Wat houdt de ß-straling precies in?

koko

Ik heb aankomende dinsdag een proefwerk en er staat iets over ß-straling in mijn boek maar ik begrijp niet wat het precies inhoudt.

Ook de vragen die erbij staan begrijp ik niet. Kan iemand mij hiermee helpen? De vraag staat hieronder, onder de vragen staan schuin gedrukt wat mijn antwoorden zijn:

Bij het onderzoek van de schildklier wordt l-131 gebruikt. Deze atoomsoort zendt daarbij ß-straling uit. Bij ß-straling splitst één neutron in de kern zich in één proton en een elektron. Hierbij blijft het proton in de kern en komt het elektron in de elektronenwolk.

A. Wat gebeurt er met het atoomnummer als ß-straling optreedt?

Het atoomnummer verandert aangezien het aantal protonen dus ook is veranderd(er komt eentje bij, dus het atoomnummer wordt een getal hoger).

B. Wat gebeurt er met het massagetal als ß-straling optreedt.

Ook het massagetal verandert, omdat er een neutron minder is en een proton er bij is gekomen.

Als in een l-131 atoom één neutron splitst, ontstaat een nieuw atoom.

C. Geef van het atoom dat ontstaat het elementsymbool, het atoomnummer en het massagetal.

Deze vraag kon ik absoluut niet beantwoorden.

De echte antwoorden zijn:

A.Er verdwijnt een neutron en daarvoor in de plaats komt een proton (en een elektron). Er is dus één proton meer en dus wordt het atoomnummer één groter.

B.Het massagetal verandert niet. Eén proton meer en één elektron meer.

C. Het massagetal verandert niet. Eén neutron minder en één proton meer.

Xe, nr 54, massagetal 131.

Oke, vraag 1 had ik dan goed, maar de overige 2 niet.

Dus mijn vragen zijn eigenlijk:

1. Wat houdt ß-straling precies in?

2. Ik heb nog nooit van het atoomsoort l-131 gehoord, kun je dit in de binas opzoeken?

3. Hoe weet je in godsnaam hoe een atoomsoort l-131 in Xe veranderd?

4. Hoe kan het dat er een proton bij komt terwijl er een neutron weggaat, horen er niet altijd meer neutronen te zijn?

5. Vraag C snap ik helemaal niet, kan iemand dit ook uitleggen?

Ik hoop dat iemand kan helpen!

Jan van de Velde

koko schreef:Dus mijn vragen zijn eigenlijk:

1. Wat houdt ß-straling precies in?

dat er een lading wegvliegt. Als een neutron verandert in een proton komt darbij een ß^-deeltje vrij. Dat nemen we waar als een elektron. lading is behouden, een neutraal neutron verandert in een positief proton en een negatief elektron. Maar ß⁺ bestaat ook: dat heet een positron......

2. Ik heb nog nooit van het atoomsoort l-131 gehoord, kun je dit in de binas opzoeken?

dat is gewoon jodium (die letter I), maar een jodiumisotoop met in totaal 131 kerndeeltjes.

Omdat jodium atoomnummer 53 heeft weet je dat het 53 protonen in de kern heeft. De rest van die 131- 53 = 78 deeltjes zijn dan neutronen. Dat is een heel onstabiele jodiumisotoop. De stabielste, die in de natuur dan ook het meeste voorkomt, is I-127. Oók 53 protonen (en daarom jodium) maar daarnaast 74 neutronen.

3. Hoe weet je in godsnaam hoe een atoomsoort l-131 in Xe veranderd?

zie vraag 5

4. Hoe kan het dat er een proton bij komt terwijl er een neutron weggaat, horen er niet altijd meer neutronen te zijn?

zie uitleg bij vraag 1

5. Vraag C snap ik helemaal niet, kan iemand dit ook uitleggen?

je weet dat jodium 53 protonen heeft. Er wordt je verteld dat er een neutron verandert in een proton (en een elektron, zie ook vraag 1)

De nieuwe kern heeft dan dus 54 protonen (en 77 neutronen). Die 54 komt overeen met het atoomnummer van Xenon. Het totaal aantal kerndeeltjes verandert niet, er is dus Xe-131 ontstaan.

In de havo-vwo BINAS> zie ook tabel 25

koko

Jan van de Velde schreef:dat er een lading wegvliegt. Als een neutron verandert in een proton komt darbij een ß^-deeltje vrij. Dat nemen we waar als een elektron. lading is behouden, een neutraal neutron verandert in een positief proton en een negatief elektron. Maar ß⁺ bestaat ook: dat heet een positron......

dat is gewoon jodium (die letter I), maar een jodiumisotoop met in totaal 131 kerndeeltjes.

Omdat jodium atoomnummer 53 heeft weet je dat het 53 protonen in de kern heeft. De rest van die 131- 53 = 78 deeltjes zijn dan neutronen. Dat is een heel onstabiele jodiumisotoop. De stabielste, die in de natuur dan ook het meeste voorkomt, is I-127. Oók 53 protonen (en daarom jodium) maar daarnaast 74 neutronen.

zie vraag 5

zie uitleg bij vraag 1

je weet dat jodium 53 protonen heeft. Er wordt je verteld dat er een neutron verandert in een proton (en een elektron, zie ook vraag 1)

De nieuwe kern heeft dan dus 54 protonen (en 77 neutronen). Die 54 komt overeen met het atoomnummer van Xenon. Het totaal aantal kerndeeltjes verandert niet, er is dus Xe-131 ontstaan.

In de havo-vwo BINAS> zie ook tabel 25

Wauw, bedankt, duidelijker kon het niet worden

Het zit eigenlijk nogal logisch in elkaar, nu ik je uitleg heb gelezen. Bij het atoomsoort l-131 heb ik bovendien

de domme fout gemaakt om de l als de letter L te lezen, waardoor ik helemaal in de war was omdat ik het niet kon vinden

.

Hartstikke bedankt!

Jan van de Velde

Het zit eigenlijk nogal logisch in elkaar, nu ik je uitleg heb gelezen.

Nou, zeg dan maar, een ²³⁸U - isotoop vervalt met uitzending van een alfa-deeltje. Geef de juiste notatie voor de isotoop die ontstaat......

Wetenschapsforum

Laatste berichten

Nieuwsberichten

Wat houdt de ß-straling precies in?

Wat houdt de

Re: Wat houdt de

Re: Wat houdt de

Re: Wat houdt de