Weer zo'n eentje:
Vraag: welke methode levert in deze situatie het snelst en het makkelijkst het juiste antwoord?
Ik heb al het volgende, maar ik vraag me af of dat niet sneller kan:
-24 is de constante term.
Dat geeft de volgende delers:
-24,-12,-8,-6,-4,-3,-2,1,1,2,3,4,6,8,12,24
Met de gegeven mogelijkheden vallen de volgende al af:
Allen behalve 1, -1, 2, 3, 4 en -4
Bepalen of 1 een nulpunt geeft (zie ook Vuistregeltjes 1 en -1 al dan niet een nulpunt?!):
2-4-13-6-24=-45<0, dus geen nulpunt
Voor -1:
Som even machten: 2-13-24=-35
Som oneven machten: -4-6=-10
-35 is niet gelijk aan -10, dus geen nulpunt voor -1
We vullen vervolgens de resterende waarden (2, -4, 3, -3 en 4) in en vinden dat (enkel en alleen?) deze veelterm voor x=4 een nulpunt heeft.
Wat denken jullie?!
Ik hoor het heel graag.
Wederom bij voorbaat super bedankt!
Bas
