Genetica taaislijmziekte

dromal

Hallo,

Ik heb de volgende opdracht.

Een patient heeft taaislijmziekte. Dit is een autosomaal recessieve aandoening die in deze bevolking bij 1:1600 personen voorkomt. Hij is getrouwd met een gezonde, niet-verwante vrouw en wil graag weten wat de kans is op het krijgen van een kind met deze ziekte.

De kans dat het eerste kind van II2 en II3 taaislijmziekte zal hebben is:

a. 1/20

b. 1/40

c. 1/80

d. 1/120

Ik had al gesteld dat de man aa heeft. Die vrouw moet dus Aa hebben, omdat er anders geen kind kan zijn met de ziekte. Alleen ik kwam niet verder dan dit.. Zou iemand mij kunnen helpen?

dromal

Ik heb een verkeerde conclusie getrokken.. de man hoeft helemaal geen aa te hebben. Er staat namelijk niet dat hij homozygoot is. Dus de man kan ook Aa hebben en de vrouw is gezond dus kan AA hebben.

Ik zou dus denken dat het kind 1/4 kans heeft op de ziekte, maar dat antwoord staat er niet bij.

Weet iemand wat ik fout doe?

EvilBro

Ik heb een verkeerde conclusie getrokken.. de man hoeft helemaal geen aa te hebben.

Dat is onjuist. De aandoening is recessief. Je moet dus geen enkel dominant gen hebben om de aandoening te krijgen. De man heeft de aandoening, dus aa.

Met hoeveel wiskunde moet je dit oplossen? Ik kan hem bijvoorbeeld exact oplossen door een tweede graads vergelijking op te stellen, maar misschien is afschatten ook wel voldoende.

dromal

Met niet zoveel wiskunde:P dus schatten zal goed zijn.

Hoe kan ik het dan schatten?

EvilBro

De kans dat een ouder een recessief gen doorgeeft is de kans dat de ouder aA is en het recessieve gen doorgeeft plus de kans dat de ouder aa, ofwel:

\(P(a) = \frac{1}{2} P(aA) + P(aa)\)

Schat in dat

\(P(aa) \ll P(aA)\)

, dan:

\(P(a) \approx \frac{1}{2} P(aA) \)

\(\sqrt{P(a)^2} \approx \frac{1}{2} P(aA) \)

\(\sqrt{P(aa)} \approx \frac{1}{2} P(aA) \)

De kans op de aandoening is gelijk aan de kans dat de vrouw aA heeft en het recessieve gen doorgeeft (de man heeft immers geen invloed. Hij geeft altijd een recessief gen door). Dat is dus:

\(\frac{1}{2} P(aA) \approx \sqrt{P(aa)} = \frac{1}{40}\)

dromal

De laatste 3 stappen snap ik niet helemaal..

\(\sqrt{P(a)^2} \approx \frac{1}{2} P(aA) \)

Dit doe je in het kwadraat omdat je 2 keer een a (dus aa) wilt hebben?

\(\sqrt{P(aa)} \approx \frac{1}{2} P(aA) \)

\(\frac{1}{2} P(aA) \approx \sqrt{P(aa)} = \frac{1}{40}\)

Hoe kom je hier opeens op 1/40?

EvilBro

P(aa) = 1/1600 (want dat staat in de vraag)

dromal

Ooohja..

Ik moet beter lezen

Bedankt voor je hulp!!!!

Jan van de Velde

Ooohja.. Ik moet beter lezen

De volgende formule is van groot belang in alle middelbareschoolvakken

RTFQ=½BA

(troost je, je staat hierin verre van alleen, dus ik bedoel er niks persoonlijks mee)

sjoerd2

deze vraag moeten we zonder rekenmachine kunnen, hoe kunnen we het makkelijk uit onze hoofd doen?

Jan van de Velde

deze vraag moeten we zonder rekenmachine kunnen, hoe kunnen we het makkelijk uit onze hoofd doen?

\(\sqrt{1600} \)

dat moet uit het hoofd nog wel lukken lijkt me?

Wetenschapsforum

Laatste berichten

Nieuwsberichten

Genetica taaislijmziekte

Genetica taaislijmziekte

Re: Genetica taaislijmziekte

Re: Genetica taaislijmziekte

Re: Genetica taaislijmziekte

Re: Genetica taaislijmziekte

Re: Genetica taaislijmziekte

Re: Genetica taaislijmziekte

Re: Genetica taaislijmziekte

Re: Genetica taaislijmziekte

Re: Genetica taaislijmziekte

Re: Genetica taaislijmziekte