrijkste god, en beval na zijn ontstaan uit de oerchaos de bouw van de wereld aan Shu en Tefnut.Hij is de personificatie van het zonneoog en maakte de mensen uit zijn tranen. Elke avond verdwijnt hij in de mond van Nut en reist gedurende de twaalf uren dat de zon niet schijnt vaart hij in zijn zonneboot door 12 grotten in haar lichaam, in het gezelschap van Thoth, Maat, Hathor en Horus. Gewaarschuwd door Abtu en Anet voor de gevaren, weet hij deze te omzeilen en Apep te verslaan. Hij wordt voorgesteld als man met valkenkop en zonneschijf.

160. Rayt: (Nederlandstalige Google afgezocht en niets gevonden)

161. Rattawy: zonnegodin, begeleidster van Montoe, voorgesteld als koe met zonneschijf op de kop.

162. Renpet: godin van de jeugd en de lente.

163. Reret, Reret–Weret (De Grote Zeug): alter ego van Tawaret, godin van het sterrenbeeld Draak en van de voormailge poolster Thuban. Ze wordt voorgesteld als een nijlpaard.

164. Reshep, Reshpu, Reshef, Resjef: god van oorlog en gevechten, opwekker van bliksem en donder, die oorspronkelijk in Syrië vereerd werd. Hij vormt een triade met Min en Qadesh.

165. Sachmet: godin van de woestijn.

166. Sag, Sal: godin van het noodlot.

167. Sahu: de god van de jacht, die in Griekenland als Orion werd vereerd.

168. Sakhmet, Sekhet, Sekhmet, Shesmetet: krijgs– en oorlogsgodin, verspreidster van ziekten en epidemieën, beschermster van de geneeskunde en de artsen, vereenzelvigd met Hathor, echtgenote van Ptah. Ze wordt voorgesteld als vrouw met leeuwenkop, gekroond met de zonneschijf met daarop de uraeus of als leeuw.

169. Satet: schenkster van het koele water uit Elefantine, bewaakster van de zuidelijke grens, zuster van Ankhet, dochter van Khem. Ze wordt voorgesteld als vrouw met de witte kroon van Boven–Egypte, met zijdelings bevestigde, omhoogstaande gazellenhorens.

170. Sebek, Sobek, Sochet, Suchos: oer–, vruchtbaarheids– en scheppingsgod, god van faraonische macht, echtgenoot van Tawaret. Hij wordt voorgesteld als krokodil of als man met een krokodillenkop.

171. Seker, Sokar, Sokaris, Soker: god van de doden en de begrafenisrites, heerser van de onderwereld. Hij vormt een triade met Ptah en Sekhmet. Hij wordt voorgesteld als man met valkenkop of als valk.

172. Selket, Selkit, Serket, Serquet: godin van de schorpioenen, beschermster van de levenden, geneesster van schorpioenensteken en beten van andere giftige dieren, waakster van de doden. Ze wordt voorgesteld als een vrouw met een schorpioen op haar hoofd.

173. Sematawi-pa-chered: (Google afgezocht en niets gevonden)

174. Sematy: bewaker van de zesde deur van de Onderwereld, voorgesteld als man met een ramskop.

175. Sep, Sepa: god van de duizendpoten, de vruchtbaarheid en de bescherming tegen slangenbeten en schorpioenensteken. Hij wordt voorgesteld als duizendpoot, als man met een ezelskop of als een mummie met twee korte horens.

176. Septu, Sopd, Sopdu, Soped, Sopedu: oorlogsgod van bescherming en verdediging. Hij verzamelt de tanden van lijken en wordt opgeroepen bij een invasie van een vreemd volk.

177. Serapis: hellenistische god van de genezing, de landbouw, de onderwereld en Alexandrië, die ontstond uit een vereenzelviging van Apis met Osiris. Hij wordt afgebeeld als een man met een baard en lang haar (Grieks uiterlijk).

178. Sesat, Seshat, Seshet: godin van de boeken, plattegronden en geschriften, bewaarster van alle Boeken der Goden met daarin alle kennis over architectuur, astronomie en andere wetenschappen, procureur van schrijf– en rekenkunst. Ze isde dochter van Thoth en ze wordt voorgesteld als een vrouw in een kleed van luipaardenvacht en een waaiervormig hoofddeksel.

