Hypochloriet
Moderator: ArcherBarry
-
- Berichten: 4
Hypochloriet
Hallo.
Voor mijn profielwerkstuk wil ik de concentratie van een bepaalde stof (weet nog niet welke) in een chloorbleekmiddeloplossing bepalen. Ik had bedacht om een redox-titratie te doen, maar ik vraag me af of dit wel kan, aangezien het hypochloriet (of eventueel waterstofhypochloriet of chloraat) ook als oxidator kan fungeren en hierdoor de resultaten zou beinvloeden. Is het mogelijk om een redox-titratie te doen als er hypochloriet en bijproducten aanwezig zijn in een oplossing? Waterstofhypochloriet en chloraat zijn volgens mijn BINAS allebei behoorlijk sterke oxidators. Wel hebben ze allebei H+ nodig voor de halfreactie, maar er is in principe wel H+ aanwezig door het waterevenwicht... Advies?
Als tweede bedacht ik me dat ik ook wel een neerslagreactie zou kunnen veroorzaken met die bepaalde stof in de chloorbleekmiddeloplossing, maar ik kan zo niet vinden of hypochloriet ook met bepaalde positieve ionen onoplosbaar is (waardoor mijn hoeveelheid neerslag dus weer onbetrouwbaar zou worden). Weet iemand waar ik die informatie kan vinden?
Alvast bedankt.
Jorim: Gebruik sub- en superscript aub! Bekijk de helpfunctie hoe sub- en superscript te gebruiken.
Voor mijn profielwerkstuk wil ik de concentratie van een bepaalde stof (weet nog niet welke) in een chloorbleekmiddeloplossing bepalen. Ik had bedacht om een redox-titratie te doen, maar ik vraag me af of dit wel kan, aangezien het hypochloriet (of eventueel waterstofhypochloriet of chloraat) ook als oxidator kan fungeren en hierdoor de resultaten zou beinvloeden. Is het mogelijk om een redox-titratie te doen als er hypochloriet en bijproducten aanwezig zijn in een oplossing? Waterstofhypochloriet en chloraat zijn volgens mijn BINAS allebei behoorlijk sterke oxidators. Wel hebben ze allebei H+ nodig voor de halfreactie, maar er is in principe wel H+ aanwezig door het waterevenwicht... Advies?
Als tweede bedacht ik me dat ik ook wel een neerslagreactie zou kunnen veroorzaken met die bepaalde stof in de chloorbleekmiddeloplossing, maar ik kan zo niet vinden of hypochloriet ook met bepaalde positieve ionen onoplosbaar is (waardoor mijn hoeveelheid neerslag dus weer onbetrouwbaar zou worden). Weet iemand waar ik die informatie kan vinden?
Alvast bedankt.
Jorim: Gebruik sub- en superscript aub! Bekijk de helpfunctie hoe sub- en superscript te gebruiken.
-
- Berichten: 4
Re: Hypochloriet
Eigenlijk heb ik geen idee wat je precies wilt gaan doen zolang we niet weten welke stof je uit je chloorbleekloog wilt gaan onderzoeken.
Verder heb ik eigenlijk weinig constructiefs op te merken. (de waarschuwing voor chloor wel serieus nemen graag)
Chloorbleekloog is basisch (stop er maar eens een PH-papiertje in) dus er is niet echt een relevante hoeveelheid H+ aanwezig. Zodra je het om wat voor reden dan ook gaat aanzuren krijg je een reactie waarbij chloor ontstaat (NOT the way to go)Waterstofhypochloriet en chloraat zijn volgens mijn BINAS allebei behoorlijk sterke oxidators. Wel hebben ze allebei H+ nodig voor de halfreactie, maar er is in principe wel H+ aanwezig door het waterevenwicht...
Verder heb ik eigenlijk weinig constructiefs op te merken. (de waarschuwing voor chloor wel serieus nemen graag)
-
- Berichten: 1
Re: Hypochloriet
hey ik vond nog een proef ong hetzelfde wat jij wilt hiermee kun je de hoeveelheid werkzame chloor ik chloorbleek berekenen.
Experiment
Benodigdheden:
Reagentia.
0.1 M. Natriumthiosulfaat-oplossing in een zuigerburet van 20 ml.
Kaliumjodide.
Ijsazijn.
Chloorbleekloog.
