Diffractie, twee golflengten, buigingsrooster

JeanJean

Goeiemiddag allen,

Ik zit met volgende opgave:

Geel natriumlicht, bestaande uit twee golflengtes, λ1 = 589,00 nm en λ2 = 589,59

nm, valt op een buigingsrooster met 7500 lijnen/cm. Bepaal (a) de maximumorde

m die aanwezig is voor natriumlicht, en (b) de breedte van het rooster die nodig is

om de twee natriumlijnen te onderscheiden.

Het a) - gedeelte van dit vraagstuk heb ik al kunnen oplossen, de maximumorde zal 2 zijn.

Voor het b) - gedeelte zit ik (helaas) op het verkeerde pad.

Ik redeneer als volgt: We kunnen de twee natriumlijnen nog onderscheiden als het minimum van λ1 samenvalt met

het maximum van λ2.

Ik doe dan het volgende:

voor het maximum: a . sin alfa = m λ2

(met a = afstand tussen spleetjes)

Hieruit haal ik dan de hoek alfa, die 62.07° bedraagt. (met m = 2 heb ik gekzoen)

Aangezien dat het minimum en maximum moeten samenvallen, zal alfa dan ook voor het minimum van λ1 gelijk zijn aan de alfa van het maximum van λ2 dus 62.07°.

Dan neem ik de formule voor het minimum:

d . sin alfa = m λ1

<=> d = 1.33 E-6 m

De oplossing moet echter 0,0667 m zijn, ik zit er dus aardig wat naast. Kan iemand me vertellen waar het mis gaat in de redenering? Alvast bedankt

Wetenschapsforum

Laatste berichten

Nieuwsberichten

Diffractie, twee golflengten, buigingsrooster

Diffractie, twee golflengten, buigingsrooster