Toelatingsexamen: vragen chemie

habilis5

1) Seleen: 7934 Se

van welk van de volgende elementen verwacht je dat het zich gelijkaardig gedraagt als Se?

a) o

b) p

c) Cl

d) S

Ik heb hier antwoord d gekozen omdat het aantal schillen en valentie elektronen het best overeenkomt met dat van Se

2) Zwak zuur 0,01 M, wat is juist ivm pH of (H+)

a) pH = 2

b)pH is groter dan 2

c) H+ = 0,02 M

d) H+ is groter dan 0,02

hier heb ik gekozen voor b, de pH van een zwak zuur is immers groter dan 2...

3) Werkplaats bevat 3,06 . 10-6 mol C2H3Cl

De concentratie van het gas in de werkplaats bedraagt ? (inhoud werkplaats = 600 m3)

Hier heb ik geen uitkomst maar ik zou zeggen 0,5 mol/l . 108

4) geg: ethanoplossing met massadichtheid = 0,79 g/ml

je hebt 1,2 ml

gvrgd: je moet 0,6 mol hebben, hoeveel ml moet je van deze oorspronkelijke oplossing nemen?

a) 70ml

b) 0,6 ml

c) 55 ml

d) 35 ml

ik weet dat 1 m³gelijk is aan 1 l maar dan moet je werken met belachelijk grote getallen die volgens mij niet kloppen...

5) 0,1 n NaOH wordt getitreerd met 25 ml HCl 0,05 n tot EP

Hoeveel NaOH was aanwezig?

a) 12,5 ml

b) 25 ml

c) 50 ml

d) 37,5 ml

Hier kwam ik 50 ml uit

Bedankt voor jullie hulp

Fred F.

1) Inderdaad d). Se staat in het periodiek systeem in dezelfde groep als S.

2) Correct.

3) .... Hier heb ik geen uitkomst maar ik zou zeggen 0,5 mol/l . 108

Wat bedoel je met: 0,5 mol/l . 108

Ik vermoed dat men als antwoord een concentratie in volume ppm (= mol ppm) verwacht.

4) .... ik weet dat 1 m³ gelijk is aan 1 l maar dan moet je werken met belachelijk grote getallen die volgens mij niet kloppen...

1 m³ is niet gelijk aan 1 L maar gelijk aan 1000 L. Maar wat doet dit terzake? Waarom praat je over m³ en liters als het hier om milliliters gaat? Of slaat dit nog op vraag 3) en heb je nog helemaal geen antwoord voor deze vraag?

Eerst bepalen wat de alcoholconcentratie in de oorspronkelijke oplossing is en dan hoeveel je dus daarvan nodig hebt voor die 0,6 mol alcohol.

5) .... Hier kwam ik 50 ml uit

Dat is niet juist.

habilis5

Fred F. schreef:1) Inderdaad d). Se staat in het periodiek systeem in dezelfde groep als S.

2) Correct.Wat bedoel je met: 0,5 mol/l . 1081 m³ is niet gelijk aan 1 L maar gelijk aan 1000 L. Maar wat doet dit terzake? Waarom praat je over m³ en liters als het om milliliters gaat?

Eerst bepalen wat de alcoholconcentratie in de oorspronkelijke oplossing is en dan hoeveel je dus daarvan nodig hebt voor die 0,6 mol alcohol.Dat is niet juist.

euhm ik bedoel dat ik 0,5 maal 0,108 zou doen om de juist oplossing te bekomen.. Kan je 4 en 5 eens uitleggen voor mij dan aub

Fred F.

euhm ik bedoel dat ik 0,5 maal 0,108 zou doen om de juist oplossing te bekomen..

Ik begrijp niet hoe jij rekent.

De concentratie is 3,06_*10^-6 mol in 600000 Liter = 5,1_*10^-12 mol/L. Maar dit zou wel een heel simpel examenvraagstuk zijn als alleen dit de bedoeling was. Ik vermoed dat men de concentratie wil weten in volume ppm (mol ppm) want daarin wordt de concentratie van ongewenste stoffen gewoonlijk uitgedrukt. Daarvoor moet je eerst die 600 m³ omrekenen naar molen, of die 3,06_*10^-6 mol naar liters.

4) je hebt de dichtheid van ethanol en van water nodig om de ethanolconcentratie in de oorspronkelijke oplossing te berekenen met die 0,79 g/ml.

Daarna is het simpel om te bepalen hoeveel ml hiervan de gevraagde 0,6 mol bevat.

5) je moet je afvragen:

hoeveel mol HCl is er verbruikt ?

hoeveel mol NaOH reageert met 1 mol HCL (reactievergelijking) ?

hoeveel mol NaOH was er dus ?

hoeveel ml NaOH was dat dus?

habilis5

Fred F. schreef:Ik begrijp niet hoe jij rekent.

De concentratie is 3,06_*10^-6 mol in 600000 Liter = 5,1_*10^-12 mol/L. Maar dit zou wel een heel simpel examenvraagstuk zijn als alleen dit de bedoeling was. Ik vermoed dat men de concentratie wil weten in volume ppm (mol ppm) want daarin wordt de concentratie van ongewenste stoffen gewoonlijk uitgedrukt. Daarvoor moet je eerst die 600 m³ omrekenen naar molen, of die 3,06_*10^-6 mol naar liters.

4) je hebt de dichtheid van ethanol en van water nodig om de ethanolconcentratie in de oorspronkelijke oplossing te berekenen met die 0,79 g/ml.

Daarna is het simpel om te bepalen hoeveel ml hiervan de gevraagde 0,6 mol bevat.

5) je moet je afvragen:

hoeveel mol HCl is er verbruikt ?

hoeveel mol NaOH reageert met 1 mol HCL (reactievergelijking) ?

hoeveel mol NaOH was er dus ?

hoeveel ml NaOH was dat dus?

ok maar bij vraag 4, dit is alles wat ik gekregen heb... hoe los ik dit dan verder op ? Kan je met ietsje verder op weg zetten voor de titratie? De formule die ik zou gebruiken is: M base maal V base = M zuur maal V zuur

Fred F.

ok maar bij vraag 4, dit is alles wat ik gekregen heb... hoe los ik dit dan verder op ?

Ofschoon in het vraagstuk sprake is van een ethanoloplossing zie ik nu dat de dichtheid van zuivere ethanol gelijk is aan de gegeven dichtheid, dus blijkbaar is het geen oplossing van ethanol in water maar zuivere ethanol. Dat maakt het een stuk eenvoudiger.

0,79 gram ethanol per ml = .... mol/ml dus 0,6 mol ethanol = .... ml

Kan je met ietsje verder op weg zetten voor de titratie? De formule die ik zou gebruiken is: M base maal V base = M zuur maal V zuur

Dan moet je het nog maar eens proberen maar nu zonder rekenfout te maken.

Juiste antwoord is niet c maar a.

Wetenschapsforum

Laatste berichten

Nieuwsberichten

Toelatingsexamen: vragen chemie

Toelatingsexamen: vragen chemie

Re: Toelatingsexamen: vragen chemie

Re: Toelatingsexamen: vragen chemie

Re: Toelatingsexamen: vragen chemie

Re: Toelatingsexamen: vragen chemie

Re: Toelatingsexamen: vragen chemie