Het blijft stil in de kosmos

Moderators: Michel Uphoff, jkien

Forumregels
(Middelbare) school-achtige vragen naar het forum "Huiswerk en Practica" a.u.b.
Zie eerst de Huiswerkbijsluiter
Gesloten
Berichten: 27

Het blijft stil in de kosmos

Vijftig jaar geleden begon de speurtocht naar buitenaards leven. Maar nog steeds is het angstwekkend stil. Zou het ook kunnen dat er out there gewoon niemand is?

Steenkoud was het, op de vroege ochtend van vrijdag 8 april 1960, komende week vijftig jaar geleden. Sterrenkundige Frank Drake, 29 jaar jong, klom met half bevroren vingers naar het brandpunt van de 26-meter radiotelescoop in Green Bank, West-Virginia. Het viel nog niet mee om de nieuwe ontvanger nauwkeurig in te regelen en af te stemmen. Maar later die dag werd er voor het eerst in de geschiedenis gericht geluisterd naar mogelijke boodschappen van buitenaardse beschavingen. De Search for Extra-Terrestrial Intelligence (SETI) was begonnen.

‘We hoopten natuurlijk dat we die eerste dag al een wereldschokkende ontdekking zouden doen,’ zegt Drake, inmiddels bijna tachtig. ‘Bij de eerste ster, Tau Ceti, vonden we niets. Maar toen we de schotelantenne daarna op Epsilon Eridani richtten, pikten we binnen een paar minuten een krachtig, snel repeterend signaal op. Ik weet nog dat ik dacht: Mijn god, is het zó makkelijk? Het was het meest opwindende moment in mijn hele wetenschappelijke carrière.’

Pas later bleek dat het signaal zo goed als zeker afkomstig was van een militair vliegtuig, en niet van chattende aliens. Een halve eeuw SETI heeft tot nu toe helemaal niets opgeleverd, ook al is de speurtocht een slordige honderd biljoen keer zo intensief en gevoelig geworden als Project Ozma uit 1960. In 1992 was Frank Drake er nog van overtuigd dat het vóór de eeuwwisseling raak zou zijn; inmiddels vreest hij de ‘grootste ontdekking in de geschiedenis van de mensheid’ niet meer mee te maken.

Maar moedeloos is hij ab-so-luut niet. Sinds vijftien jaar worden er aan de lopende band planeten bij andere sterren ontdekt. Astronomen komen overal in het heelal organische moleculen en de bouwstenen van aminozuren tegen. Alles lijkt erop te wijzen dat het ontstaan van leven in ons eigen zonnestelsel geen bizarre toevalstreffer was, maar een haast onvermijdelijk proces. En Drake – die nog dagelijks rondloopt op het SETI-insituut in Californië – is er rotsvast van overtuigd dat leven automatisch leidt tot intelligentie, technologie en kosmische communicatie.

Daar zijn lang niet alle astronomen – laat staan alle evolutiebiologen – zo zeker van. Volgens sommigen is SETI zelfs geen echte wetenschap, omdat de basishypothese – het bestaan van buitenaardse intelligentie – nooit kan worden weerlegd. ‘SETI wordt door heel veel wetenschappers nog steeds gezien als een enigszins naïeve speurtocht naar groene mannetjes,’ aldus Sara Seager van het Massachusetts Institute of Technology, vorig jaar op het symposium ‘The Search for Life in the Universe’ in Baltimore. ‘Alleen binnen de astrobiologie worden de ‘setizens’ serieus genomen.’

Seager maakt zelf jacht op aarde-achtige planeten bij andere sterren. Dat er op andere plaatsen in het heelal leven voorkomt lijkt haar vrij waarschijnlijk, maar dat daar dan ook radiozenders gebouwd worden, is misschien wat teveel wishful thinking. Seagers collega Lisa Kaltenegger van de Harvard-universiteit denkt er net zo over. ‘Er wordt wel eens gegrapt dat SETI eigenlijk gespeld moet worden als SETEE: Search for Extra-Terrestrial Electrical Engineers,’ zegt ze. ‘Als je wilt weten of er buitenaards leven bestaat, is het veel te kortzichtig om alleen op zoek te gaan naar je eigen evenbeeld.’

SETI-adepten zien dat natuurlijk heel anders. Oké, planeten met intelligente beschavingen zijn dan misschien veel en veel zeldzamer dan planeten met alleen micro-organismen, maar ze zijn wel over veel grotere afstanden te detecteren – aangenomen dat die beschavingen radiocoumminicatie bedrijven. Het is een beetje alsof je aan de rand van een weiland staat, waar de vijf koeien veel sneller in het oog springen dan de honderdduizenden insekten.

