Zeer zwakke basen
Moderators: ArcherBarry, Fuzzwood
- Berichten: 1.247
Zeer zwakke basen
Hallo,
Dit stukje gaat over 'zeer zwakke basen' (met schuingedrukte vragen van mij xD):
'Alle basen die in BINAS tabel 49 boven H2O staan, zijn te zwak om met H3O+(aq) ionen te reageren.'
Omdat....? Of moet je dat gewoon even aannemen/leren?
'Een voorbeeld is het Cl- ion. Als dit ion een H+ zou opnemen, zou het sterke zuur waterstofchloride ontstaan. Sterke zuren kunnen echter niet ontstaan in water, want ze zijn in water voor 100% gesplitst in ionen.'
Betekent dit dat je nooit een sterk zuur kunt krijgen in een oplossing? (Zo ja, is daar dan ook een verklaring voor?)
'Met waterstofchloride gebeurt in water het volgende:
HCl + H2O -> H3O+ + Cl-
De reactie verloopt niet in omgekeerde richting: de Cl- ionen reageren niet met de H3O+ ionen.
(Zelfde vraag als bij het eerste stuk xD)
Dit stukje gaat over 'zeer zwakke basen' (met schuingedrukte vragen van mij xD):
'Alle basen die in BINAS tabel 49 boven H2O staan, zijn te zwak om met H3O+(aq) ionen te reageren.'
Omdat....? Of moet je dat gewoon even aannemen/leren?
'Een voorbeeld is het Cl- ion. Als dit ion een H+ zou opnemen, zou het sterke zuur waterstofchloride ontstaan. Sterke zuren kunnen echter niet ontstaan in water, want ze zijn in water voor 100% gesplitst in ionen.'
Betekent dit dat je nooit een sterk zuur kunt krijgen in een oplossing? (Zo ja, is daar dan ook een verklaring voor?)
'Met waterstofchloride gebeurt in water het volgende:
HCl + H2O -> H3O+ + Cl-
De reactie verloopt niet in omgekeerde richting: de Cl- ionen reageren niet met de H3O+ ionen.
(Zelfde vraag als bij het eerste stuk xD)
- Berichten: 1.253
Re: Zeer zwakke basen
Voor het antwoord hierop is het aan te raden of je weet waarom de anderen wel reageren. Want de vraag over "niet" stellen is makkelijker, maar het antwoord is exact gelijk. Dus mijn vraag aan jou: Waarom de rest wel?aminasisic schreef:'Alle basen die in BINAS tabel 49 boven H2O staan, zijn te zwak om met H3O+(aq) ionen te reageren.'
Omdat....? Of moet je dat gewoon even aannemen/leren?
De term "een oplossing" is hier iets te los. BiNaS refereert volledig aan water. Er zijn andere oplosmiddelen en dus andere oplossingen. En ja, in andere oplossingen (zuurdere in dit geval) bestaan wel degelijk opgeloste sterke zuren. Maar de term "sterke zuren" is gekoppeld aan de eigenschap die het zuur vertoont in het water. En daar splitst hij (vrijwel) geheel.Betekent dit dat je nooit een sterk zuur kunt krijgen in een oplossing? (Zo ja, is daar dan ook een verklaring voor?)
Zelfde antwoord. Wat is een zuur-base-reactie? In dit geval met water.(Zelfde vraag als bij het eerste stuk xD)
Wdeb
Is liefde Chemie? ...In elk geval is Chemie wel bijna liefde.
- Berichten: 1.247
Re: Zeer zwakke basen
Ik heb eigenlijk geen flauw idee waarom die dingen reageren. (Omdat de een een proton weg wil hebben en de ander wil er best een bij? .........)Voor het antwoord hierop is het aan te raden of je weet waarom de anderen wel reageren. Want de vraag over "niet" stellen is makkelijker, maar het antwoord is exact gelijk. Dus mijn vraag aan jou: Waarom de rest wel?
Hm, bij 'oplossing' denk ik altijd aan water + stof, en we hebben niet zo veel andere voorbeelden gehad, dus dit is een beetje vaag als u me vat xD.De term "een oplossing" is hier iets te los. BiNaS refereert volledig aan water. Er zijn andere oplosmiddelen en dus andere oplossingen.
