Bewijs de volgende uitspraak.
Vier punten A, B, C en D, niet alle op één rechte gelegen, vormen een parallellogram.
<=> A-B+C-D=O (het zijn puntvectoren dus boven elke letter een pijltje naar rechts)
Oplossing: (kan goed zijn dat dit fout is)
Eerst heb ik 2 gelijke vectoren getekend, namelijk AB en CD (met pijltjes erboven, ook voor de rest van de oplossing)
Omdat de vectoren gelijk zijn, zijn de lijnstukken [AB] en [CD] evenwijdig en even lang.
In de vierhoek ABCD zijn dan twee overstaande zijden evenwijdig en even lang, die vierhoek is dus een parallellogram.
Dit is mijn oplossing, kan iemand me aanvullen of verbeteren?
Bedankt voor je hulp.
Parallellogram: bewijsje
Begonnen door: brxpower, 04 mei 2010 18:08
Dit forum kan gratis blijven vanwege banners als deze. Door te registeren zal de onderstaande banner overigens verdwijnen.
0 gebruiker(s) lezen dit onderwerp
0 leden, 0 bezoekers, 0 anonieme gebruikers
Ook adverteren op onze website? Lees hier meer!
Nieuwsberichten
Gesponsorde vacatures
-
Hier ook uw vacature?
06-14
Nieuwe onderwerpen
-
Ik maakte een video over onts...
22-04
1
-
Koolstofchemie; substitutiere...
22-04
2
-
pH berekening
22-04
2
-
Calciumcarbonaat uitrekenen z...
22-04
14
-
kritische druk
21-04
4
-
bepaal basissen
21-04
2
-
beschouw de lineaire afbeelding
21-04
4
-
Hoogte schouw
20-04
1
-
Lichaam vrijmaken
20-04
1
-
Het geluid van de stem in je...
20-04
1