Lichtsnelheid in de ruimte

Moderators: Michel Uphoff, jkien

Berichten: 2

Lichtsnelheid in de ruimte

Hey iedereen,

Jullie zullen mij allen vast leek vinden. En dat ben ik ook wel, maar zou toch graag een paar van mijn ideeën opgooien en zien wat jullie daarvan denken.

Het eerste idee gaat over afstand.

Ik kan fout zitten maar naar mijn wetenschap word afstand in de ruimte berekend aan de snelheid van het licht.

Hierbij wordt dus uitgegaan van lichtsnelheid als constant gegeven.

Maar hier kortbij, in de kern van de zon, vinden we de eerste afwijking op dit gegeven al.

Hierin zou het licht maar een snelheid hebben van 1 meter per seconde.

Nu is dus mijn theorie dat als het licht hier zo kortbij al condities kan ondervinden welke voor een afwijking van deze constante zorgen. Dat ik ervan overtuigd ben dat doorheen de ruimte meerdere gegevens deze constante onder druk zullen zetten. En met bijgevolg de afstanden aanzienlijk korter of langer zou kunnen zijn.

Volgens mij korter daar deze snelheid na te zijn onderbroken nooit meer op volle snelheid geraakt.

Graag jullie visie...

Volgende keer weer een nieuw idee.

Groetjes,

David

Gebruikersavatar
Berichten: 5.609

Re: Lichtsnelheid in de ruimte

De lichtsnelheid is constant in het vacuum, maar helemaal niet binnen objecten. De ruimte is benaderd vacuum, maar de zon is helemaal geen vacuum, en daarom is er een andere lichtsnelheid. Ook glas, water, plastiek, glasvezel, enz. hebben andere lichtsnelheden. De lichtsnelheid is vrij eenvoudige te bepalen uit het aantal vrije deeltjes binnen de stof.

Dus, er is helemaal niet veel afwijking, want er zijn niet veel deeltjes in het heelal. Het heelal is benaderd vacuum.
Ik kan fout zitten maar naar mijn wetenschap word afstand in de ruimte berekend aan de snelheid van het licht.
Je zit daar dus ook fout, want zoiets kan nooit werken. We bepalen afstanden in de ruitme a.d.h.v. redshifts en periodieke sterren, uit deze afstand leiden we vervolgens af hoe lang het licht er over gedaan heeft om ons te bereiken. Omgekeerd gaat eenvoudigweg niet, want we kunnen aan het licht niet aflezen wanneer het vertrokken is.
What it all comes down to, is that I haven't got it all figured out just yet

And I've got one hand in my pocket and the other one is giving the peace sign

-Alanis Morisette-

Gebruikersavatar
Moderator
Berichten: 51.271

Re: Lichtsnelheid in de ruimte

Volgende keer weer een nieuw idee.
Moderatorverzoek: zolang je aub niet met te wilde fantasieën afkomt? Je topictitel heb ik alvast maar aangepast

De lichtsnelheid waarover we het hebben als we afstanden in lichtjaren gaan meten is de lichtsnelheid in vacuüm. Die is tot op een meter per seconde nauwkeurig vastgesteld, 299 792 458 m/s. De kern van de zon is allesbehalve vacuüm. In een transparante stof als glas zal de lichtsnelheid overigens nog steeds 299 792 458 m/s zijn, maar omdat een foton steeds weer wordt ingevangen en heruitgezonden door de deeltjes in het glas, waarbij steeds enige vertraging optreedt, gaat het een stuk trager door glas (ca 200 000 000 m/s). De deeltjesdichtheid in de kern van de zon is enorm. Of dat in een effectieve snelheid van 1 m/s resulteert zoals je beweert weet ik niet. Maar dat zal ongetwijfeld sterk "vertragend" werken.
ALS WIJ JE GEHOLPEN HEBBEN...
help ons dan eiwitten vouwen, en help mee ziekten als kanker en zo te bestrijden in de vrije tijd van je chip...
http://www.wetenscha...showtopic=59270

Berichten: 7

Re: Lichtsnelheid in de ruimte

Jan van de Velde schreef:Moderatorverzoek: zolang je aub niet met te wilde fantasieën afkomt? Je topictitel heb ik alvast maar aangepast

