Wobble hypothese

Moderator: ArcherBarry

Reageer
Berichten: 50

Wobble hypothese

Ik las dat de Wobble hypothese een verklaring geeft voor het verschil in beschikbare tRNA moleculen en aantal codons in mRNA. Kennelijk kan 1 base van mRNA (aan het 3' einde) binding aangaan met verschillende tRNA basen. http://en.wikipedia.org/wiki/Wobble_base_pair

In de tabel op wikipedia staat dat een A en een G in mRNA allebei voor een U in tRNA kunnen coderen. Het zou dus niet uitmaken of aan het 3' einde van het mRNA codon een A of een G zit. Maar hoe zit dat dan voor de codons AUA/AUG: de een codeert voor methionine en de ander voor isoleucine? Zelfde geldt voor CGA/CGG: de een is een stopcodon, de ander niet.

Kan iemand me uitleggen hoe het zit of wat ik verkeerd zie?

Alvast bedankt!

Berichten: 50

Re: Wobble hypothese

Na lang zoeken en veel lezen heb ik volgens mij het antwoord gevonden. Dus voor mensen die geïnteresseerd zijn:

Het heeft te maken met de manier waarop de translatie plaatsvindt. Aan het complex dat de translatie begint (kleine ribosoom unit + initiatie factoren) wordt namelijk een tRNA molecuul met methionine geplakt. Als het ribosoom begint met het 'scannen' naar het mRNA codon voor methionine (startcodon) ligt het tRNA molecuul met methionine dus al klaar. Verder zijn er niet echt 'losse' tRNA moleculen met methionine, zodat die zich ook niet zomaar aan het betreffende codon kunnen binden.

En wat het stopcodon betreft: er zijn überhaupt geen tRNA moleculen met deze sequentie omdat het stopcodon niet voor een aminozuur codeert. Als het ribosoom een stopcodon tegenkomt, wordt dit herkend door releasing factors waardoor het net geproduceerde eiwit vrijkomt.

Reageer