Wetenschapsforum

Gegroet,

Ik heb problemen met volgende zin in mijn cursus:

Normaal is de pulserende activiteit ven de contractiele vacuole aanzienlijk hoger in zoetwatervormen dan in mariene Protozoa. Dit wijst erop dat de kloppende vacuole vooral een osmoregulatorische functie heeft.

Ik dacht dat de kloppende vacuole enkel een uitstotende functie had van water...? Maar moet dit niet een dubbele functie hebben: invoer en afvoer van water(oplosmiddel) van buiten de cel?

Want zoetwatervormen zijn hyperosmotisch dus water instroom dus logischerwijs hebben ze de kloppende vacuole voor wateruitstoting (en bvb Paramecium hebben dan ook nog zoutkristallen om waterinvoer te stoppen) nodig.

Maar zoutwatervormen zijn meestal gezien toch hypo-osmotisch? dus wateruitstroom... Dus kloppende vacuole moet dan eerder dienen als als omgekeerde waterpomp om terug waterbalans in cel op punt te krijgen. Foute redenering?

En moet door de grotere osmotische waarde van zout water tov zoet water de kloppende vacuole van de zoutwatervormen dan ook niet sneller werken pulseren door het grotere verschil in osmotische waarden? terwijl in cursus andersom staat...

dank bij voorbaat

Maxime