Ik moet een practicumverslag schrijven voor school maar ik ben een beetje in de war!
De proef was om te titreren.
Ik kreeg 10 mL van een 20x verdunde oplossing van schoonmaakazijn van onbekende molariteit. Daaraan voegde ik een stel druppels fonolftaleïen (indicator).
Vanuit een Buret begon ik vervolgens natronloog toe te voegen met een molariteit van 0,1020. In totaal heb ik 7,55 mL natronloog moeten toevoegen voordat de kleur lichtroze gekleurd bleef voor 30 seconden.
De doel van het hele verslag is het uitvogelen van het gehalte van de oorspronkelijke schoonmaakazijn in gram per liter.
Mijn leraar zei iets over massapercentages en dat is exact wat mij in de war heeft gebracht! Ik snap niet waar ik massapercentages moet gebruiken?!
Dit is wat ik allemaal al heb weten te berekenen:
Hoe kom ik verder?CH3COOH + OH- --> CH3COO- + H2O
1 : 1 : 1 : 1
Er is 7,55 mL 0,1020 M natronloog toegevoegd.
dat betekent: 7,55Ã10-3 mL Ã 0,1020 M = 7,70Ã10-4 mol OH-
verhouding OH- en CH3COOH is 1:1 dus: 7,70Ã10-4 mol CH3COOH
Er was 10 mL azijnzuur aanwezig.
De molariteit is dan: 7,70Ã10-4 mol / 1,0Ã10-2 L = 7,70Ã10-2 M CH3COOH
De oplossing was al 20x verdund.
Oorspronkelijk was de azijnzuuroplossing dan 7,70Ã10-2 M Ã 20 = 1,54 M CH3COOH
De molmassa van CH3COOH is trouwens 60,05.