Dus is er de afgelopen halve eeuw op alle mogelijke manieren gespeurd, gezocht en geluisterd. Met steeds gevoeliger ontvangers, op steeds meer frequenties. Sterren-met-planetenstelsels kregen natuurlijk extra veel aandacht. En via SETI@home hebben miljoenen mensen over de hele wereld mee helpen zoeken in de gigantische berg meetgegevens. Maar E.T. houdt zich tot nu toe stil.

Jill Tarter van het SETI-instituut blijft echter onverminderd optimistisch. ‘Vijftig jaar is niks vergeleken met de leeftijd van het Melkwegstelsel,’ zegt ze. ‘We zijn nauwelijks begonnen met zoeken. De kosmische hooiberg is onvoorstelbaar groot, maar ooit is het raak. Ik heb dan ook altijd een fles champagne koud liggen.’ Haar mentor Frank Drake is al even zeker van zijn zaak: ‘Het zal misschien nog heel lang duren, maar die succesvolle detectie gaat er een keer komen.’

Wie dat allemaal moet financieren is overigens onduidelijk. In 1992 startte de Amerikaanse NASA een ambitieus SETI-programma, maar dat werd kort daarna de nek omgedraaid door het Congres, dat geen belastinggeld wilde uitgeven aan de speurtocht naar groene mannetjes. Sindsdien wordt SETI volledig bekostigd uit particuliere fondsen en donaties, onder andere van IT-kopstukken als Gordon Moore (Intel), Dave Packard (Packard-Bell) en Paul Allen (Microsoft) – door Tarter omschreven als ‘our angels’.

Maar de zakken van de engelen zijn ook niet oneindig diep. De bouw van de Allen Telescope Array in Californië, speciaal bedoeld voor SETI, ligt bijvoorbeeld al ruim twee jaar stil, met slechts 42 van de geplande 350 antennes in bedrijf. Pionier Drake ziet het echter rooskleurig in. Onder de regering-Obama subsidieert Washington weer voorzichtig wat technologisch onderzoek dat in het kader van SETI wordt uitgevoerd, zegt hij. ‘De recente ontdekkingen rond exoplaneten hebben een nieuwe impuls gegeven.’

Zijn grootste zorg? De ontwikkeling van de communicatietechnologie hier op aarde. Tientallen jaren lang heeft de mensheid krachtige radiogolven de ether in gepompt, vooral via tv-zenders, maar dankzij de opkomst van glasvezel en point-to-point communicatie lekt er steeds minder signaal de ruimte in. ‘De aarde wordt langzaam maar zeker minder goed zichtbaar voor buitenaardse radiotelescopen,’ aldus Drake. ‘Als dat voor andere bewoonde planeten ook geldt, ziet het er somber uit voor SETI.’

Het is de typische SETI-gedachtekronkel ten voeten uit: altijd maar weer ervan uitgaan dat het er bij de aliens net zo aan toegaat als bij ons. Waardoor je dus inderdaad naar je eigen kosmische spiegelbeeld op zoek bent. Drake heeft het ooit zelf een keer gezegd: ‘SETI is a search for who we are and where we fit into the universe’.

De zoektocht naar buitenaardse radioboodschappen vertelt waarschijnlijk meer over de mens dan over E.T. Wetenschap? Jawel, maar eerder sociologie dan astrobiologie.

Vooral dat dikgedrukte stukje is belangerijk. Stel dat buiten aards leven dit al 250 jaar doet? en dus niets uitzend.. dan is het dus bijna onmogelijk voor ons om het te vinden?

Gebruikersavatar
Moderator
Berichten: 51.265

Re: Het blijft stil in de kosmos

Een enorm verhaal plaatsen (, overigens gekopieerd zonder bronvermelding) gevolgd door een korte vraagstelling, is niet zo zinvol. Deze gaat dan ook op slot.

Sluit met je vraag/stelling aub aan bij een van de vele onderwerpen op dit gebied, plaats een gericht en beperkt citaat (quote) met een link naar de bron.
ALS WIJ JE GEHOLPEN HEBBEN...
help ons dan eiwitten vouwen, en help mee ziekten als kanker en zo te bestrijden in de vrije tijd van je chip...
http://www.wetenscha...showtopic=59270

Gesloten