[scheikunde] uitleg bij correctiemodel
Moderators: ArcherBarry, Fuzzwood
-
- Berichten: 6
[scheikunde] uitleg bij correctiemodel
Hi,
Kan iemand mij helpen deze vragen te beantwoorden?
ik vindt ze nogal moeilijk, er staat een correctiemodel bij maar dat helpt niet echt doordat ze alleen maar zeggen wat je moet doen.
Als iemand de uitwerkingen en antwoorden kan helpen zou ik erg op prijs stellen.
http://members.home.nl/pwweekjuhh/vakken/4...efwerk%20H7.pdf
Kan iemand mij helpen deze vragen te beantwoorden?
ik vindt ze nogal moeilijk, er staat een correctiemodel bij maar dat helpt niet echt doordat ze alleen maar zeggen wat je moet doen.
Als iemand de uitwerkingen en antwoorden kan helpen zou ik erg op prijs stellen.
http://members.home.nl/pwweekjuhh/vakken/4...efwerk%20H7.pdf
- Berichten: 711
Re: [scheikunde] uitleg bij correctiemodel
Beste Dauri24,Dauri24 schreef:Hi,
Kan iemand mij helpen deze vragen te beantwoorden?
ik vindt ze nogal moeilijk, er staat een correctiemodel bij maar dat helpt niet echt doordat ze alleen maar zeggen wat je moet doen.
Als iemand de uitwerkingen en antwoorden kan helpen zou ik erg op prijs stellen.
http://members.home.nl/pwweekjuhh/vakken/4...efwerk%20H7.pdf
Het Wetenschapsforum is geen huiswerkmachine. Bovendien zit je in het verkeerde forum (gelieve huiswerkgerelateerde vragen in het Huiswerk forum te stellen).
Natuurlijk zijn we bereid te helpen. Zou je nog even aan willen geven op welke vragen je vastloopt (en waar)? Graag dan ook de vraag in het bericht plaatsen (geen linkjes), dat is wel zo netjes.
-
- Berichten: 6
Re: [scheikunde] uitleg bij correctiemodel
Het spijt me,
ik help hulp nodig met deze twee vragen
1 Bij deze opgave geldt Vm = 24,0 dm3mol-1.
Als je waterstofchloride, HCl(g), in water oplost, krijg je een oplossing die we
`zoutzuur', HCl(aq), noemen.
Als je zoutzuur met een natriumsulfietoplossing laat reageren, ontstaat
zwaveldioxide, volgens de vergelijking:
2 HCl(aq) + SO3
2-(aq) H2O(l) + SO2(g) + 2 Cl-(aq)
Een leraar wil met zijn klas een proef doen om te controleren of de verhouding in
mol in deze reactievergelijking wel juist is. Groepjes leerlingen moeten volgens
zijn aanwijzingen 25,0 ml 0,100 M natriumsulfietoplossing en 25,0 ml 0,250 M
zoutzuur bij elkaar voegen.
a Ga met behulp van een berekening na welke stof, zoutzuur of natriumsulfiet bij
het begin van deze proef in overmaat aanwezig is.
b Bereken hoeveel cm3 zwaveldioxide bij deze proef maximaal kan onstaan.
c Teken de opstelling, die de leerlingen bij deze proef kunnen gebruiken.
De MAC-waarde van zwaveldioxide is 13 mgm-3. Het lokaal heeft de volgende
afmetingen: 7,20 x 9,00 x 3,60 m. In het lokaal zijn 8 groepjes aan het werk. Deze
voeren tijdens de les de proef allemaal één keer uit.
d Bereken of tijdens deze proef in het lokaal de MAC-waarde van SO2 wordt
overschreden.
3 Je hebt een onbekend zout, waarvan je weet dat het negatieve ion het carbonaation
is. We stellen het zout voor door: XCO3 en noemen het `ikscarbonaat'. Als
ikscarbonaat wordt verhit, ontleedt het bij 200 0C en po. Dit kan als volgt in een
reactievergelijking worden weergegeven.
