Het KNMI acht de invloed van toegenomen bebouwing klein.
Uit de meetgegevens van het KNMI blijkt dat de minimum (nacht) temperatuur veel sterker stijgt dan de maximumtemperatuur.Rond het meetstation in De Bilt is de verstedelijking toegenomen. Onderzoekers van het KNMI denken dat ongeveer 10% van de waargenomen temperatuurstijging bij dit meetstation in de 20ste eeuw (een stijging van 1,0ºC) te wijten valt aan de toegenomen aanvoer van warmte vanuit Utrecht, Zeist en De Bilt zelf (Brandsma et.al., 2003).
Tussen 1901 en 1920 was de minimumtemperatuur in De Bilt gemiddeld 5,02oC.
In periode 2000 - 2009 was dat 7,33 oC.
Een toename van 2,3 oC.
De maximumtemperatuur steeg over datzelfde interval slechts met 1,4 oC.
Het KNMI beweert dat er vooral andere factoren een rols spelen bij de nachtelijke opwarming:
In de VS is er ook gekeken naar het Urban Heat Island: door een 12-jarig jongetje en zijn vader.toename van de bewolking, veranderingen in het aerosolen gehalte van de atmosfeer en een toename van de specifieke vochtigheid van de lucht.
Het blijkt dat de opwarming tijdens de 20-ste eeuw vrijwel uitsluitend in de grote steden plaatsvindt.
Op het platteland (rural area) is er geen sprake van opwarming, of in veel mindere mate.
<object width="425" height="350"></param></param><embed src="" type="application/x-shockwave-flash" wmode="transparent" width="425" height="350"></embed></object>
Als je zelf een vergelijking wilt maken tussen de opwarming in de steden en het platteland (rural area) snuffel dan verder in de database van GISS.
Het is heel jammer dat het KNMI de invloed van de toegenomen bebouwing niet nader onderzoekt om definitief te kunnen vaststellen of het Urban Heat Island Effect verwaarloosbaar is.