90) Welk van de volgende waterige oplossingen zal het best de stroom geleiden?
0,010M NH3
0,010M NaCl
0,010M CH3COOH
0,020M CH3COOH
Mijn oplossingswijze is hier:
NH3splits nooit volledig in ionen, net als azijnzuur. NaCl wel. Dus van oplossingen A,B, C is het zeker B. Maar wat met oplossing D? Azijnzuur zal niet volledig in ionen splitsen, maar de c is wel dubbel zo groot.
Mijn vraag is nu: moet je hiervoor weten dat bij een dubbele c azijnzuur, er toch nog steeds minder ionen gaan zijn dan bij de helft van de c van NaCl? Of heeft geleiding niet te maken met de c maar enkel met de splitsingsgraad?
"Their eyes had failed them, or they had failed their eyes, and so they were having their fingers pressed forcibly down on the fiery Braille alphabet of a dissolving economy."
Zo moet je haast van buiten weten wat de splitsingsgraad van azijnzuur is, of vanaf welke c er genoeg ionen uit azijnzuur gesplitst worden dat het beter geleidbaar wordt dan 0.01 M NaCl.
Of zoek ik het weer te ver...?
"Their eyes had failed them, or they had failed their eyes, and so they were having their fingers pressed forcibly down on the fiery Braille alphabet of a dissolving economy."
De geleidbaarheid hangt af van zowel de concentratie als van de splitsingsgraad.
In principe moet je dus de Kz weten van azijnzuur en de splitsingsgraad berekenen om deze opgave te kunnen maken.
Maar als je wat ervaring hebt met pH-berekening van zwakke zuren dan weet je dat de meeste zwakke zuren grofweg voor maar voor enkele procenten zijn geïoniseerd en kun je zo antwoorden. Heb je die ervaring niet dan moet je rekenen helaas.
"Their eyes had failed them, or they had failed their eyes, and so they were having their fingers pressed forcibly down on the fiery Braille alphabet of a dissolving economy."
Vind ik inderdaad een beetje ongelukkige vraag. Maar volgens mij is de dissociatie echt maar heel erg laag, nog onder de procent. En maar 2x zo hoge concentratie. Dat verschil is volgens mij redelijk groot.
Dat klopt inderdaad wel, maar het blijft een 'foute' vraag omdat je het enkel en alleen kunt beantwoorden met de voorkennigs van de dissociatie van azijnzuur in water. Als het enige onderscheid dat je dient te kennen is of een zuur sterk of zwak is, is deze vraag niet te beantwoorden.