De lichtsnelheid waarover we het hebben als we afstanden in lichtjaren gaan meten is de lichtsnelheid in vacuüm. Die is tot op een meter per seconde nauwkeurig vastgesteld, 299 792 458 m/s. De kern van de zon is allesbehalve vacuüm. In een transparante stof als glas zal de lichtsnelheid overigens nog steeds 299 792 458 m/s zijn, maar omdat een foton steeds weer wordt ingevangen en heruitgezonden door de deeltjes in het glas, waarbij steeds enige vertraging optreedt, gaat het een stuk trager door glas (ca 200 000 000 m/s). De deeltjesdichtheid in de kern van de zon is enorm. Of dat in een effectieve snelheid van 1 m/s resulteert zoals je beweert weet ik niet. Maar dat zal ongetwijfeld sterk "vertragend" werken.
Als de lichtsnelheid een constante is, kan het enige referentiekader een punt in de ruimte zijn. Aangezien we hierbij geen criteria kunnen hanteren als bewegend of stilstaand punt t.o.v. de ruimte, krijgen we het probleem, dat de lichtsnelheid niet een constante kan zijn, maar slechts een relatieve snelheid t.o.v. de lichtbron. Hierbij neem ik als voorbeeld, dat van een ster, die ons met 200 km/s nadert, het licht ons met een snelheid van 299792 + 200 km/s zou moeten naderen. Is dit niet zo, dan hebben we de paradoxale situatie, dat het licht van de ster vertrekt met 299792 km/s en dus op dat moment t.o.v. ons een snelheid heeft van 299792 + 200 km/s en toch ons oog binnenvalt met "slechts" 299792 km/s. Om ons oog binnen te vallen met 299792 km/s moet het oftewel een lagere aanvangssnelheid hebben gehad t.o.v. de ster (dus 299592 km/s) oftewel moet het met 299792 km/s zijn vertrokken en onderweg vertraagd zijn naar een constante snelheid (t.o.v. wat?)

Gebruikersavatar
Berichten: 5.609

Re: Lichtsnelheid in de ruimte

Als de lichtsnelheid een constante is, kan het enige referentiekader een punt in de ruimte zijn. Aangezien we hierbij geen criteria kunnen hanteren als bewegend of stilstaand punt t.o.v. de ruimte, krijgen we het probleem, dat de lichtsnelheid niet een constante kan zijn, maar slechts een relatieve snelheid t.o.v. de lichtbron. Hierbij neem ik als voorbeeld, dat van een ster, die ons met 200 km/s nadert, het licht ons met een snelheid van 299792 + 200 km/s zou moeten naderen. Is dit niet zo, dan hebben we de paradoxale situatie, dat het licht van de ster vertrekt met 299792 km/s en dus op dat moment t.o.v. ons een snelheid heeft van 299792 + 200 km/s en toch ons oog binnenvalt met "slechts" 299792 km/s. Om ons oog binnen te vallen met 299792 km/s moet het oftewel een lagere aanvangssnelheid hebben gehad t.o.v. de ster (dus 299592 km/s) oftewel moet het met 299792 km/s zijn vertrokken en onderweg vertraagd zijn naar een constante snelheid (t.o.v. wat?)
Neen.

Dit is nu precies de basis van de relativiteitstheorie. Je meet ALTIJD een lichtsnelheid van 299792 km/s, daarentegen klopt je formule 299792 + 200 km/s niet.

We hebben hier nog een minicursusje over liggen: http://www.wetenschapsforum.nl/index.php?showtopic=10831
What it all comes down to, is that I haven't got it all figured out just yet

And I've got one hand in my pocket and the other one is giving the peace sign

-Alanis Morisette-

Berichten: 7

Re: Lichtsnelheid in de ruimte

317070 schreef:Neen.

Dit is nu precies de basis van de relativiteitstheorie. Je meet ALTIJD een lichtsnelheid van 299792 km/s, daarentegen klopt je formule 299792 + 200 km/s niet.