179. Sesmu: god van het maken van olie en wijn.

180. Set, Setekh, Setesh, Seth, Seti, Sutekh: god van de chaos, storm en woestijn, voorgesteld als man met de kop van een ezelachtig dier of als wezen met ezelsoren, een schorpioenstaart en de kop van een soort Egyptisch aardvarken. Hij vermoordde zijn broer Osiris en verspreidde zijn in stukken gehakte lijk over heel Egypte. Toen Osiris’ zoon Horus terugkwam voor wraak, een oorlog die 80 jaar duurde, stak hij hem diens oog uit. Horus beslechtte de strijd echter door Seth’s testikels af te hakken. Seth werd door Ra en de andere goden veroordeeld en werd sindsdien de god van de donder.

181. Shenty: een koeiengodin.

182. Shu, Su: oergod van de droge lucht, broer van Tefnut, bij wie hij Nut en Geb verwekte, zoon van Atum. Er was echter een probleem dat eruit bestond dat de Nut (de hemel) steeds naar beneden viel op Geb (de aarde). Daarom moesten ze elkaar eeuwig in de armen houden, totdat Shu tussenbeide kwam en de hemel op haar plek hield. Hij wordt voorgesteld als man met op zijn hoofd een veer.

183. Shai, Shait, Shay, Sjai: godin van het (goede) noodlot, tweelingzuster van Renenet en samen met haar de twee handen van Thoth.

184. Shed:

185. Sia:

186. Sjesemtet: vermeldt op beeltenis van Hesep-Seshat en zijn vrouw (09/001/5513)

187. Sjesemoe: (Google afgezocht en niets gevonden)

188. Sopdet, Sothis: godin van de Hondsster Sirius, regelaarster van de getijden en de Nijloverstromingen.

189. Tahuti, Tehuti, Thot, Thoth: oergod van de maan, leider van de doden, uitvinder van schrift en taal, verantwoordelijke voor kalender, tijd en wiskunde en astronomie, bewaker van de goddelijke orde, de rituelen en de geheime kennis, beschermer van de schrijvers. Hij zorgde ervoor dat een jaar 365 dagen telde, een dag 12 uren en een cirkel 360 graden. Hij schreef het Dodenboek, een handleiding vol toverspreuken voor de zielen van pas gestorvenen. Hij wordt voorgesteld als ibis, man met een ibiskop, baviaan of man met een bavianenkop.

190. Tatenen: alter ego van Ptah, god van de plantengroei. Hij wordt voorgesteld als een man met ramshorens en een verenkroon.

191. Tefen: gezel van Tefnut en misschien haar alter ego, vanwege een eventuele typografische fout.

192. Tefenet, Tefnet, Tefnut, Tphenis: godin van de vochtigheid, regen, dauw, en andere neerslagvormen. Ze is de dochter van Atum en aldus de tweelingzuster van Shu, van wie ze Geb en Nut baarde. Sommige inscripties beweren dat ze getrouwd zou zijn met de god Tefen over wie zeer weing geweten is. Ze wordt voorgesteld als leeuw of als vrouw met een leeuwenkop.

193. Tem: vroege god over wie weinig geweten is, geabsorbeerd door Ra.

194. Tenenit, Tjenenet:

195. Tithoës, Toetoe, Tutu (Hij Die De Vijanden Op Een Afstand Houdt): zoon van Neith, beschermer tegen demonen. Hij wordt voorgesteld als een wezen met een mensenhoofd, een leeuwenlichaam, een slangenstaart en vleugels.

196. Un, Unut, Wenut: oorspronkelijke slangengodin die later hazengodin werd. Ze wordt voorgesteld als een vrouw met een haas op haar hoofd.

197. Uneg: een plantengod.

198. Un–Nefer: alter ego van Horus als rechter van de doden.

199. Wadj–Wer: vruchtbaarheidsgod van ondiepe waters. Hij wordt voorgesteld als een man met op zijn lichaam symbolen die verwijzen naar grote meren en lagunes in de noordelijke Delta.

200. Waset, Wosret, Wosyet: beschermgodin van de jongeren, beschermster van de jonge Horus. Ze wordt voorgesteld als een vrouw met een bijl, pijl en boog.

201. Wepwawet: bewakingsgod, opener der wegen naar de Onderwereld, voorgesteld als jakhals of als man met een jakhalskop.

202. Werethekaoe: alter ego van Sekhmet, kronen– en slangengodin, beschermende voedster van de farao, voorgesteld als vrouw met een leeuwenkop.
Desalniettemin sommeerde de accountant-administratieconsulant het achenebbisje jongetje te zandzeepsodemineraalwatersteenstralen.

Reageer