[scheikunde] Massa van Chloorbleekloog

Slimmertje_CF

Hoi Iedereen,

Voor school moet ik een vraag beantwoorden, waar ik maar niet uitkom! Zie uitvoering:

Benodigdheden

Chloorbleekloog

Divers glaswerk

Kaliumjodide

IJsazijn

0,1 M gestelde natriumthiosulfaatoplossing.

0,5 % zetmeeloplossing

Werkwijze

Weeg* een geschikte hoeveelheid chloorbleekloog nauwkeurig af en breng dit kwantitatief over in een maatkolf* van 100 ml. Pipetteer* 20 ml in een stop-erlenmeyer. Verdun met water tot circa 50 ml en voeg achtereenvolgens 2 gram kaliumjodide en 10 ml ijsazijn toe.

Titreer met de natriumthiosulfaatoplossing en voeg tegen het eind van de titratie 5 ml 0,5 % zetmeeloplossing toe.

De reactie verloop volgens de volgende vergelijkingen:

Na toevoegen kaliumjodide:

2 I + H₂O + ClO --> I₂ + Cl + 2 OH

Tijdens de titratie:

2 S₂O₃ + I2 --> S₄O₆ + 2 I

Zoals je zult zien vragen ze om ''een geschikte hoeveelheid'' chloorbleekloog. Nu ben ik aan het rekenen geslagen en blijk ik nodig te hebben. Ik heb het gevoel dat dat te weinig is en er dus iets fout is, kan iemand mij helpen! Alvast bedankt!

Mijn berekening/beredenering: Ik ga ervan dat ik 20 ml moet toe titreren. Daarom voeg ik uiteindelijk V x c = n = 20ml x 0,1ml/mmol = 2mmol. Als ik naar de reactie vergelijkingen kijk (en daar zit denk de fout) denk ik dat daar 1mmol ClO mee reageert. Wat leid tot een massa van 35,45 milligram.

Fuzzwood

Niet helemaal, je vergeet dat beide dingen met een deel van je kaliumchloride zullen reageren.

Slimmertje_CF

Alvast bedankt voor deze tip, maar zou je iets meer kunnen vertellen want nu snap ik het niet echt! 8-[

Fuzzwood

Hmmz nee ik heb me hier een beetje verkeken. Het is inderdaad zo dat een overmaat KI wordt toegevoegd, maar het gevormde I₂ van de eerste reactie reageert weer terug tot I^- in de titratie.

De eerste reactie is 2:1; elke ClO^- reageert met 2 I^- tot I₂. Elke mol I₂ staat daarom voor een mol ClO^-.

De tweede reactie is 2:1, elke 2 mol thiosulfaat staat voor 1 mol I₂ en daarom voor 1 mol ClO^-.

Stel we gaan uit van jouw 20 ml verbruik aan thio, dan verbruiken we dus 20 ml * 0,1 mol/l = 2,0 mmol aan thio. Dit komt overeen met 1,0 mmol ClO^-. Die 1,0 mmol zit echter wel maar in een volume van 20 ml (het volume wat je dus uit de maatkolf gepipetterd hebt). Je ClO^- was oorspronkelijk opgelost in 100 ml. 100 ml/ 20 ml geeft een verdunningsfactor van 5. Ik begon dus met 5 x 1,0 mmol = 5,0 mmol ClO^-. Dit komt overeen met 5,0 mmol * 51,45 g/mol ClO^- = 257,25 mg. Je dient je wel te realiseren dat je ClO^- niet als vaste stof in een potje zult vinden.

Wetenschapsforum

Laatste berichten

Nieuwsberichten

[scheikunde] Massa van Chloorbleekloog

[scheikunde] Massa van Chloorbleekloog

Re: [scheikunde] Massa van Chloorbleekloog

Re: [scheikunde] Massa van Chloorbleekloog

Re: [scheikunde] Massa van Chloorbleekloog