ik ben 2de jaarsstudente farmacie aan de vrije universiteit brussel.
wij hebben labo farmaceutische scheikunde gehad en ons dus bezig gehouden met de farmacopee.
Nu kregen ik en mijn labopartner de stof KI, die we volgens zijn monografie aan de conformiteit hebben moeten toetsen. wij moeten hiervan een verslag maken en alles kunnen uitleggen op ons mondeling examen.
maar we hebben een moelijkheid...
voor de identificatiereactie a van kalium, beschreven in de farmacopee :
0,1 g van de te onderzoeken stof wordt opgelost in 2 ml H2O R. Hieraan wordt 1 ml natriumcarbonaatoplossing (Na2CO3) R toegevoegd. De oplossing wordt verwarmd. Er wordt nagegaan of er al dan niet neerslag gevormd wordt. Aan de warme oplossing wordt 0,05 ml natriumsulfide-oplossing (Na2S) R toegevoegd. De oplossing wordt onder ijskoud water afgekoeld en hierna voegt men 2 ml 150 g/l van een wijnsteenzuuroplossing (C4H6O6) toe. Men laat de oplossing even staan en gaat na of er al dan niet neerslag gevormd wordt.
we begrijpen niet waarom natriumcarbonaat en natriumsulfide toegevoegd worden?
we denken dat , Na2CO3 R wordt toegevoegd om een onderscheid te maken +, Ca2+ , Ba2+ en K+. maar waarom dan natriumsulfide?
de chemische verklaring van de witte neerslag hebben we, dat zagen we in de les
kan iemand ons helpen?
