Bijgevoegd stuk tekst, behorend bij de examenvraag, maar niet relevant voor de topicvraag:
Voor het eerst sinds tientallen jaren zijn ook Nederlandse mannen betrokken bij medisch onderzoek om de betrouwbaarheid en acceptatie te bestuderen van hormonale anticonceptie voor mannen, de zogenoemde ‘mannenpil’. Gezonde mannen in de leeftijd van 18 tot 45 jaar kunnen deelnemen aan de studie die de effecten onderzoekt van twee hormonen op de spermaproductie. Gedurende het onderzoek worden continu progestagenen (aan progesteron verwante hormonen) toegediend via een implantaat in de huid van de bovenarm. Maximaal drie maanden na inbrengen van het implantaat wordt een depotinjectie met testosteron gegeven. De studie duurt 1½ jaar en is opgezet door twee internationale farmaceutische bedrijven. In totaal nemen 350 mannen deel, verdeeld over 14 onderzoekscentra in Europa. Resultaten van vooronderzoek waren bemoedigend en beide bedrijven streven er nu naar een methode te ontwikkelen die niet alleen betrouwbaar is, maar ook acceptabel voor gebruikers.
Het implantaat met progestagenen wordt subcutaan, tussen de lederhuid en het onderhuids bindweefsel, aangebracht.
De vraag leidde niet tot een probleem, maar ik heb wat vragen n.a.v. het antwoord, dat als volgt is:Door de werking van de progestagenen uit het implantaat wordt de spermaproductie geremd. Er zijn ook andere, ongewenste effecten mogelijk.
Leg uit hoe toediening van progestagenen bij de man tot een bepaald ongewenst effect kan leiden.
Allereerst lijkt het tweede deel van het antwoord mij wat vreemd: volgens mij valt het zin hebben in sex niet onder de secundaire geslachtskenmerken. :-s Dat terzijde, de bijgevoegde opmerking is interessanter, want:
- de progestagenen remmen de afgifte van LH (en FSH) en daarmee de productie van testosteron,
- waardoor secundaire geslachtskenmerken kunnen veranderen (zoals de zin in sex).
Opmerking
Voor het noemen van een verhoogd risico op kanker, trombose of een andere bekende fysiologische bijwerking wordt één punt gegeven.
Hoe kan een verhoogde concentratie progesteron leiden tot een groter risico op kanker en trombose?
Meer progesteron vermindert de productie van FSH en LH, waardoor spermatogenese en secretie testosteron bij de man, en follikelgroei, secretie oestradiol en oestron, ovulatie, vorming en behouden van corpus luteum bij de vrouw worden gehinderd. Maar hoe staat dat in verband met een verhoogd risico op kanker en trombose?
Lijkt me namelijk een nogal 'fraaie' zaak, aangezien bijvoorbeeld in een anticonceptiemiddel als de pil vaak progesteron is verwerkt, juist om een ovulatie uit te laten blijven (door secretie van LH te onderdrukken). Het zou toch wel vreemd zijn als miljoenen vrouwen wereldwijd hierdoor een verhoogd risico lopen op kanker en trombose, en vermoedelijk het grootste deel dit niet weet?