We hebben hier nog een minicursusje over liggen: http://www.wetenschapsforum.nl/index.php?showtopic=10831
Dank voor je antwoord. Heb de cursus bestudeerd. Alleen blijft bij mij steeds een open vraag:

Het dopplereffect.

Het dopplereffect is met geluid in lucht goed verklaarbaar.

Geluidssnelheid is afhankelijk van het medium lucht en het dopplereffect wordt veroorzaakt door de snelheid van bron en ontvanger t.o.v. elkaar.

Gaan we het nu met licht in de ruimte proberen, dan zien we, dat volgens de relativiteitstheorie het licht de ster A verlaat met 299792 km/s t.o.v. die ster ongeacht eigen snelheid van de ster.

Het licht met frequentie X zal de waarnemer (wij dus) naderen met precies dezelfde relatieve snelheid (299792 km/s) ongeacht onze snelheid t.o.v. de ster.

Dit betekent dan wel, dat de frequentie eveneens X zal moeten zijn.

Dus geen rood- of blauwverschuiving.

Hoe kan dit? Immers, Einstein schrijft voor, dat in 2 stelsels de lichtsnelheid in vacuüm exact 299792 km/s bedraagt ongeacht de onderlinge snelheid van de stelsels. Dit houdt wel in, dat het uitgezonden licht door het ene stelsel in exact dezelfde golflengte wordt opgevangen door het andere stelsel. Immers het dopplereffect is gebaseerd op het comprimeren dan wel uitrekken van de golfbewegingen door de relatieve snelheid van zender t.o.v. ontvanger.

En juist dat comprimeren of uitrekken is volgens de R.theorie niet mogelijk, want de ontvanger krijgt per seconde exact hetzelfde aantal lichtgolven als door de ster per seconde is uitgezonden.

Qua tijd bekeken wordt het ook interessant, want als we het toch zichtbare dopplereffect baseren op verschillende tijdsbeleving in ster A en bij ons, kunnen we 2 kanten op: 1 sec duurt bij ster A 1,0012 sec in onze tijd gerekend omdat de ster zich snel van ons af beweegt. Per een van onze seconden zal de ster dus minder lichtgolven uitzenden en zal er een roodverschuiving waargenomen worden. Maar helaas, omdat het allemaal relatief is, kunnen we net zo goed stellen, dat niet de ster zich van ons af beweegt, maar wij ons van de ster af bewegen en dientengevolge de tijd bij ons langzamer gaat. Nu zien we een blauwverschuiving... Tsja, relatief... hoever willen we daarin gaan? Of is dat ook weer een relatief begrip?

Berichten: 624

Re: Lichtsnelheid in de ruimte

zweiundhalbstein schreef:Dank voor je antwoord. Heb de cursus bestudeerd. Alleen blijft bij mij steeds een open vraag:

Het dopplereffect.

Het dopplereffect is met geluid in lucht goed verklaarbaar.

Geluidssnelheid is afhankelijk van het medium lucht en het dopplereffect wordt veroorzaakt door de snelheid van bron en ontvanger t.o.v. elkaar.

Gaan we het nu met licht in de ruimte proberen, dan zien we, dat volgens de relativiteitstheorie het licht de ster A verlaat met 299792 km/s t.o.v. die ster ongeacht eigen snelheid van de ster.

Het licht met frequentie X zal de waarnemer (wij dus) naderen met precies dezelfde relatieve snelheid (299792 km/s) ongeacht onze snelheid t.o.v. de ster.

Dit betekent dan wel, dat de frequentie eveneens X zal moeten zijn.
Voor een lichtgolf geldt dat
\(c = \lambda * f\)
waarin lambda de golflengte is, en f de frequentie. De reden dat ik het zo schrijf, is dat het laat zien dat 2 lichtgolven (die beide natuurlijk als groepsnelheid c hebben) prima verschillende golflengtes kunnen hebben. Maar: als de golflengte X keer zo groot wordt, dan wordt de frequentie X keer zo klein.

Het Dopplereffect stelt dat de frequentie verandert, dus zal de golflengte ook veranderen.