Apparatuur.
mV/pH meter Metrohm 744
Gecombineerde platina/referentie-electrode.
Magneetroerder.
Zuigerburet.
Analytische balans.
Bovenweger.
Glaswerk.
Weegflesje.
Pipet 25 ml
Maatkolf 100 ml.
Bekerglas 100 , 250 ml.
Voorberekening:
15 ml 0.1 M. S2O22ï 1 mol OClï = 1 mol I2
1 mol I2 = 1 mol S2O3 2ï
15 ml thio 0.1 mol/l → 1.50 mmol thio → 0.75 mmol OClï → 0.75 mmol Cl 0.75 * 70.9 = 53 mg Cl → 53/40 1.4 ml ongeveer g/ml → 1.4 * 4 ≈ 5 gram
Uitvoering:
Weeg ca. 5 gram chloorbleekloog(40 g/l actief chloor) nauwkeurig af in het weegflesje op een analytische balans. Breng dit kwantitatief over in een maatkolf van 100 ml. Vul aan en homogeniseer. Pipwtteer 25 ml in een bekerglas van 250 ml en verdun met water tot ca. 50ml.
Voeg vervolgens 2 gram kaliumjodide toe en los op. Voeg in de zuurkast 10 ml ijsazijn toe.
Dek het bekerglas af met een horlogeglas en laat ongeveer 2 minuten staan onder af en toe omzwenken.
Plaats de gecombineerde elektrode in de oplossing (voorzichtig met roeren).
Titreer dan meteen daarna het vrijgekomen jood met 0.1 M. Natriumthiosulfaat-oplossing.
Titreer in grote stappen van 1 ml tot enkele mililiters voor het voor het equivalentiepunt en ga dan over in stapjes van 0.10 ml.
Noteer het aantal milliliters en de bijbehorende potentiaal.
Bereken met de methode van de eerste en tweede afgeleide het equivalentiepunt.
Voer de bepaling 2 maal uit.
Bereken het gehalte aan werkzaam chloor in het monster.
veel plezier ermee =]
Experiment
Benodigdheden:
Reagentia.
0.1 M. Natriumthiosulfaat-oplossing in een zuigerburet van 20 ml.
Kaliumjodide.
Ijsazijn.
Chloorbleekloog.
Apparatuur.
mV/pH meter Metrohm 744
Gecombineerde platina/referentie-electrode.
Magneetroerder.
Zuigerburet.
Analytische balans.
Bovenweger.
Glaswerk.
Weegflesje.
Pipet 25 ml
Maatkolf 100 ml.
Bekerglas 100 , 250 ml.
Voorberekening:
15 ml 0.1 M. S2O22ï 1 mol OClï = 1 mol I2
1 mol I2 = 1 mol S2O3 2ï
15 ml thio 0.1 mol/l → 1.50 mmol thio → 0.75 mmol OClï → 0.75 mmol Cl 0.75 * 70.9 = 53 mg Cl → 53/40 1.4 ml ongeveer g/ml → 1.4 * 4 ≈ 5 gram
Uitvoering:
Weeg ca. 5 gram chloorbleekloog(40 g/l actief chloor) nauwkeurig af in het weegflesje op een analytische balans. Breng dit kwantitatief over in een maatkolf van 100 ml. Vul aan en homogeniseer. Pipwtteer 25 ml in een bekerglas van 250 ml en verdun met water tot ca. 50ml.
Voeg vervolgens 2 gram kaliumjodide toe en los op. Voeg in de zuurkast 10 ml ijsazijn toe.
Dek het bekerglas af met een horlogeglas en laat ongeveer 2 minuten staan onder af en toe omzwenken.
Plaats de gecombineerde elektrode in de oplossing (voorzichtig met roeren).
Titreer dan meteen daarna het vrijgekomen jood met 0.1 M. Natriumthiosulfaat-oplossing.
Titreer in grote stappen van 1 ml tot enkele mililiters voor het voor het equivalentiepunt en ga dan over in stapjes van 0.10 ml.
Noteer het aantal milliliters en de bijbehorende potentiaal.
Bereken met de methode van de eerste en tweede afgeleide het equivalentiepunt.
Voer de bepaling 2 maal uit.
Bereken het gehalte aan werkzaam chloor in het monster.
veel plezier ermee =]