Formatieconstante bepalen met Nernst
Moderator: ArcherBarry
-
- Berichten: 198
Formatieconstante bepalen met Nernst
Hallo allen,
Voor een prakticum van mijn studie moet ik met de wet van Nernst de formatieconstante bepalen van Ag(NH3)2.
Hiertoe heb ik een cel gemaakt met als referentiegedeelte een oplossing van 0,01 M AgNO3 met Ag-elektrode. Deze moet een potentiaal geven van 0,6806 V
Het meetgedeelte bevat een oplossing van 0,025 M AgNO3 in 0,9153 M NH3 (bepaald dmv titratie) en ook een Ag-elektrode.
Ik heb een celspanning gemeten van -0,400 Volt. Het voltage van het meetgedeelte is dan dus 0,2806 Volt, en uitrekenen met de wet van Nernst geeft een Ag+ concentratie van 1,75 x 10^-9 M. De cel bevat dus nog maar 8,754 x 10^-11 mol Ag+ terwijl ik er 1,25 x 10^-3 mol aan had toegevoegd. Er is dus 1,249 x 10^-3 mol Ag+ omgezet.
Maar nu loop ik vast, want hoe weet ik hoeveel Ag(NH3)2 is ontstaan? Er moet immers ook een bepaalde hoeveelheid AgNH3 zijn ontstaan.
Voor een prakticum van mijn studie moet ik met de wet van Nernst de formatieconstante bepalen van Ag(NH3)2.
Hiertoe heb ik een cel gemaakt met als referentiegedeelte een oplossing van 0,01 M AgNO3 met Ag-elektrode. Deze moet een potentiaal geven van 0,6806 V
Het meetgedeelte bevat een oplossing van 0,025 M AgNO3 in 0,9153 M NH3 (bepaald dmv titratie) en ook een Ag-elektrode.
Ik heb een celspanning gemeten van -0,400 Volt. Het voltage van het meetgedeelte is dan dus 0,2806 Volt, en uitrekenen met de wet van Nernst geeft een Ag+ concentratie van 1,75 x 10^-9 M. De cel bevat dus nog maar 8,754 x 10^-11 mol Ag+ terwijl ik er 1,25 x 10^-3 mol aan had toegevoegd. Er is dus 1,249 x 10^-3 mol Ag+ omgezet.
Maar nu loop ik vast, want hoe weet ik hoeveel Ag(NH3)2 is ontstaan? Er moet immers ook een bepaalde hoeveelheid AgNH3 zijn ontstaan.
- Berichten: 4.771
Re: Formatieconstante bepalen met Nernst
Ik begrijp hier je redenering niet.Het voltage van het meetgedeelte is dan dus 0,2806 Volt, en uitrekenen met de wet van Nernst geeft een Ag+ concentratie van 1,75 x 10^-9 M. De cel bevat dus nog maar 8,754 x 10^-11 mol Ag+ terwijl ik er 1,25 x 10^-3 mol aan had toegevoegd. Er is dus 1,249 x 10^-3 mol Ag+ omgezet.
Kun je dit laten zien hoe je het hebt berekend?Het voltage van het meetgedeelte is dan dus 0,2806 Volt, en uitrekenen met de wet van Nernst geeft een Ag+ concentratie van 1,75 x 10^-9 M.
Ik begrijp dat ´dus´ niet. Waarom is dit dan zo?De cel bevat dus nog maar 8,754 x 10^-11 mol Ag+
Dit begrijp ik ook niet. 1,25.10-3 minus 8,754 x 10-11 is toch niet 1,249 x 10-3?terwijl ik er 1,25 x 10^-3 mol aan had toegevoegd. Er is dus 1,249 x 10^-3 mol Ag+ omgezet.
-
- Berichten: 198
Re: Formatieconstante bepalen met Nernst
Ik heb inderdaad een fout gemaakt. Ik heb rechts en links omgewisseld. Het moet dus wordenIk begrijp hier je redenering niet.Het voltage van het meetgedeelte is dan dus 0,2806 Volt, en uitrekenen met de wet van Nernst geeft een Ag+ concentratie van 1,75 x 10^-9 M. De cel bevat dus nog maar 8,754 x 10^-11 mol Ag+ terwijl ik er 1,25 x 10^-3 mol aan had toegevoegd. Er is dus 1,249 x 10^-3 mol Ag+ omgezet.
E = Erechts - Elinks --> -0,400 = 0,6806 - 1,0806
E heb ik dus gemeten. Erechts is de referentiecel met een Ag+ concentratie van 0,01 M. En Elinks volgt daar dus uit.
Elinks = 1,0806 = 0,799 - 0,0592 log 1/[Ag+]
Uitwerken geeft nu alleen een [Ag+] van 57.115 M ??
Even wat meer gegevens:
De meethalfcel bevat 0,025 M Ag+ en 0,918 M MH3 --> 50 ml totaal
De referentiehalfcel bevat 0,01 M Ag+
De formatieconstantie = [Ag(NH3)2]/[Ag+]x[NH3]^2
[NH3] is bekend d.m.v. titratie.
[Ag+] moet je uit de celspanning kunnen berekenen.
Maar hoe je de concentratie Ag(NH3)2 berekend kom ik dus niet uit omdat er ook een onbekende hoeveelheid AgNH3 gevormd moet worden.
- Berichten: 4.771
Re: Formatieconstante bepalen met Nernst
Ik blijf nog steeds moeite hebben.
Je Nernstformule klopt. Ik schrijf hem anders op, maar dat maakt verder niet uit:
E = 0,80 + 0,059 log[Ag+]
Het punt waar ik naar toe wil is dat je mag verwachten dat de [Ag+] kleiner is dan 0,025 M, dus kleiner dan 1 M.
De logterm wordt daarmee altijd negatief en dus zal de halfpotentiaal E altijd lager zijn dan 0,80 V (0,799 V in jouw formule).
Ik verwacht dus dat óf de halfpotentiaal van je meetelectrode toch gelijk is aan 0,28 V, zoals je eerder zei, óf dat het gemeten potentiaalverschil (-0,40 V) niet klopt.
Waar ik ook nog mee zit is of de 0,799 V voor de standaardpotentiaal wel klopt.
Ag <--> Ag+ + e-
is een ander electrochemisch koppel dan
Ag + 2NH3 <--> Ag(NH3)2+ + e-
Je Nernstformule klopt. Ik schrijf hem anders op, maar dat maakt verder niet uit:
E = 0,80 + 0,059 log[Ag+]
Het punt waar ik naar toe wil is dat je mag verwachten dat de [Ag+] kleiner is dan 0,025 M, dus kleiner dan 1 M.
De logterm wordt daarmee altijd negatief en dus zal de halfpotentiaal E altijd lager zijn dan 0,80 V (0,799 V in jouw formule).
Ik verwacht dus dat óf de halfpotentiaal van je meetelectrode toch gelijk is aan 0,28 V, zoals je eerder zei, óf dat het gemeten potentiaalverschil (-0,40 V) niet klopt.
Waar ik ook nog mee zit is of de 0,799 V voor de standaardpotentiaal wel klopt.
Ag <--> Ag+ + e-
is een ander electrochemisch koppel dan
Ag + 2NH3 <--> Ag(NH3)2+ + e-