Ik wil niet lullig doen, maar dit zijn niet bepaald ingewikkelde concepten, en als je je wilt branden aan je eigen kijk op de relativiteitstheorie zul je toch eerst wel een aardige basis moeten hebben. Anders bestempel je straks zaken in de gevestigde wetenschap als "fout" terwijl het je eigen onbegrip is.

En dat is een valkuil waar veel mensen in vallen.

Berichten: 7

Re: Lichtsnelheid in de ruimte

Rudeoffline schreef:Voor een lichtgolf geldt dat
\(c = \lambda * f\)
waarin lambda de golflengte is, en f de frequentie. De reden dat ik het zo schrijf, is dat het laat zien dat 2 lichtgolven (die beide natuurlijk als groepsnelheid c hebben) prima verschillende golflengtes kunnen hebben. Maar: als de golflengte X keer zo groot wordt, dan wordt de frequentie X keer zo klein.

Het Dopplereffect stelt dat de frequentie verandert, dus zal de golflengte ook veranderen.

Ik wil niet lullig doen, maar dit zijn niet bepaald ingewikkelde concepten, en als je je wilt branden aan je eigen kijk op de relativiteitstheorie zul je toch eerst wel een aardige basis moeten hebben. Anders bestempel je straks zaken in de gevestigde wetenschap als "fout" terwijl het je eigen onbegrip is.

En dat is een valkuil waar veel mensen in vallen.
Beste Rudeoffline, je mag best lullig tegen mij doen. Alleen denk ik dat we een communicatiestoornis hebben. Het probleem is, dat de R. theorie voorschrijft, dat licht ontsnapt aan de lichtbron met de snelheid van 300000 km/s ongeacht de eigen snelheid van de bron. Hieraan verbind ik de conclusie, dat er dan wat de bron betreft geen dopplereffect kan zijn, omdat in de bewegingsrichting v d bron de golven niet gecomprimeerd worden, zoals men dat in lucht ziet met geluid door een bewegende geluidsbron voortgebracht. In lucht is de geluidssnelheid immers gebonden aan het medium lucht, zodat het bewegen van de bron het geluidssignaal kan vervormen, omdat door het comprimeren van de geluidsgolven het geluid een hogere frequentie krijgt (het dopplereffect dus). In de ruimte, waar de lichtsnelheid t.o.v. de bron altijd 300000 km/s is, ongeacht de eigen snelheid v d bron, worden de lichtgolven dus niet "gecomprimeerd" en zal de frequentie dus ook niet verhogen. Althans, volgens mijn bescheiden mening niet. Evenzo zal de ontvanger met exact dezelfde relatieve snelheid, ongeacht zijn eigen snelheid t.o.v. de bron, het licht door de bron uitgestraald, opvangen. Hij zal dus ook geen dopplereffect waar kunnen nemen. Dit is tenminste de logische gevolgtrekking die ik maak uit de door mij (verkeerd?) begrepen inhoud v d R.theorie. Of denk je dat dit krom geredeneerd is? Toegegeven, ik ben een leek en heb op waarschijnlijk het gros van de forumgasten een gruwelijke kennisachterstand, maar logisch denken gaat mij meestal wel in voldoende mate.

Gebruikersavatar
Berichten: 5.609

Re: Lichtsnelheid in de ruimte

Hij zal dus ook geen dopplereffect waar kunnen nemen. Dit is tenminste de logische gevolgtrekking die ik maak uit de door mij (verkeerd?) begrepen inhoud v d R.theorie. Of denk je dat dit krom geredeneerd is? Toegegeven, ik ben een leek en heb op waarschijnlijk het gros van de forumgasten een gruwelijke kennisachterstand, maar logisch denken gaat mij meestal wel in voldoende mate.
Als de logica het niet haalt, zit er natuurlijk niets anders op om het zelf eens te tekenen/uitrekenen.

Waar ik je wel in volg, is dat dopplereffect bij licht niet hetzelfde is als in geluid. Bij geluid zijn er 2 componenten: de snelheid van de bron t.o.v. het medium en de snelheid van de waarnemer t.o.v. het medium. Je hebt gelijk dat je die 2 componenten niet meer hebt bij licht, want er is geen medium. Maar je hebt wel iets nieuws, en dat is de snelheid van de bron t.o.v. de waarnemer en die zorgt voor het volledige dopplereffect.

