Ik heb mij net aangemeld in de hoop dat jullie mij op weg kunnen helpen bij mijn vraag
Eerst even een kleine beschrijving van de proef.
We moeten door middel van titratie het azijnzuurgehalte in huishoudazijn bepalen. Ik weet zelf al hoe de titratie te werk gaat en dat ik gebruik moet maken van C = n/V. Op het equivalantiepunt is de hoeveelheid natronloog precies gelijk aan de hoeveelheid azijnzuur in de oorspronkelijke huishoudazijn.
Oké, nu de vraag. Ik moet ook zelf een formule opstellen met de volgende grootheden:
C van NaOH. (ongeveer 0,1 mol/l)
V van NaOH.
V van huishoudazijn (het gepipetteerde volume wordt 25 ml)
V van gebruikte maatkolf (100 ml)
M van azijnzuur (60,05 g/mol)
m van huishoudazijn (moet rond de 15 gram liggen)
Eerlijk gezegd, heb ik geen idee hoe ik moet beginnen. De bedoeling van de formule is natuurlijk dat ik daarmee het gehalte azijnzuur kan bepalen. Nu loop ik een beetje vast door de hoeveelheid grootheden die ik in de formule moet verwerken. Kan iemand mij misschien een aanwijzing geven, zodat ik uiteindelijk zelf de formule kan samenstellen?
Moet ik formules combineren? Dus bijv. ook gebruik maken van M = m/n en M1 x V1 = M2 x V2?
Alvast heel erg bedankt!
