\(\overrightarrow{a}=\overrightarrow{e_1},\overrightarrow{b}=4\overrightarrow{e_2},\overrightarrow{c}=3\overrightarrow{e_3}.\)
{
\({\overrightarrow{e_1},\overrightarrow{e_2},\overrightarrow{e_3}}\)
} dit is een rechtshandig assenstelsel
\(\overrightarrow{d}=4\overrightarrow{e_1}+3\overrightarrow{e_3}\)
Vraag: Maak een vector
\(\overrightarrow{m}\)
dat haaks staat op het vlak gecreerd door
\(\overrightarrow{d}\)
en
\(\overrightarrow{a}\)
.
Nu weet ik dat ik uit het binnenproduct nul moeten laten komen. Maar hoe stel ik een vlak op als een vector?
ALs ik die vector heb kan ik een vergelijking oplossen waaruit
\(\overrightarrow{m}\)
volgt toch?