Je hebt dus ruw genomen 2 effecten, enerzijds sta je met licht zogezegd zelf steeds stil in je medium (lichtsnelheid is namelijk in alle richtingen dezelfde), dit is inderdaad veranderd. Maar je hebt nog altijd het effect dat de bron vanuit jouw standpunt gezien, beweegt t.o.v. het medium. Anderzijds heb je het effect dat de tijd van de bron voor jou trager lijkt te gaan, waardoor iets wat normaal aan een bepaalde frequentie zend, nu een tragere frequentie heeft.

Merk op: voor de bron ziet die hele situatie er anders uit, maar dat is niet van belang. De relativiteitstheorie werkt zo dat je ALLEEN vanuit de positie van de waarnemer mag denken. Alles wat de bron zelf zou waarnemen is irrelevant, want jij als waarnemer doet niet noodzakelijk dezelfde waarnemingen. Dus kan voor jou de bron zogezegd bewegen t.o.v. het medium, ook al kan dat volgens de bron niet.

Je kan alles nog eens rustig nalezen op wiki. We verzinnen dit dus niet ter plekke, er is al over nagedacht geweest.

Indien je nog steeds vermoed dat er iets schort, wat perfect kan, dan is het het handigst als je de redenering in stapjes à la wiskundig bewijs neerschrijft. Dan is het eenvoudig om aan te wijzen waar je volgens ons verkeerd gaat (of juist niet)
What it all comes down to, is that I haven't got it all figured out just yet

And I've got one hand in my pocket and the other one is giving the peace sign

-Alanis Morisette-

Berichten: 7

Re: Lichtsnelheid in de ruimte

317070 schreef:Als de logica het niet haalt, zit er natuurlijk niets anders op om het zelf eens te tekenen/uitrekenen.

Waar ik je wel in volg, is dat dopplereffect bij licht niet hetzelfde is als in geluid. Bij geluid zijn er 2 componenten: de snelheid van de bron t.o.v. het medium en de snelheid van de waarnemer t.o.v. het medium. Je hebt gelijk dat je die 2 componenten niet meer hebt bij licht, want er is geen medium. Maar je hebt wel iets nieuws, en dat is de snelheid van de bron t.o.v. de waarnemer en die zorgt voor het volledige dopplereffect.

Je hebt dus ruw genomen 2 effecten, enerzijds sta je met licht zogezegd zelf steeds stil in je medium (lichtsnelheid is namelijk in alle richtingen dezelfde), dit is inderdaad veranderd. Maar je hebt nog altijd het effect dat de bron vanuit jouw standpunt gezien, beweegt t.o.v. het medium. Anderzijds heb je het effect dat de tijd van de bron voor jou trager lijkt te gaan, waardoor iets wat normaal aan een bepaalde frequentie zend, nu een tragere frequentie heeft.

Merk op: voor de bron ziet die hele situatie er anders uit, maar dat is niet van belang. De relativiteitstheorie werkt zo dat je ALLEEN vanuit de positie van de waarnemer mag denken. Alles wat de bron zelf zou waarnemen is irrelevant, want jij als waarnemer doet niet noodzakelijk dezelfde waarnemingen. Dus kan voor jou de bron zogezegd bewegen t.o.v. het medium, ook al kan dat volgens de bron niet.

Je kan alles nog eens rustig nalezen op wiki. We verzinnen dit dus niet ter plekke, er is al over nagedacht geweest.

