Fysica vraagjes warmte

Kate123

Hallo!

Ik heb 3 oefeningen gekregen ivm warmte voor de les fysica. Maar ik zit een beetje vast.

de eerste vraag: De meeste automotoren worden gekoeld met een vloeistof. Enige tijd na het starten van de motor is de vloeistof van 20°C naar 90°C in t. gestegen. Het koelsysteem bevat 5.0kg vloeistof met soortelijke warmte capaciteit van 3.8*10³. Hoeveel warmte heeft de koelstof nodig voor deze temperatuurstijging?

dan heb ik het volgende gedaan:

Q=c*m*deltaT

Q=3.8*10³ * 5000g * 343K

maar de oplossing vanachter zegt dat Q=1.3*10 tot de 6de moet zijn.

maar ik kom 6517 uit...

2.De verwarmingsdraad van een elektrische kookpan levert 320 J/s. 85% van deze warmte wordt aan het water in de pan afgegeven. Hoe lang moet de draad energie leveren aan 1.00 l water van 15°C om aan de kook te krijgen?

de soortelijke warmte capaciteit van water is 4186 J/kg*K.

dan heb ik het volgende gedaan: delta T= 85° =358

m = 1 l

c= 4186 J/kg*K

Q = m*c*deltaT = 1.5*10tot de 5de

en dan had ik dus 85% van 320 = 272 J/s

dus in 1 sec. warmt het 272 J op en dan dus voor 1.5*10 tot de 5de J is dat 551.5 sec.

maar alweer zegt het boek dat de uitkomst 1.4*10³ moet zijn.

3.er is een verwarmingsinstalatie waarin 0.50m³ water bevindt. s'Ochtends als de ketel aanslaat, moet het water 30°c opwarmen. De ketel heeft een vermogen van 45kW. de soortelijke warmtecapaciteit is 4.186*10³. Bereken hoeveel tijd de ketel nodig heeft om het water weer op t° te brengen.

Help! die snap ik helemaal niet!

alvast bedankt!

JWvdVeer

Stel dat ik hetzelfde kunstje zou doen voor water:

\(Q = cm \Delta T\)

\(c = 4.18 \cdot 10^3 J/kg/K, m = 5.000 kg, \Delta T = (90 - 20) = 70 K \Rightarrow Q = (4.18 \cdot 10^3) \cdot 5 \cdot 70 = 1,46 \cdot 10^6 J\)

Als je deze berekening eventjes naast de jouw legt, zul je zien dat jouw getallen in orde van grootte op sommige punten heel sterk afwijken. Dat zul je dus aan moeten passen.

JWvdVeer

dan heb ik het volgende gedaan: delta T= 85° =358

Nee, dat is een denkfout van je.

\(15°C = 273.15 + 15 = 288,15 K\)

\(100°C = 273.15 + 100 = 373,15 K\)

\(\Delta T = 373.15 - 288.15 = (273.15 + 100) - (273.15 + 15) = 100 - 15 = 85 K\)

Vraag 3: Bereken eerst hoeveel warmte toegevoerd moet worden om die 0.50m³ (denk aan de formule

\(\rho = \frac{V}{m}\)

) 30°C (=30K) op te warmen. Daarnaast moet je bedenken dat kW hetzelfde is als kJ/s.

Kate123

Dankuwel dit heeft me al een heel veel vooruit geholpen

Jan van de Velde

Wat betreft "Δ"T, dat betekent "verandering van" (in dit geval) temperatuur.

zie ook [microcursus] warmtecapaciteit deel 1: basisbegrippen, §4.2

JWvdVeer

Overigens sliep ik zaterdagochtend duidelijk nog:

\(\rho = \frac{V}{m}\)

moet uiteraard zijn:

\(\rho = \frac{m}{V}\)

Wetenschapsforum

Laatste berichten

Nieuwsberichten

Fysica vraagjes warmte

Fysica vraagjes warmte

Re: Fysica vraagjes warmte

Re: Fysica vraagjes warmte

Re: Fysica vraagjes warmte

Re: Fysica vraagjes warmte

Re: Fysica vraagjes warmte