XCO3(s) XO(s) + CO2(g)
Uit 1,20 g ikscarbonaat ontstaat op deze wijze 466 cm3 koolstofdioxide. Bij 2000C
en po geldt dat Vm = 38,8 dm3mol-1.
a Bereken hoeveel mol koolstofdioxide bij deze ontleding is ontstaan.
b Hoeveel mol ikscarbonaat was er bij het begin van de proef aanwezig?
c Bereken de molaire massa van ikscarbonaat.
d Beredeneer welk element X is.
ik help hulp nodig met deze twee vragen
1 Bij deze opgave geldt Vm = 24,0 dm3mol-1.
Als je waterstofchloride, HCl(g), in water oplost, krijg je een oplossing die we
`zoutzuur', HCl(aq), noemen.
Als je zoutzuur met een natriumsulfietoplossing laat reageren, ontstaat
zwaveldioxide, volgens de vergelijking:
2 HCl(aq) + SO3
2-(aq) H2O(l) + SO2(g) + 2 Cl-(aq)
Een leraar wil met zijn klas een proef doen om te controleren of de verhouding in
mol in deze reactievergelijking wel juist is. Groepjes leerlingen moeten volgens
zijn aanwijzingen 25,0 ml 0,100 M natriumsulfietoplossing en 25,0 ml 0,250 M
zoutzuur bij elkaar voegen.
a Ga met behulp van een berekening na welke stof, zoutzuur of natriumsulfiet bij
het begin van deze proef in overmaat aanwezig is.
b Bereken hoeveel cm3 zwaveldioxide bij deze proef maximaal kan onstaan.
c Teken de opstelling, die de leerlingen bij deze proef kunnen gebruiken.
De MAC-waarde van zwaveldioxide is 13 mgm-3. Het lokaal heeft de volgende
afmetingen: 7,20 x 9,00 x 3,60 m. In het lokaal zijn 8 groepjes aan het werk. Deze
voeren tijdens de les de proef allemaal één keer uit.
d Bereken of tijdens deze proef in het lokaal de MAC-waarde van SO2 wordt
overschreden.
3 Je hebt een onbekend zout, waarvan je weet dat het negatieve ion het carbonaation
is. We stellen het zout voor door: XCO3 en noemen het `ikscarbonaat'. Als
ikscarbonaat wordt verhit, ontleedt het bij 200 0C en po. Dit kan als volgt in een
reactievergelijking worden weergegeven.
XCO3(s) XO(s) + CO2(g)
Uit 1,20 g ikscarbonaat ontstaat op deze wijze 466 cm3 koolstofdioxide. Bij 2000C
en po geldt dat Vm = 38,8 dm3mol-1.
a Bereken hoeveel mol koolstofdioxide bij deze ontleding is ontstaan.
b Hoeveel mol ikscarbonaat was er bij het begin van de proef aanwezig?
c Bereken de molaire massa van ikscarbonaat.
d Beredeneer welk element X is.
- Moderator
- Berichten: 51.270
Re: [scheikunde] uitleg bij correctiemodel
OK, dat zijn twee vragen waar je niet uitkomt.
Concentreren we ons eerst eens even op de eerste vraag:
Tot waar geraak je nog, en waar loop je dan op vast?
Concentreren we ons eerst eens even op de eerste vraag:
Tot waar geraak je nog, en waar loop je dan op vast?
ALS WIJ JE GEHOLPEN HEBBEN...
help ons dan eiwitten vouwen, en help mee ziekten als kanker en zo te bestrijden in de vrije tijd van je chip...
http://www.wetenscha...showtopic=59270
help ons dan eiwitten vouwen, en help mee ziekten als kanker en zo te bestrijden in de vrije tijd van je chip...
http://www.wetenscha...showtopic=59270
-
- Berichten: 6
Re: [scheikunde] uitleg bij correctiemodel
in de molverhouding en in het gevraagde te berekenen.