Indien je nog steeds vermoed dat er iets schort, wat perfect kan, dan is het het handigst als je de redenering in stapjes à la wiskundig bewijs neerschrijft. Dan is het eenvoudig om aan te wijzen waar je volgens ons verkeerd gaat (of juist niet)
Beste Moderator, dank voor je antwoord. Ik begrijp dat jullie dit niet ter plekke verzinnen. Ongetwijfeld zal er door duizenden over nagedacht worden. Ondertussen zit ik te proberen om het in een leuke formule te comprimeren, want iets voor jezelf voor ogen hebben is één, maar om het zo waterdicht te formuleren dat het over komt is nog een heel ander verhaal. Eigenlijk vind ik het wel struisvogelpolitiek om niet vanuit de positie van de bron te mogen denken. Waarom niet? Als bij de bron de tijd langzamer gaat omdat hij zich snel van ons af beweegt, nemen we onszelf als uitgangspunt en kijken er eenzijdig tegenaan. Wij kunnen immers net zo goed ons van de bron af bewegen, zodat de tijd bij ons langzamer gaat dan bij de bron. Waarvan is die tijdsvertraging nu afhankelijk? Wie beweegt zich van wie af? En wie zegt dat het niet van zowel het massaverschil EN het snelheidsverschil van beiden afhangt? De horloges van de astronauten liepen achter toen ze terug kwamen. Hun massa was te verwaarlozen bij die van onze planeet. Kunnen we niet stellen, dat bij verwijdering van twee stelsels van gelijke totale massa de klokken gelijk blijven lopen, en dat bij verwijdering van twee stelsels van ongelijke massa de klok van het stelsel met de minste massa achter gaat lopen op die van het zwaardere stelsel?

Gebruikersavatar
Berichten: 5.609

Re: Lichtsnelheid in de ruimte

Wij kunnen immers net zo goed ons van de bron af bewegen, zodat de tijd bij ons langzamer gaat dan bij de bron. Waarvan is die tijdsvertraging nu afhankelijk? Wie beweegt zich van wie af? Wij kunnen immers net zo goed ons van de bron af bewegen, zodat de tijd bij ons langzamer gaat dan bij de bron.
Klopt, vanaf het standpunt van de bron gezien loopt onze tijd trager. We bewegen ons namelijk van elkaar af. Dit is niet in tegenspraak met het feit dat wij de tijd aan de bron trager zien lopen. We zien gewoon beiden elkaars tijd trager lopen.
Waarvan is die tijdsvertraging nu afhankelijk? Wie beweegt zich van wie af? En wie zegt dat het niet van zowel het massaverschil EN het snelheidsverschil van beiden afhangt? De horloges van de astronauten liepen achter toen ze terug kwamen. Hun massa was te verwaarlozen bij die van onze planeet. Kunnen we niet stellen, dat bij verwijdering van twee stelsels van gelijke totale massa de klokken gelijk blijven lopen, en dat bij verwijdering van twee stelsels van ongelijke massa de klok van het stelsel met de minste massa achter gaat lopen op die van het zwaardere stelsel?
Oei, dan heb je de tweelingparadox nog niet goed begrepen, denk ik. Dat heeft namelijk niets met de eventuele massa van de stelsels te maken. Zie: http://nl.wikipedia.org/wiki/Tweelingparadox

De ene wisselt astronaut 3x van inertiaalstelsel, de andere niet. De situatie is dus niet symmetrisch, want versnelling is WEL iets dat je ondubbelzinnig kunt meten. Versnelling is dus niet relatief, maar absoluut.
What it all comes down to, is that I haven't got it all figured out just yet

And I've got one hand in my pocket and the other one is giving the peace sign

-Alanis Morisette-

Berichten: 7

Re: Lichtsnelheid in de ruimte

317070 schreef:Klopt, vanaf het standpunt van de bron gezien loopt onze tijd trager. We bewegen ons namelijk van elkaar af. Dit is niet in tegenspraak met het feit dat wij de tijd aan de bron trager zien lopen. We zien gewoon beiden elkaars tijd trager lopen.

Oei, dan heb je de tweelingparadox nog niet goed begrepen, denk ik. Dat heeft namelijk niets met de eventuele massa van de stelsels te maken. Zie: http://nl.wikipedia.org/wiki/Tweelingparadox

De ene wisselt astronaut 3x van inertiaalstelsel, de andere niet. De situatie is dus niet symmetrisch, want versnelling is WEL iets dat je ondubbelzinnig kunt meten. Versnelling is dus niet relatief, maar absoluut.
Als wij beiden elkaars tijd trager zien lopen, is het dopplereffect dus voor 100% toe te schrijven aan het feit, dat we de tijd van de bron trager zien lopen. In feite gaat de tijd zowel bij de bron als bij ons NET zo snel, omdat bij ons BEIDEN de tijd vertraagd is a.g.v. de relatieve beweging t.o.v. elkaar, alleen ZIEN wij de tijd v d bron vertragen en de bron ZIET idem bij ons.

