Sinds recent gestopt met het MBO en toch maar naar de HAVO om dat af te maken. Aldus ook weer leuk old-school Wiskunde B uit een boekje vol met sommen en bar weinig uitleg. Genoot op het VMBO een geweldige leraar die dit in groot detail kan uitleggen, helaas is dat met deze leraar niet het geval.
Begin van het jaar begint dan ook weer met een lievelings onderwerp: breuken.
Vrij makkelijk, met getallen dan. Vereenvoudigen, delen en vermenigvuldigen is geen probleem, maar dan komt het boek aanzetten met 'Breuken met Letters', en dan ben ik ook echt het spoor bijster.
Een paar voorbeelden:
3x / 3y = x/y, dat snap ik nog.
4x / 6y = 2x/3y. So far, so good.
Volgens het antwoorden boek is dat dan:
Hoe dan ook, zo staat het in het boek:
Kan iemand mij misschien heel duidelijk (en het liefst zo simpel mogelijk) uitleggen hoe dat nou gaat met letters? Mis ik nou iets heel logsich of ben ik gewoon heel dom bezig? Of is dit meer iets wat je eerst even voor gedaan moet worden en dat het dan heel logisch is?
Hopelijk kan iemand me helpen, ik ben ten einde raad en ik word er vrij depri van, aangezien ik hier nog 30 sommen van moet maken.
Oh, ja, het voorbeeld zegt trouwens dit:
edit: Ok ik ben dus een beetje dom. a*a = a-kwadraat. 2*a = 2a. Sorry. De rest snap ik dus nog niet en wat ik ook probeer, ik kom er niet uit. Dan blijft nog wel de vraag, hoe kan