-
- Berichten: 6
Re: [scheikunde] uitleg bij correctiemodel
ik heb vooral hulp nodig met vraag 2 die snap ik helemaal niet
ik bedoel vraag 1 a t/m d (help me astjeblieft)
ik bedoel vraag 1 a t/m d (help me astjeblieft)
- Moderator
- Berichten: 51.270
Re: [scheikunde] uitleg bij correctiemodel
We willen ej met plezier helpen, maar dan is eht altijd wel handig te weten waarmee, en wat je zelf al kunt. .
1a)
1a)
- een bekerglas met 25,0 ml 0,100 M natriumsulfietoplossing: hoeveel mol sulfiet zit daarin? (x mol)
- en een bekerglas met 25,0 ml 0,250 M zoutzuur Hoeveel mol HCL zit dáárin. (y mol)
- hoeveel mol HCl reageert met hoeveel mol sulfiet (zie reactievergelijking)
- als je x mol sulfiet en y mol HCl bij elkaar gooit, welke van de twee is dan het eerste helemaal op? (de andere is dan in overmaat aanwezig)
ALS WIJ JE GEHOLPEN HEBBEN...
help ons dan eiwitten vouwen, en help mee ziekten als kanker en zo te bestrijden in de vrije tijd van je chip...
http://www.wetenscha...showtopic=59270
help ons dan eiwitten vouwen, en help mee ziekten als kanker en zo te bestrijden in de vrije tijd van je chip...
http://www.wetenscha...showtopic=59270
-
- Berichten: 6
Re: [scheikunde] uitleg bij correctiemodel
ooowwh ik zie het nu..
je moet dus de formule gebruiken aantal mol / aantal L = molariteit.
ok dankzij u begrijp ik dat nu.
je moet dus de formule gebruiken aantal mol / aantal L = molariteit.
ok dankzij u begrijp ik dat nu.
- Moderator
- Berichten: 51.270
Re: [scheikunde] uitleg bij correctiemodel
Laat dan maar eens de berekening zien, als die klopt kunnen we verder met 1b....
ALS WIJ JE GEHOLPEN HEBBEN...
help ons dan eiwitten vouwen, en help mee ziekten als kanker en zo te bestrijden in de vrije tijd van je chip...
http://www.wetenscha...showtopic=59270
help ons dan eiwitten vouwen, en help mee ziekten als kanker en zo te bestrijden in de vrije tijd van je chip...
http://www.wetenscha...showtopic=59270
-
- Berichten: 6
Re: [scheikunde] uitleg bij correctiemodel
Ik blijf vast bij de molverhouding, kunt u mij de molverhouding geven zodat ik verder kan werken ??
- Berichten: 711
Re: [scheikunde] uitleg bij correctiemodel
De molverhouding kun je afleiden uit de reactievergelijking.Ik blijf vast bij de molverhouding, kunt u mij de molverhouding geven zodat ik verder kan werken ??
2 HCl (aq) + SO32- (aq)
\(\rightarrow\)
H2O (l) + SO2 (g) + 2 Cl- (aq)Overmaat
Nu kun je aan de hand van de gegeven hoeveelheden natriumsulfiet en zoutzuur berekenen welke van de twee stoffen in overmaat aanwezig is.
- 25,0 ml 0,100 M natriumsulfietoplossing = 25,0 mL x 0,100 mmol/mL = 0,25 mmol SO32- (=0,25·10-3 mol)
- 25,0 ml 0,250 M zoutzuur = 25,0 mL x 0,250 mmol/mL = 6,25 mmol HCl
Let op: ik heb mmol/mL gebruikt voor de molariteit. Dat mag, want is hetzelfde als mol/L. In dit voorbeeld rekent het makkelijker in millimolen (mmol). Ik heb gewoon de teller en noemer gedeeld door 1000.
Uit de reactievergelijking leid je af dat 2 mol HCl reageert met 1 mol SO32-. Er is 0,25 mmol SO32-, daarmee reageert 0,50 mmol HCl. Dus HCl is in overmaat, want je houdt 5,75 mmol HCl over nadat al het SO32- is weggereageerd.
Kun je nu weer verder?