Wat houdt dat in dat een oplossing zuurder is? Gewoon een sterker zuur of een 'zuurder' oplosmiddel?En ja, in andere oplossingen (zuurdere in dit geval)
Wat houdt dat splitsen in? (Waarom is dat zo 'erg'?)bestaan wel degelijk opgeloste sterke zuren. Maar de term "sterke zuren" is gekoppeld aan de eigenschap die het zuur vertoont in het water. En daar splitst hij (vrijwel) geheel.
Ik snap het nog niet, sorry xD...Zelfde antwoord. Wat is een zuur-base-reactie? In dit geval met water.
- Berichten: 10.564
Re: Zeer zwakke basen
De term "sterk zuur" is een definitie. We hebben afgesproken dat we zuren die bij oplossen in water vrijwel volledig dissociëren, sterk noemen. Of dat erg is of niet is niet zo van belang. Laten we even bij het voorbeeld blijven: waterstofchloride (HCl).
In zijn pure vorm is dat bij kamertemperatuur een gas, en het bestaat uit moleculen met een binding tussen het H-atoom en het Cl-atoom. De stof heeft als eigenschap dat het een zuur is, het kan een H+ ion afstaan aan moleculen die het zouden willen opnemen.
Zoals je weet geldt voor zuren en basen dat een zuur met een base reageert als geconjugeerde zuur en geconjugeerde base dat daarbij ontstaan zwakker zijn dan het oorspronkelijk zuur en base. Dat geldt net zo goed voor "sterke zuren".
Nu is het zo dat HCl eeen sterker zuur is dan H3O+. Dat dat zo is moet je inderdaad maar aannemen. Het is een waarneming die gedaan c.q. gemeten is, en die gegevens zijn in een tabel gezet.
Hoe dan ook: Zodra HCl dus in aanraking komt met H2O zal er een zuur-basereactie plaatsvinden waarbij H3O+ en Cl- ontstaan. Hetzelfde geldt voor andere sterke zuren; in water komen ze alleen voor in hun gesplitste vorm, omdat hun ongesplitste vorm met H2O reageert.
Een oplossing houdt in dat een stof tussen de moleculen van een vloeistof gaat zitten (anders gezegd, omgeven gaat worden door de moleculen van de vloeistof). Dat kan water zijn, maar verder ook iedere andere vloeistof. Sommige van die sterke zuren kunnen dan ook prima oplossen in andere vloeistoffen zoals ethanol en dioxaan. Ze reageren er echter niet (of niet volledig) mee, en zijn dus (deels) aanwezig in hun oorspronkelijke moleculaire vorm.
Het blijven echter sterke zuren, puur omdat we ze zo gedefinieerd hebben vanwege hun reactie met water.
In zijn pure vorm is dat bij kamertemperatuur een gas, en het bestaat uit moleculen met een binding tussen het H-atoom en het Cl-atoom. De stof heeft als eigenschap dat het een zuur is, het kan een H+ ion afstaan aan moleculen die het zouden willen opnemen.
Zoals je weet geldt voor zuren en basen dat een zuur met een base reageert als geconjugeerde zuur en geconjugeerde base dat daarbij ontstaan zwakker zijn dan het oorspronkelijk zuur en base. Dat geldt net zo goed voor "sterke zuren".
Nu is het zo dat HCl eeen sterker zuur is dan H3O+. Dat dat zo is moet je inderdaad maar aannemen. Het is een waarneming die gedaan c.q. gemeten is, en die gegevens zijn in een tabel gezet.
Hoe dan ook: Zodra HCl dus in aanraking komt met H2O zal er een zuur-basereactie plaatsvinden waarbij H3O+ en Cl- ontstaan. Hetzelfde geldt voor andere sterke zuren; in water komen ze alleen voor in hun gesplitste vorm, omdat hun ongesplitste vorm met H2O reageert.
Een oplossing houdt in dat een stof tussen de moleculen van een vloeistof gaat zitten (anders gezegd, omgeven gaat worden door de moleculen van de vloeistof). Dat kan water zijn, maar verder ook iedere andere vloeistof. Sommige van die sterke zuren kunnen dan ook prima oplossen in andere vloeistoffen zoals ethanol en dioxaan. Ze reageren er echter niet (of niet volledig) mee, en zijn dus (deels) aanwezig in hun oorspronkelijke moleculaire vorm.
Het blijven echter sterke zuren, puur omdat we ze zo gedefinieerd hebben vanwege hun reactie met water.
Cetero censeo Senseo non esse bibendum