Voor mijn 2e jaars biomedische technologie vak "thermodynamica en fysische chemie" ben ik aan het leren voor mijn hertentamen (het vak ligt me niet echt) aan het leren en loop ik vast op de volgende opgave:
Wat zijn de concentraties van alle producten in een 0.3M CH3COONa oplossing
gegeven:
KCH3COOH= 1.8*10-5
KH2O = 1.00*10-14
Daarvoor moet eerst bepaald worden wat de producten zijn:
CH3COONa --> CH3COO- + Na+
CH3COO- + H+ <--> CH3COOH
H2O <--> H+ + OH-
en dan kom ik op de volgende formules uit die me verder kunnen helpen:
[CH3COO-] + [CH3COOH] = 0.3 M
[Na+] =0.3
[H+]·[OH-]=1.00*10-14
[CH3COO-]·[H+]/[CH3COOH]=1.8*10-5
[H+]+ [Na+] = [CH3COO-] + [OH-]
Van al dit bovenstaande ben ik vrij zeker dat het klopt maar dit is het punt waar ik eigenlijk vastloop. Ik kan nu wel verder gaan met formules omzetten en proberen die op te lossen maar ik kom eigenlijk telkens (na heel lang rekenen) op hele lange nog steeds niet opgeloste formules uit (terwijl de opgave volgens mij niet zo moeilijk moet zijn).
Heeft iemand nog tips over hoe ik dit verder zou moeten aanpakken? Of zie ik nog iets over het hoofd?
Er is geen zuur aanwezig maar H+ ionen zitten er toch wel in!? (zie 3e vergelijking).
water splitst constant op in H+ en OH-, het gebeurt niet veel (vandaar de zeer lage evenwichtscoëfficient) maar het is er toch wel? Of zie ik dit helemaal verkeerd?
Het is nu wat aan de late kant dus zal morgen even het stappenplan na lopen en kijken of ik dan wel opschiet.
kingtim schreef:Er is geen zuur aanwezig maar H+ ionen zitten er toch wel in!? (zie 3e vergelijking).
water splitst constant op in H+ en OH-
Eens. Maar als er H+ wordt weggenomen verschuift het waterevenwicht naar rechts. En als je dan steeds de H+ wegneemt houd je OH- over.
Je kunt ook de tweede en derde vergelijking bij elkaar optellen en wegstrepen. Dan krijg je ook de reactie van het acetaation met water waarbij OH- ontstaat.
