De roemruchte arseenbacterie mag dan bijzonder goed bestand zijn tegen arseen, hij leeft gewoon op fosfor. Dat blijkt uit twee artikelen die zondag door Science online zijn gezet.
De arseenbacterie was eind 2010 wereldnieuws. Onderzoekster Felisa Wolfe-Simon viste hem op uit een arseenrijk en fosfor-arm meer in Californië. Ze claimde dat deze bacterie de fosfor in zijn eiwitten en zijn DNA kon vervangen door arseen. Iets dat nog nooit was vertoond en door biologen tot dan toe als onmogelijk werd beschouwd. Maar Science accepteerde het artikel wèl. Chemisch gezien zou het in principe misschien kunnen, maar veel onderzoekers voelden aan hun fosforrijke water dat arseen het DNA te instabiel zou maken om er een bacterie uit te bouwen.
In een begeleidend redactioneel commentaar in Science wordt nu gesteld dat Felisa Wolfe-Simon haar data achteraf verkeerd heeft geïnterpreteerd. Wolfe-Simon wist dat er een spoortje fosfaat in haar voedingsmedia zat maar ging er van uit dat het veel te weinig was voor bacteriegroei. Het lijkt er nu op dat ze zich danig op het fosfaatsprokkeltalent van haar bacterie heeft verkeken.
Zoals te zien op C2W (hybride van twee artikels hier en hier). Voor een samenvatting van de commentaren op de zogenaamde arseenbacterie zie hier.
Publicaties
- Origineel rapport: Wolfe-Simon, F. et al. Science 2011, 332, 1163, DOI: 10.1126/science.1197258
- Weerlegging 1 is van Tobias Erb en collega’s (ETH Zürich) die GFAJ-1 hebben gekweekt op voedingsbodems met verschillende concentraties arsenaat en fosfaat. In het DNA zit alleen fosfor ingebouwd en géén aantoonbare hoeveelheden arseen.: Erb, T. J. et al. Science 2012, DOI: 10.1126/science.1218455
- Weerlegging 2 is, zoals te verwachten viel, van de Canadese onderzoeker Rosie Redfield die vanaf het begin de belangrijkste criticaster van de arseenbacterie was. Met steun van een groep Princeton-onderzoekers komt zij tot ongeveer dezelfde conclusies.: Reaves, M. L. et al. Science 2012, DOI: 10.1126/science.1219861