Het berust dus alles op optisch bedrog. Er is geen onderling verschil in de snelheid waarin onze klokken lopen, dus de frequentie waarin het licht uitgezonden wordt door de bron zou ongewijzigd voor ons waarneembaar moeten zijn op het moment dat het licht hier aan komt. Er lopen hier twee soorten van logica door elkaar, die elkaar tegenspreken, lijkt mij.

Ik vind het trouwens wel een bijzonder interessant onderwerp om mijn hersens op te breken.

Berichten: 624

Re: Lichtsnelheid in de ruimte

Beste Rudeoffline, je mag best lullig tegen mij doen. Alleen denk ik dat we een communicatiestoornis hebben. Het probleem is, dat de R. theorie voorschrijft, dat licht ontsnapt aan de lichtbron met de snelheid van 300000 km/s ongeacht de eigen snelheid van de bron. Hieraan verbind ik de conclusie, dat er dan wat de bron betreft geen dopplereffect kan zijn, omdat in de bewegingsrichting v d bron de golven niet gecomprimeerd worden, zoals men dat in lucht ziet met geluid door een bewegende geluidsbron voortgebracht. In lucht is de geluidssnelheid immers gebonden aan het medium lucht, zodat het bewegen van de bron het geluidssignaal kan vervormen, omdat door het comprimeren van de geluidsgolven het geluid een hogere frequentie krijgt (het dopplereffect dus). In de ruimte, waar de lichtsnelheid t.o.v. de bron altijd 300000 km/s is, ongeacht de eigen snelheid v d bron, worden de lichtgolven dus niet "gecomprimeerd" en zal de frequentie dus ook niet verhogen. Althans, volgens mijn bescheiden mening niet.
Dat klopt niet. Dopplerverschuiving is een fenomeen voor golven in welk medium (of geen medium!) dan ook.

Gebruikersavatar
Berichten: 5.609

Re: Lichtsnelheid in de ruimte

Het berust dus alles op optisch bedrog.
Nee hoor, de tijd gaat ECHT trager.
r is geen onderling verschil in de snelheid waarin onze klokken lopen,
??? De tijd gaat trager. punt. Onze klokken lopen wel degelijk aan een verschillende snelheid ;)

Volgens mij moet je nog leren het absolute denken los te laten. Vooreerst, waarnemingen kun je enkel doen vanuit een waarnemer, en die heeft ergens een plaats in een inertiaalstelsel. Als je van daaruit vertrekt is alles veel begrijpelijker.
What it all comes down to, is that I haven't got it all figured out just yet

And I've got one hand in my pocket and the other one is giving the peace sign

-Alanis Morisette-

Berichten: 7

Re: Lichtsnelheid in de ruimte

317070 schreef:Nee hoor, de tijd gaat ECHT trager.

??? De tijd gaat trager. punt. Onze klokken lopen wel degelijk aan een verschillende snelheid ;)

Volgens mij moet je nog leren het absolute denken los te laten. Vooreerst, waarnemingen kun je enkel doen vanuit een waarnemer, en die heeft ergens een plaats in een inertiaalstelsel. Als je van daaruit vertrekt is alles veel begrijpelijker.
De tijd gaat bij de bron ECHT trager.

=> Wij zien het licht v d bron roder omdat zijn tijd trager gaat dan de onze.

=> Dan ziet iemand op de bron het licht van onze zon dus BLAUWER dan het is, want onze tijd gaat immers sneller dan de zijne. (blauwshift ondanks dat wij ons v elkaar verwijderen)

Of gaat de tijd v d bron trager dan de onze en onze tijd OOK trager dan de tijd v d bron?

Zoals Frank Zappa eens zong:"Both of my legs are shorter than the other"

Dat begrijp ik niet, en zal het waarschijnlijk nooit begrijpen.

Reageer